Prins Eugen Francis von Savoyen-Carignano, was een op 18 oktober 1863 in Parijs geboren zoon van Olympia Mancini, een van de nichtjes van kardinaal Mazarin. Hij volgde een militaire carrière en werd generaal en veldmaarschalk in het leger van het Heilige Roomse Rijk. Hij is als zodanig afgebeeld op de postzegel. Het schilderij is in1718 vervaardigd door Jacob van Schuppen. Wenen was in die tijd de hoofdstad van het Oostenrijkse keizerrijk en de residentie van de Habsburgse dynastie. In november 1697 kocht prins Eugen een groot stuk grondgebied ten zuiden van de Rennweg, de hoofdweg naar Hongarije. Hij liet meteen prachtige tuinen met vele waterpartijen aanleggen. De prins liet architect Johann Lukas von Hildebrandt een zomerpaleis ontwerpen. Dit paleis kreeg later de naam Beneden-Belvedere. De bouw begon in 1712 en na vier jaar was het paleis gereed.

De bouw van het grotere Boven-Belvedere, aan de andere zijde van het tuinencomplex, begon in 1717 en ligt 23 meter hoger dan de Beneden-Belvedere. De bouw vorderde gestaag en al op 2 oktober 1719 konden de eerste gasten door prins Eugen worden ontvangen. Het gebouw werd in 1723 voltooid.

Van 4 tot 13 juni 1965 vond in Wenen de tweede ‘Wenen Internationale Postzegeltentoonstelling’ (WIPA) plaats. Tijdens deze anderhalve week was Wenen het middelpunt van de filatelistische wereld en gastheer van tal van speciale congressen tijdens de tentoonstelling. Bij deze gelegenheid werd een reeks postzegels uitgegeven, die een compleet panorama van Wenen toont vanuit vogelperspectief in acht afbeeldingen. Elk beeld toont, beginnend van het uitzicht aan het westen en voortdurende met de klok mee, een essentieel algemeen overzicht van Wenen met kenmerkende gebouwen. Elk postzegelbeeld is een klein maar typisch schilderij – een stadsbeeld in miniatuur. Op een van de postzegels is het Slot Belvedere te zien. Het uitzicht op het zuidoosten toont de bebouwing uit verschillende eeuwen, die zo kenmerkend is voor het Weense stadsbeeld. Het paleis, de Boven-Belvedere en de tuinen die na het Tweede Turkse beleg van Wenen zijn ontstaan, domineren het middelpunt van het beeld op de zegel. Daarachter is de 250 meter hoge Laaer Berg te zien en aan de linkerkant de botanische tuin en het machtige bakstenen gebouw van het Arsenaal. De slanke toren van de Evangelische kerk in het voorste midden van de afbeelding wordt aangevuld met de hoge barokke toren van de Sint Annakerk van het klooster van de Salesianerinnen en aan de linkerkant de toren van de Oostenrijkse Federale Uitgeverij.

In de tuinen van het Slot Belvedere zijn vele beeldhouwwerken te zien. Beroemd zijn de gevleugelde sfinxen aan de ingang van de tuinen naar Boven-Belvedere. Ze zijn drie meter lang en twee meter hoog. De postzegel met daarop afgebeeld een van de sfinxen werd door het Bureau van de Verenigde Naties in Wenen uitgegeven op 28 januari 2008 als vierde zegel van de serie over Oostenrijkse bezienswaardigheden.

Het Museum Belvedere, ondergebracht in de twee paleizen, bezit de grootste collectie olieverfschilderijen ter wereld van Gustav Klimt. Onder de vierentwintig schilderijen bevinden zich twee meesterwerken uit zijn Gouden Periode: De Kus en Judith I. De schilderijen zijn te zien in een zaal in het Boven-Belvedere. Details van beide schilderijen zijn afgebeeld op Oostenrijkse postzegels. Enkele schilderijen uit de Bloch-Bauer collectie zijn later teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar omdat ze in 1941 waren onteigend toen Oostenrijk zich bij nazi Duitsland had aangesloten.

