Op de eerste pinksterdag vraag ik uw speciale aandacht voor de jaarlijkse folkloristische feesten voor kinderen, die door knip-kunstenares Hil Bottema voor de kinderpostzegels zijn vervaardigd. In de introductiefolders van de kinderzegelemissie 1961 met daarin afbeeldingen van de knipkunstpostzegels (nvph 759/63) van Hil Bottema, is ook interessante informatie in woord en beeld te vinden, waaruit dit artikel is samengesteld.
De Filatelistische Dienst van PTT Post verstuurde vanaf 1949 aantrekkelijke vooraankondigingen (in verschillende taaluitvoeringen) over uit te geven postzegels aan buitenlandse afnemers.
Gerelateerde artikelen
Een opvallend kenmerk van de knipkunst zijn de silhouet-vormige afbeeldingen met stoere en strakke lijnen, vormen en vlakken, dikwijls in combinatie met rijkelijk gedetailleerde onderdelen daarin (zie sinterklaas-postzegel).
Knipkunstenares Bottema heeft naast de vijf kinderpostzegels ook dubbele kinderzegelkaarten ontworpen, die maximumkaartenverzamelaars van een kinderzegel hebben voorzien. Deze postzegels zijn door PTT afgestempeld.
Verheerlijking van het verleden?
Bottema (1913 – 1968) heeft met drie scharen (middelgrote schaar, kleine schaar en druivenschaartje) 61 jaar geleden de artistieke knipkunst op vijf kinderzegels toegepast. Deze prentkunsttechniek, als eeuwen oude volkskunst, toont daarmee inhoud-technisch nu wel een achterhaald, conservatief / behouden en/of nostalgisch wereldbeeld. Bottema’s benadering is niet alleen op de postzegels toegepast, maar ook op de kinderzegelkaarten. Deze kaarten staan in de filatelie bekend als maximumkaarten.
- Klompen als schoeisel in combinatie met kniekousen en sokken (30 cent postzegel).
- Balstenen in plaats van straatstenen (4 & 6 cent postzegel).
- Beschrijving van de ‘boeman-functie’ van Zwarte Piet: lieve kinderen krijgen cadeautjes uit Spanje, stoute kinderen krijgen sla met de roe en worden soms in de zak van Zwarte Piet meegenomen.
- In 1961 zijn de kerkelijke achtergronden van de feestdagen (in tegenstelling tot nu) nog redelijk algemeen bekend bij de Nederlandse bevolking.
- Met de gedateerde reclameslogan ‘Met melk meer mans’ voerde het Nederlands Zuivelbureau vanaf 1955 propaganda om de melkconsumptie te verhogen. Kinderen die de visie van Joris Driepinter ondersteunden, droegen op de mouw van een kledingstuk het M-logo als medewerker van de M-Brigade. Hil Bosma heeft ongevraagd zich aangesloten bij de reclamecampagne van het Zuivelbureau door een ‘M’ op de linker mouw van het meisje van de 30 cent postzegel aan te brengen.
Sinterklaas
- De naam Sinterklaas verwijst naar de bisschop van Myra uit Turkije. Op 5 december wordt het sinterklaasfeest gevierd, maar de weken ervoor is het voor de jongste kinderen al een spanningsvolle periode: “Welke cadeautjes krijg ik van Sinterklaas?”
- De postzegel geeft een afbeelding van de intocht van de rijkelijk gedecoreerde Sinterklaas te paard (op balstenen), die door een meisje met vlagje wordt verwelkomd. De intocht vindt plaats op het platteland (en niet een stad) met blad-loze bomen in de winter, waar kinderen met vlaggetjes de sint ook welkom heten. Sterretjes en volle maan verwijzen naar de avondsfeer met duisternis, de tijd dat Sinterklaas actief onderweg is.
- Het deel (fragment) staat voor het geheel. De maan vormt een toespeling op het lied ‘Zie de maan schijnt dóór de bomen’. Hierbij staat Sinterklaas vóór de volle maan.
- Sinterklaas-lied: “Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn schoentje, gooi wat in mijn laarsje, dank je Sinterklaasje!”
