Geïnspireerd door een artikelreeks van K. Kouwenberg, eind zeventiger jaren in maandblad Philatelie verschenen, beschrijft Rob Smit de geschiedenis van het postzegel verzamelen opnieuw in tweewekelijkse afleveringen. Dit is deel 29, De essaismanie
Gerelateerde artikelen
Zoals we al eerder zagen kwam postzegelverzamelen steeds meer in de mode. De handel breidde zich uit, de voorraaden werden groter en men begon om te proberen het kaf van het koren te scheiden.
Tussen de in de handel voorkomende zegels bleken ook exemplaren te zitten die postaal gebruikt nooit voorkwamen. Vaak bleken dat afdrukken te zijn van destijds aan de postadministraties voorgelegde ontwerpen voor nieuw uit te geven postzegels. Vanaf 1863 ontstond er een manie in het verzamelen van deze proeven, of zoals ze toen algemeen genoemd werden; ‘essais’. Daarnaast was er veel belangstelling voor de zegels van particuliere postdiensten die vooral in de USA veel voorkwamen.
Het werd een onoverzichtelijke janboel. Grote studies op dit gebied waren nog lang niet verricht, zodat niemand wist wat wel en niet goed of officieel was. Men ging af op het gevoel, waarbij uiteraard vaak de plank werd misgeslagen. Toch is het achteraf opvallend te noemen hoe schepzinnig mannen als bijvoorbeeld Pemberton en Hanciau (voor Moens) toch vaak een juist oordeel konden vellen.
Uiteraard waren er diverse gladde jongens die van de vraag naar dit soort producten profiteerden door zelf e.e.a. in elkaar te knutselen om er vervolgens verzamelaars geld mee uit de zakken te kloppen. Zo zijn er flink wat fantasieproducten op de markt gekomen. De nog in de kinderschoenen staande filatelistische kennis en de gebrekkige communicatiemiddelen hielpen hen natuurlijk om zonder argwaan grote hoeveelheden in de markt te brengen. Zo zijn er uit die tijd fantasiezegels van Buenos Aires, Nederlands Guiana, De Mormonen, Griekenland, Blockade POstage, Bell’s Dispatch, Kerr’s City Post, Amoy en vele andere.
En dat is dan weer iets dat in de gehele geschiedenis van het verzamelen, tot aan vandaag, voorkomt.
Wordt vervolgd op 9 juni.
Tot nu toe verschenen:
1. Inleiding en begin
2. De eerste verzamelaars
3. De eerste catalogus, Oscar Berger Levrault maakt als eerste een overzicht.
4. Alfred Potiquet, De eerste commercieel uitgegeven catalogus.
5. Booming 1862, Het meest turbulente jaar in de filatelistische geschiedenis.
6. Edard de Laplante, De eerste die uitsluitend van de postzegelhandel leefde.
7. Natalis Rondot, De eerste echte filatelistische literatuur verscheen in een familieblad.
8. Henri Justin Lallier, Uitgever van het eerste postzegelalbum.
9. Frederick W. Booty, De eerste catalogus in het Engels.
10. Mount Brown, Een succesvolle Engelse catalogus.
11. Dr John Edward Gray, Uitvinder van de postzegel, allereerste verzamelaar of alleen maar een goede catalogusuitgever?
12. Het eerste postzegeltijdschrift, Eerst een mislukte poging, maar dan toch een postzegelblad.
13. Edward Pemberton, Actief filatelist met nakomelingen in de filatelie.
14. Dr. C.W. Viner, Vader van de engelse filatelie.
15. Jean Baptiste Moens, De grootste handelaar aller tijden.
16. De uitgeverij van Moens, Van groot belang in begintijd filatelie.
17. Duitsland in 1862, De trage start van een belangrijk filatelistisch land.
18. Nederland in 1862, De eerste Nederlandse catalogus en album.
19. Nederland in 1864, P.H. Witkamp
20. Het ontstaan van Schaubek
21. De concurentie barst los, gratis postzegels bij tijdschriften.
22. Knutselen met postzegels.
23. De Postzegel Polka., postzegels als inspiratiebron voor muziek
24. Alexander Baillieu., postzegels als goudmijn?
25. List, bedrog en overvloed., postadministraties ontdekken verzamelaars.
26. De dikke Elb uit Dresden, persoonsverwisseling met een markante figuur.
27. Arthur Maury, een naam die tot op vandaag voortleeft.
28. Pierre Mahé, eigenzinnig handelaars met grote filatelistische kennis.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)