De schilder Gustav Klimt werd geboren op 14 juli 1862 als zoon van een goudgraveur. Klimt was de belangrijkste vertegenwoordiger van de Weense Art Nouveau. Hij had een grote invloed niet alleen op de Weense School of Arts and Crafts, maar ook op de Wiener Werkstätte. Zijn kunst definieerde de Oostenrijkse schilderkunst rond de eeuwwisseling. Klimt was erelid van de Academie voor Schone Kunsten in Wenen en München.

Een van zijn beroemdste schilderijen is ‘De Kus’, die al in 1964 op een Oostenrijkse postzegel werd afgebeeld. In zijn serie ‘Judith en Holofernes’ verwijst Klimt naar een oude geschiedenis: de Joodse weduwe Judith redde haar geboortestad tijdens een belegering door de generaal Holofernes te verleiden met haar schoonheid. Nadat ze hem dronken had gemaakt, sloeg ze zijn hoofd eraf met zijn eigen zwaard. Het schilderij hangt in de Oostenrijkse Galerie in Slot Belvedere.

Op de postzegel is slechts een detail van het schilderij van Klimt afgebeeld. In werkelijkheid heeft het vierkante schilderij een grootte 180 cm bij 180 cm. Het werd vervaardigd rond 1907/1908 en werd heel veel afgebeeld op prentkaarten, zoals hierboven, en posters. Vooral in de ‘flowerpower’ periode tussen eind jaren ’60 en begin jaren ’70 werd veel gebruik gemaakt van de afbeelding omdat dit schilderij paste in die tijdgeest. Gustav Klimt overleed op 6 februari 1918 in Wenen en werd begraven op de begraafplaats van Hietzinger.

Slot Belvedere komt ook voor op een Russische postzegel uitgegeven op 13 april 2005. Hierop is het Boven-Belvedere te zien samen met een standbeeld van een Sovjet soldaat met de Russische vlag en het Russische wapenschild in goudkleur. De soldaat draagt een in 1945 modern halfautomatisch machinegeweer, een PPSh-41.

Met deze postzegeluitgifte werd de Russische overwinning op nazi Duitsland in Oostenrijk gevierd door de verovering van Wenen, toen zestig jaar geleden. Tijdens het offensief in 1945 om Wenen in te nemen, kwamen 17.000  Sovjet soldaten om. De op de postzegel afgebeelde soldaat staat op een zuil die deel uitmaakt van het herdenkingsmonument dat op 19 augustus 1945 in Wenen werd onthuld. Het monument kreeg de naam ‘Heldendenkmal der Roten Armee’ en bevindt zich aan de Schwarzenbergplatz. Voor het monument is een grote fontein aangelegd, de ‘Hochstrahlbrunnen’. Achter het monument ligt het paleis Schwarzenberg dat grenst aan de Beneden-Belvedere. Op 5 mei 1955 werd in Slot Belvedere het Oostenrijkse Staatsverdrag ondertekend waarmee een einde kwam aan tien jaar geallieerde bezetting en Oostenrijk weer een zelfstandige natie werd.

Prins Eugen von Savoyen is een beroemde persoon in de Oostenrijkse geschiedenis. Oorspronkelijk zou hij geestelijke worden. Toen hij in februari 1683 op 20-jarige leeftijd zijn soutane aflegde en koning Lodewijk de XIV van Frankrijk vroeg hem in diens leger op te nemen, werd zijn verzoek afgewezen. Prins Eugen werd vervolgens op het slagveld de grootste vijand van Lodewijk XIV. Want hij verliet Parijs om in het Oostenrijkse keizerlijke leger te gaan dienen. Daar speelde hij in 1683 een beslissende rol in de bevrijding van Wenen bij het beleg door het Turkse leger. Hij werd een van de belangrijkste beschermheren van het Westen tegen de Ottomanen en de hoeder van het Europese evenwicht tegen de Fransen. In 1697 versloeg hij het Turkse leger bij de oversteek over de Tisza bij Zenta. Na de vrede die in 1699 werd gesloten, werd het grondgebied van Oostenrijk met een derde vergroot en het rijk bevestigde hiermee de nieuwe wereldpositie.

