Op 23 juli 2018 gaf PostNL een velletje postzegels uit onder de titel:
“Spraakmakend geld – de Nederlandse gulden”. Eén van deze zegels betreft een Leidse gulden gemaakt van papier in 1574. Waarschijnlijk was dit de eerste papieren munt van Nederland. Waarom heeft men in Leiden toen een papieren munt van een gulden uitgegeven, en hoe werd deze gemaakt?
Gerelateerde artikelen
De papieren munt van een gulden
Op de postzegel zien we de voor- en achterzijde van een papieren noodgulden, met de bijgevoegde tekst: Papieren noodmunt van Leiden uit 1574. Op de tap van de zegel staat: Tijdens de Tachtigjarige Oorlog werd Leiden door de Spanjaarden belegerd. In de afgegrendelde stad raakte het zilver op, daarom werden munten van papier gemaakt.
Een stukje geschiedenis
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog koos Leiden in 1572 voor Prins Willem van Oranje. Dit accepteerden de Spanjaarden niet en daarom belegerde Alva eind oktober 1573 Leiden om door uithongering de stad te dwingen tot overgave. Leiden wist dat de Spanjaarden zouden komen en had soldaten ingehuurd om hen te verdedigen. Door de belegering lag de lakenindustrie (wol) echter stil, en door gebrek aan inkomsten hierdoor had het stadsbestuur geen geld meer om de soldaten te betalen. Dat vond Leiden een te groot risico voor muiterij onder de soldaten, en daarom werd er op 10 december 1573 besloten om noodmunten van papier te maken, omdat het zilver ook zeer schaars was.
Het is zeer waarschijnlijk dat dit idee afkomstig was van de stadssecretaris Jan van Hout, want voor elk probleem verzon hij altijd wel een (praktische) oplossing.
Naar alle waarschijnlijkheid heeft goudsmid Cornelis van Aken de stempels voor deze munten gesneden. De papieren munten zijn gemaakt uit lagen geschept papier, dat vóór het persen nat werd gemaakt, waardoor (keihard) karton ontstond. Er werden 2 munten in omloop gebracht; een gulden en een kwartje (toen meestal 5 stuivers genoemd).
Er zaten 2 risico’s aan het “papieren geld”. De munten hadden geen intrinsieke waarde en daardoor was het vertrouwen in deze munten zeer laag. De Leidenaars werden echter “gedwongen” om het aan te nemen. Als men weigerde kreeg men een boete van 10 gulden. Het tweede risico was dat het geld gemakkelijk te vervalsen was. Er zijn ook vervalsingen aangetroffen.
Op de voorzijde van de gulden stond een leeuw met een lans tussen zijn poten. Bovenop de lans stond een hoed, een bekend vrijheidssymbool uit die tijd. In het omschrift stond te lezen: Haec Libertatis Ergo, wat betekent: “Dit omwille van de vrijheid”. Op de achterzijde van de munt stond het Leidse stadswapen met de (bekende) 2 sleutels en het omschrift “God(t) behoede Leiden”.
U ziet hier een replica van zo’n munt. Als bijzonderheid valt nog te melden dat er in het omschrift zowel GODT als GOD voorkwam.
Vanuit de kerk kwam er overigens felle kritiek op “Haec Libertatis Ergo”. De (calvinistische) kerk vond dat er had moeten opstaan: “Haec Religionis ergo” (Dit omwille van de godsdienst). Vanaf de kansel in de kerk werd het stadsbestuur hierover berispt. Met name de kritiek van dominee Taling was fel . In een anekdote las ik dat toen stadssecretaris Jan van Hout en burgemeester Van der Werff samen in de kerk zaten, Jan van Hout de kritiek helemaal zat was. Hij trok een pistool uit zijn zak en zei tegen de burgemeester: ”Zal ik hem (dominee Taling) van de kansel afknallen?” Maar burgemeester Van der Werff suste hem, en wees hem erop dat dit een grote rel zou kunnen veroorzaken. Je zou kunnen zeggen dat burgemeester Van der Werff door zijn woorden een knoop lag in de loop van het pistool van Jan van Hout.
Op 27 maart 1574 werden de papieren munten ingetrokken. Volgens schattingen is er voor ruim 14.000 gulden aan papiergeld in omloop geweest. De stempels van de munten zijn te zien in Stedelijk Museum de Lakenhal in Leiden.
Later zijn er met deze stempels ook (in beperkte mate) zilveren munten van een gulden geslagen. Het gebruikte zilver was afkomstig uit voorwerpen die bij de katholieke eredienst gebruikt waren, zoals zilveren bekers, die gebruikt werden voor het Heilig Avondmaal.
Helaas heb ik geen afbeelding van het papieren kwartje, waarvan er naast zilveren ook gouden munten geslagen zijn met de stempels van het papieren kwartje. Op internet zijn deze wel te zien.
Epiloog
Uiteindelijk is het een heel belangrijke keuze geweest voor de verdere geschiedenis van Leiden, dat zij de kant van Willem van Oranje kozen, en zich niet overgaven (ondanks de hongersnood) aan de Spanjaarden. Op 3 oktober 1574 werd Leiden bevrijd door de Watergeuzen. Zij brachten haring en wittebrood mee voor de hongerige Leidenaars. In het (verlaten) Spaanse kamp werd nog een pot met hutspot gevonden. En daarom vieren de Leidenaren 3 oktober elk jaar met haring, wittebrood, hutspot (en heel veel bier).
Willem van Oranje schonk Leiden als beloning dat ze stand hadden gehouden een Universiteit. Na de bevrijding kwamen onderdrukte protestanten uit België, Frankrijk, Engeland en Duitsland naar (het vrije) Leiden. Met name de Vlaamse en Waalse vluchtelingen hadden kennis en kunde van de Lakenindustrie, en Leiden ging hierdoor “de Gouden Eeuw” tegemoet.
Als Leiden zich wel had overgegeven aan de Spanjaarden, dan hadden ze geen Universiteit en geen bloeiende Lakenindustrie gehad. Persoonlijk denk ik dat Leiden dan een “middelmatig” stadje zou zijn gebleven, zonder de (internationale) allure van nu. We mogen de dappere Leidenaars uit 1573 en 1574 dus dankbaar zijn en hen ieder jaar op 3 oktober blijven herdenken.
Bronnen: Hart voor Leiden; K. Bostoen
Jaarboekje 1974 Oud Leiden; artikel E.J.A. van Beek
Afbeeldingen: W. Hogendoorn
Reacties (6) Schrijf een reactie
.
Mooi opzoekwerk Willem! Zeer interessant verhaal voor onze nationale geschiedenis. Dank.
Willem,
Mooi verhaal met leuke verbanden tussen de onderwerpen.
Wat een leuk en interessant verhaal Willem…
Leuk, ik ben in Leiden geboren 4 Juli 1974, 400 jaar na 1574 en je ziet het al… 4 Juli – 9 maanden = 3 Oktober !
Binnenkort weer 3 Oktober feest met hutspot & klapstuk, kermis en vuurwerk :-)
Leuk Dennis. Ook haring en wittebrood?
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)