Geen blokje maar wel drie postzegelboekjes waren opgenomen in het uitgifteprogramma van 1999. En weer drie uitgiftedata met in totaal 20 postzegels. Opvallend was de aankondiging dat een serie van zes postzegels zou worden uitgegeven met afbeeldingen van zes eilanden van de Faroer, gefotografeerd vanuit een vliegtuig. Was het de bedoeling dat aan de overige 12 bewoonde eilanden ook een postzegel zou worden gewijd?
Gerelateerde artikelen
De eerste serie, bestaande uit vier postzegels, werd uitgegeven op 22 februari 1999. Op de zegels waren schepen afgebeeld behorende tot de Smyril Line, daarvoor de Strandfaraskip Landsins geheten. Het is een veerdienst die geëxploiteerd wordt door de overheid van de Faroer eilanden. De eerste veerboot had de naam Smiril en werd gebouwd in Malmö, Zweden, en op 15 oktober 1895 te water gelaten. Op 17 december 1895 deed de veerboot voor het eerst dienst vanaf Tvøroyri op het eiland Suduroy. Het schip werd in 1932 uit de vaart genomen.
De tweede veerboot met de naam Smiril werd gebouwd in 1931 te Frederikshavn in Denemarken. Het schip kwam in de vaart op 26 februari 1932. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de veerboot op de route tussen Tvøroyi en Torshavn tot twee maal toe gebombardeerd door Duitse vliegtuigen. Eerst op 14 juli 1941 toen ze vijf treffers kreeg en twee weken uit de vaart werd genomen voor reparaties. Daarna op 2 december 1941 door twee bommen. Het schip werd herdoopt in Gamli Smiril in 1967 en in 1970 gesloopt in Antwerpen.
Het derde schip, nu met de naam Smyril wegens een hervorming van de spelling, werd in 1967 in Tórshavn gebouwd. Het motorschip was sneller dan haar voorgangers en de reis van Tórshavn naar Suderoy duurde nu drie uur in plaats van vier. Verder werd de infrastructuur op de eilanden sterk verbeterd door de aanleg van betere wegen, dammen, bruggen en tunnels, zodat meer autoverkeer mogelijk was. Daarom was het nodig te beschikken over een veerboot die meer auto’s kon vervoeren tussen Tórshavn, Suduroy en Klaksvík.
Het vierde schip was tweedehands. De maatschappij kocht de toen zes jaar oude veerboot van de Danish Molslinjen in 1975 en nam deze in de vaart. De veerboot was in 1969 gebouwd en voer onder de naam Morten Mols. Het schip werd herdoopt met de naam Smyril.
Weer twee standvogels op postzegels van de Faroer eilanden. De eerste zegel met een afbeelding van een koppel huismussen. De huismus wordt ook wel een cultuurvogel genoemd, omdat zij zich vooral in leefgebieden bevinden waar mensen wonen. Op de tweede zegel het winterkoninkje. Komt voor op de boomloze eilanden en andere open gebieden.
De zegels werden naast de velletjes van 20 stuks ook verkrijgbaar gesteld in een postzegelboekje. Daarin twee maal vijf zegels. Het ontwerp van de postzegels en het omslag van het boekje was van Astrid Andreasen. De uitgiftedatum was 22 februari 1999.
Voor de Europazegels 1999 was het thema: natuurreservaten en parken. De Faroer eilanden kennen verschillende beschermde natuurgebieden. Maar hoe die af te beelden? Besloten werd om twee verschillende watervallen af te beelden. De eerste is te vinden twee kilometer ten noorden van het oude stadsdeel van Tórshavn, in het Hoydalsá, met de naam Svartifossur. In de zomer stelt het niets voor en is de zwarte rots, vandaar de naam, zichtbaar. Maar geeft in de winter, na een behoorlijke regenbui, een imposante aanblik. Op de tweede zegel een waterval op het eiland Suduroy met de naam Foldarafossur. De waterval maakt deel uit van de rivier Hovsá en ligt vlak bij het dorpje Hov. De uitgiftedatum was 25 mei 1999.