Na de oorlog tegen de Fransen, waarin de generaal op het slagveld grote successen boekte aan de kant van Oostenrijk, was hij direct betrokken bij de onderhandelingen over de Vrede van Radstatt, die een einde maakte aan dit conflict. In 1703 werd hij benoemd tot voorzitter van de ‘Hofkriegsrat’. In de laatste jaren van zijn leven moest prins Eugen zichzelf als generaal bewijzen door oorlog te voeren in het Rijn- en Moezelgebied tegen de Fransen en Spanjaarden. Prins Eugen werd in 1716 zelfs benoemd tot gouverneur-generaal der Nederlanden, maar kon deze benoeming zelf niet uitvoeren vanwege de voortdurende oorlogsdreiging door het Ottomaanse leger. Zijn functie werd waargenomen door Hercule Louis Turinetti die vanwege corruptie in 1724 werd ontslagen. Prins Eugen overleed op 24 april 1736 na een kort ziekbed. Een ruiterstandbeeld van Prins Eugen von Savoyen staat op de ‘Heldenplatz’ in Wenen voor het ‘Haus der Geschichte Österreich’ en is afgebeeld op de Duitse postzegel uit 1941. Het ruiterstandbeeld werd op 18 oktober 1865 onthuld. Het beeld werd vervaardigd door Weense beeldhouwer Anton Dominik Ritter von Fernkorn.

Na zijn overlijden bleek dat prins Eugen geen testament had achtergelaten. Daarop werd zijn nicht Victoria als erfgenaam aangewezen. Ze was de dochter van de oudste broer van prins Eugen, Thomas, het enige overgebleven lid van het huis van Savoye-Soissons. Prinses Victoria nam haar intrek in het paleis maar maakte meteen duidelijk dat ze niet geïnteresseerd was in Slot Belvedere en het zo snel mogelijk wilde laten veilen. Maria Theresa, dochter van Karel V, kon het paleizencomplex acht jaar later kopen. In 1776 besloten Maria Theresa en haar zoon keizer Josef II om de fotocollectie, de Keizerlijke Fotogalerij en andere kunstobjecten, over de brengen van paleis Hofburg naar de Boven-Belvedere. Doel was de Keizerlijke Fotogalerij toegankelijk te maken voor het grote publiek. De Galerij werd vijf jaar later geopend en was daarmee het eerste openbare museum ter wereld.

De historische tentoonstelling van 1986, opgedragen aan prins Eugen, vond plaats in het jachtslot ‘Schlosshof’ en kasteel ‘Niederweiden’. Hij had het jachtslot en kasteel in 1726 gekocht. De tentoonstelling maakte deel uit van de vieringen ter gelegenheid van de 250ste herdenking van de dood van deze grote staatsman en generaal van de Oostenrijkse monarchie.

Het postzegelmotief toont een fragment uit een schilderij van Bernardo Bellotto, ofwel Canaletto II, een kunstschilder die op 20 mei 1720 in Venetië werd geboren en op 17 oktober 1780 in Warschau overleed. Hij maakte vooral schilderijen van landschappen en stadsgezichten. Niet te verwarren met zijn oom, Giovanni Antonio Canal, die veel beroemder is geworden onder de naam Canaletto met zijn schilderijen die Venetië als onderwerp hebben. Heeft u Slot Belvedere in Wenen wel eens bezocht?

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • Duitsland • Oostenrijk • Rusland • Verenigde Naties • Musea • Schilderkunst

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(3 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)

Laden...