Op de maximumkaart (ontwerp H. Bottema) schijnt de volle maan niet dóór, maar bóven de bomen. Sinterklaas wordt door meer mensen dan op de postzegel verwelkomd. Een blaffende hond springt zelfs van blijdschap omhoog.
Details van de randillustraties tonen verschillende attributen samenhangend met de sinterklaasperiode o.a. als klomp, laars (‘s avonds klaarzetten, waarin cadeautjes kunnen worden gestopt), taaiman, pepernoten, wortel (bestemd voor sinterklaaspaard en/of stoute kinderen) en cadeautjes beer, pop & hart.
Driekoningen
- Driekoningen bestaat als oud volksfeest in Noord-Brabant (o.a. in Tilburg en ‘s-Hertogenbosch) nog als kinderfeest. Ze zingen een ‘drie-koningen-liedje’. Schoolkinderen verkleden zich in lange jurken en omslagdoeken. Ze plaatsen daarbij kronen van goudpapier op hun hoofden. Op deze wijze verbeelden zij de drie wijzen uit het oosten: Melchior, Caspar (donker gekleurd [zwart geschilderd], afkomstig uit Noord-Afrika [Moor]) en Balthasar.
- De drie beweeglijk opgestelde kinderen (staan op balstenen) met licht uitstralende lampionnen verwijzen naar de drie wijzen. Het middelste kind houdt met de handschoenen een Christus-kruis vast (bekroond met een ster), waarin zelfs een kribbe is verwerkt. Aan de standen van de monden is te zien dat ze zingen!
- Naast de donker gekleurde Caspar met gouden kroon staat een imponerende ster.
- Driekoningen-lied: “O sterre, gij moet er zo stille niet staan. Gij moet er met ons naar Bethlehem gaan!”
Er is op de maximumkaart sprake van een geheel andere levendige opstelling van de drie lampion-dragende ‘koningen’ dan die van de zegelafbeelding in kleding, stand en licht-uitstralende lampions. Ook op deze afbeelding begeleiden sterren de ‘koningen’ naar Bethlehem. In de randillustratie staan naast een stralende ster en de drie koningen op kame-len een moskee met een palmboom er naast.
De top van de symmetrisch uitgevoerde driekoningen-stok met stralende lampions en slinger bestaat uit een ‘kribbe-huisje’ (of is een wieg???) met daarbovenop een ster. Betekenis, functie en doel van beide figuren links en rechts van het huisje vormen voor mij een probleem. De maximumkaart geeft nog meer aanvullende details rondom het ‘kribbe-huisje’. Wie van de lezers kan nadere duiding aan al deze onderdelen geven?
Ook de drie kinderen van dit postzegel-voorontwerp zijn zingend afgebeeld.
Palmpasen
- De zondag voor de paasdagen staat bekend als Palmpasen. Daarmee wordt naar de intocht van Jezus in Jeruzalem verwezen als het volk hem met palmtakken opgeruimd en blij verwelkomen. In veel Nederlandse dorpen en plaatsen lopen kinderen zingend met versierd lange of takvormige Palmpasenstokken / -twijgen in optochten. De versiering bestaat uit haan-vormige broodjes (in de top), groene beukenboomtakken, sinaasappels, gekleurde paaseieren, vlaggetjes en/of slingers.
- Een jongen en een meisje lopen trots omhoog kijkend naar hun versierde palmpasenstok in optocht. Een vogel en bloemen verhogen de blijde feestvreugde.
- De kleurig schroefvormig omwikkelde stok wordt met een haan-vormig broodje, vlaggetjes en een beukenboomtakje bekroond.
- Palmpasen-lied: “Pallem pallem pasen eikoerei, eikoerei, er is nog ene zondag dan krijgen wij ‘n ei, dan krijgen wij ‘n ei!”
Een meisje met een palmpasentak is tussen een bloemen- en plantenpracht, enkele vlinders en een zwaluw op de maximumkaart afgebeeld. In de rand bevinden zich een palmpasentak en enkele beschilderde paaseieren.
Pinksteren
- Met Pinksteren lopen kinderen uit Twente met de gekroonde ‘pinksterbruid’ (met een mandje in de hand) van huis naar huis, waar ze een liedje zingen en er munten ontvangen. Het pinksterbruidje loopt onder een ereboog, die met gekleurde papieren bloemen en uitgeblazen eieren is versierd. ‘t Is een bijzonder feestelijke vertoning.