Ook op 25 mei 1999 verschenen zes postzegels met afbeeldingen van eilanden behorende tot de Faroer archipel. Het zijn opnamen vanuit een vliegtuig van de meest noordelijke eilanden. De eilanden vormen een aparte groep binnen de archipel en worden de Noordelijke Eilanden (Norduroyggjar) genoemd. Het eerste eiland is Kalsoy. De grootte is 31 km2 en er wonen ongeveer 150 mensen.
Het tweede eiland heeft de naam Vidoy. Het is het meest noordelijke eiland met een oppervlakte van 41 km2 en ongeveer 600 inwoners. De naam betekent houtland, omdat hier veel drijfhout aanspoelt vanuit Siberië en Noord-Amerika. Het eiland is verbonden met een dam met het eiland Bordoy.
Het eiland Svínoy bestaat in feite uit twee aan elkaar vastzittende schiereilandjes. Hier ziet men zeer steile kusten. Op het eiland bevindt zich slechts één dorp met dezelfde naam waar de bijna 40 mensen wonen die het eiland bevolken.
Fugloy is het meest oostelijke eiland van de archipel. De naam betekent vogeleiland door de grote kolonies vogels die op de klippen hun nesten hebben. De oppervlakte van het eiland is slechts 11 km2 en er wonen iets meer dan 40 mensen. Zij wonen verdeeld over twee dorpen, Kirkja en Hattarvík. Het laatste dorp werd gesticht rond het jaar 900.
Het eiland Kunoy ligt tussen Kalsoy en Bordoy en heeft ongeveer 140 inwoners. Het eiland is met een dam verbonden met Bordoy. De oppervlakte van het eiland is 35½ km2. In het dorp met dezelfde naam wonen ongeveer 70 mensen. Sinds 1988 is Kunoy met Haraldssund verbonden via een tunnel, het andere dorp op het eiland. Eens bestond nog een derde dorp dat in 1914 is verlaten, omdat vanwege een ongeluk met een vissersboot op kerstavond in 1913 alle mannen, op een jongen van 13 en een man van 70 jaar na, van het dorp waren verdronken. De vrouwen en kinderen verhuisden toen naar Haraldssund.
Als laatste het al eerder genoemde eiland Bordoy. Dit is het grootste eiland met een oppervlakte van 95 km2. Op het eiland liggen acht woonkernen met als grootste stad Klaksvík met bijna 4.700 inwoners en op Tórshavn na de grootste stad van de archipel.
Op 27 september 1999 verscheen een serie van vier postzegels met afbeeldingen van schilderijen vervaardigd door Ingálvur av Reyni. De kunstschilder werd op 18 december 1920 in Tórshavn geboren. Hij werd beïnvloed door het werk van Paul Cézanne en Henri Matisse.
De schilderijen stellen voor: Bygd (betekent dorp of gehucht), het dorp Húsavík op het eiland Sandoy met nog geen 100 inwoners, Reytt regn (rode regen) en Genta (meisje). Andere werken van hem zijn afgebeeld op postzegels in de jaren 1981, 1982 en 1986.
De laatste twee postzegels van 1999 verschenen ook op 27 september. Ontwerper was de op 7 juni 1959 in Tvøroyri geboren Anker Eli Petersen. Hij maakte twee kerstzegels. Hij ontwierp meer postzegels met motieven uit de Noorse mythologie en christelijke motieven.
De postdienst van de Faroer eilanden, Postverk Førya, besloot voor elke postzegel een apart boekje samen te stellen. In ieder boekje zes postzegels. In het eerste boekje met zes postzegels van 4½ kronen zijn Adam en Eva afgebeeld. Daarbij een tekst uit Johannes 1:1-5 ‘In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.’ De afbeelding van de aankondiging op de tweede postzegel was ontleend aan de tekst van Lukas 1:26-28. ‘In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. En toen de engel bij haar binnengekomen was, zei hij: Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen.’ Of de meest Evangelisch Lutherse bewoners van de Faroer eilanden veel boekjes hebben gekocht is mij niet bekend, waarschijnlijk zijn de meeste postzegelboekjes in handen van verzamelaars gekomen.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)