- Het Twentse bruidje wordt door twee meisjes begeleid. Opvallend zijn de bloemen en grassprietjes op de grond, waarin aan de onderkant zelfs nog kleine blaadjes zijn uitgespaard.
- Onder de gestileerde ereboog, versierd met grote en kleine bloemen, hangt een viertal gekleurde eieren.
- Pinksterlied: “Daar komen we met de pinksterbruid aan, maar eenmaal in het jaar en al wie ons niet geven wil, die kan ons laten staan!”
De meisjes links en rechts van de ‘pinksterbruid’ ‘etaleren’ haar door hun opstelling aan ons als kijker. Daarbij verheffen ze de rijk gedecoreerde ereboog hoog boven haar hoofd. De ‘fiere pinksterblom’ zelf stelt zich door bloemen omhoog te houden. Op de postzegelafbeelding daarentegen is de pinksterbruid functioneel actief bij de optocht betrokken. Pinksterbloem[en] zijn als decoratieve elementen in randen opgenomen.
Sint-Maarten
- Op 11 november worden in verscheidene plaatsen in ons land voor kinderen de sint-maarten-optochten georganiseerd. Ze lopen met lampion of met zelfgemaakte lantaarn (jaren geleden uitgeholde suikerbieten), waarin een brandende kaars of theelichtje van binnenuit het aan een stok hangende bolvormige voorwerp verlicht. De kinderen lopen van huis naar huis en zingen er het sint-maartenslied en hopen snoep of wat geld te ontvangen.
De heilige Maarten was gedurende de periode 371 t/m 396 bisschop van Tours. - Vijf kinderen lopen met gevarieerd gevormde lampionnen ‘s avonds in het donker onder een flonkerende sterrenlucht.
- Het licht uitstralende ‘lampion-gezicht’ met hengsel (met rondom [stralende] sterren) komt overeen met het op de voorgrond met klompen lopende meisje. De jongen loopt ook op klompen met kniekousen en sokken. Of de klompen door buitenlandse geadresseerde opgemerkt zullen worden, is twijfelachtig (de 30 cent postzegel is bestem voor internationaal postverkeer). De met een zelf gemaakte ‘lampion-molen’ lopende jongen draagt een schoudertas voor het opbergen van snoep en geld.
- Sint-maarten-lied: “Sinter Maarten bisschop roem van alle landen dat wy hier met lichtjes lopen is voor ons geen schande!”
De elkaar tegemoet lopende kinderen op klompen laten aan elkaar de lampions zien. Stralende sterren in combinatie met andere ‘sint-maarten-lopers’ op de achtergrond completeren het geheel tot een eenheid.
Het M-logo is dominerend aanwezig op de mouw van d jas van het meisje.
Pieter Bruegel de Oude, Public domain, via Wikimedia Commons
Op Breughels schilderij ‘Sint Maartenfeest’ (ca 1566) wordt de heilige ‘Maarten-te-paard’ afgebeeld. Hij geeft een door kou verkleumde bedelaar uit medelijden / medeleven de helft van zijn mantel. De naakte bedelaar bedankt hem geknield met opgeheven handen (zie tekening kaartrand).
Reacties (2) Schrijf een reactie
Mijnheer Batema,
U vraagt naar een suggestie voor de figuren op de staf van de 1961 Driekoningen zegel. Ik zou zo zeggen, gezien het verhaal, dat de kribbe wel juist is gezien. De figuur in het midden lijkt me een herhaling van het stermotief bovenin. Maar het zou een huisje kunnen zijn. Driekoningen is immers ook bekend van de jaarlijkse zegening van het huis 20*C+M+B*22
De figuurtjes bij de top lijken me twee duiven, symbolen van het Oude Verbond, die een nieuwe betekenis zullen krijgen. Zeer geliefd op postzegels trouwens!
Er valt daar nog wel meer over te vertellen…
Jos Louwe
Jos Louwe, de opmerking: “Er valt daar nog wel meer over te vertellen” klinkt aantrekkelijk en uitnodigend.
Graag zou ik die info (en wellicht ook anderen) onder ogen willen krijgen. Bij voorbaat dank.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)