Vorige week ben ik op een vreemde, chaotische, voor mij nu onnavolgbare en onlogische wijze met de informatie omgesprongen, die terecht nogal wat afkeurend commentaar heeft opgeleverd.
De Stijl-postzegels hebben bij mij een aantal vragen opgeroepen, die ik Het Nieuwe Instituut in Rotterdam, het Haagse Gemeentemuseum en PostNL heb voorgelegd. Van het Instituut en het postbedrijf heb ik informatieve antwoorden ontvangen, die ik hieronder herhaal.
Gerelateerde artikelen
Uit de ingewonnen specifieke informatie is voor mij een algemeen nieuwtje op financieel gebied bij de uitgifte van postzegels opgevallen.
De gestelde vragen zijn vet gedrukt, de antwoorden daarop cursief.
A) Reactie van Behrang Mousavi, Manager Erfgoed van Het Nieuwe Instituut
1) Het valt me op dat Theo van Doesburg zes keer aandacht krijgt in deze emissie. Van Eesteren wordt drie keer opgevoerd, terwijl Mondriaan maar twee keer in herinnering wordt gebracht. Is er een reden voor dat Van Doesburg extra aandacht krijgt en Mondriaan feitelijk wordt ondergewaardeerd? Van der Leck bijvoorbeeld wordt helemaal vergeten.
- Het centrale thema in deze reeks was 100 jaar de Stijl. Het Nieuwe Instituut beheert één van de grootste architectuurcollecties ter wereld. Hierbinnen is de Stijl het best vertegenwoordigd met de archieven van Th. Van Doesburg en Th. Van Eesteren.
- Als oprichter van de Stijl wilden we daarom vooral aandacht geven aan het werk van Th. Van Doesburg. De collectie van Het Nieuwe Instituut is zeer uitgebreid, maar kent ook grenzen. Het is en blijft een architectuurcollectie en -archief. De archieven van beeldende kunstenaars ontbreken daarom hierin.
- Om ook de beeldende kunst hierin een plek te geven in het realiseren van de postzegelserie is een samenwerkingsverband aangegaan met het Haagse Gemeentemuseum. Zij hebben de Mondriaan geselecteerd.
- U neemt specifiek als voorbeeld ook het werk van B. van der Leck dat in de serie ontbreekt. Uit het Th. Van Doesburg archief zijn enkele iconische beelden geselecteerd, die op postzegelformaat afgedrukt nog steeds hun uitstraling zouden behouden.
- In de voorselectie was door ons een tegeltableau van B. van der Leck meegenomen. Echter deze afbeelding zou verkleind tot postzegelformaat al zijn kracht verliezen. In overleg met de vormgevers hebben we veelvuldig overleg gevoerd en hun opvattingen vanuit esthetiek en vormgeving hebben ook een rol gespeeld in de definitieve keuze.
2) Contra-constructie van Van Doesburg komt qua onderwerp/ontwerp overeen met Architectuuranalyse Maison Particuliere. Wat is hiervan de achterliggende gedachte deze beide afbeeldingen op het postzegelvel te plaatsen?
- De tekening van Contra-constructie en het Maison Particuliere nemen binnen het archief van Th. Van Doesburg een prominente plek in. Het zijn de meest uitgewerkte, waarbij ook het kleurgebruik de essentie van de Stijl representeert. Misschien ook wel omdat het ideeënstudies zijn en geen uitgevoerde ontwerpen. De tekeningen van de uitgevoerde ontwerpen zijn dan ook veel soberder.
3) Abstracte afbeeldingen domineren over realistische afbeeldingen. Welke filosofische gedachte schuilt er achter abstracte ontwerpen de voorkeur te geven?
- Deels is de vraag hierboven al beantwoord. Vrijwel geen van de Stijl-ontwerpen van Th.van Doesburg en Van Eesteren zijn gerealiseerd. Van Doesburg bouwde zijn eigen woning, maar de tekeningen hiervan vielen om vormgevingstechnische redenen af. Dat gold ook voor bijvoorbeeld de ontwerpen van C. van Eesteren voor de woning in Kinderdijk. Uiteindelijk speelde de vraag van wel of niet gerealiseerd in de definitieve selectie geen rol. Het beeld bepaalde de keuze.
Het glas-in-lood-raam ‘De grote pastorale’ (1923) van Theo van Doesburg aan de zijgevel van de landbouwschool in Drachten bestaat uit acht glazen met twee keer de rooier, de spitter, de maaier & de zaaier. Een van deze gestileerd kubistische raamafbeeldingen van werkers op het land had de abstracte afbeeldingen van het postzegelvelletje aansprekend kunnen compenseren.
4) Resumerend
- Het merendeel van de selectie van beelden voor dit postzegelvel werd geselecteerd uit de collectie van Het Nieuwe Instituut, Rijksarchief voor Architectuur en Stedenbouw. Dit is geen kunstcollectie en daarmee beantwoord ik in belangrijke mate uw vraag. Omdat het Gemeentemuseum in Den Haag op verzoek van Het Nieuwe Instituut enkele beelden heeft aangeleverd, is de selectie daarmee uitgebreid. In dit archief van Het Nieuwe Instituut bevindt zich een omvangrijke selectie van Th van Doesburg en ook van J.J.P. Oud, J.Wils, en C. van Eesteren. Géén Mondriaan of Van Leck. Dit staat los van de rol die Mondriaan en Van der Leck in de Stijl-beweging hebben gespeeld.
B) Reactie van Ferdi Sieben, Product Manager Postzegels van PostNL
Dezelfde vraag is aan Ferdi Sieben, voorgelegd:
- Het klopt dat het zegelvel niet alle sleutelfiguren of werken van de Stijl toont. Een van de redenen is dat de opdracht was om te werken met (aangeleverd) beeldmateriaal uit de collectie van het Gemeente Museum Den Haag en het Nieuwe Instituut te Rotterdam. Deze twee partijen zijn mede-initiatiefnemers van dit postzegelvel. Aanvankelijk waren er tien beelden aangeleverd. De ontwerpers hebben nog enkele alternatieven gezocht en gevonden binnen de collectie van Het Nieuwe Instituut.
- De Stijl was een stroming die zich bezig hield met verbeelding (abstracte beeldtaal) in plaats van afbeelding (realistische weergave). Dat heeft zijn weerslag gevonden in de keuze van de beelden.
- Daarbij komt dat aanvankelijk bij een van de onderwerpen een andere kunstenaar genoemd werd. Na een controleronde bleek toch dat ook dat betreffende kunstwerk van Theo van Doesburg was. Om de productie niet in gevaar te brengen, heeft PostNL besloten deze relatieve oververtegenwoordiging van Van Doesburg te accepteren.
Doordat een externe partner het postzegelontwerp heeft bepaald, komt bij deze Stijl-emissie de in 1983 uitgegeven kleurige Stijl-beweging-postzegel (nvph 1288) weer aan de orde. Een buitenstaander heeft uiteraard geen zicht op postzegelbeelden, die eerder zijn opgevoerd.
Besluitvorming
Als postzegel-aanvragende partij heeft Het Nieuwe Instituut grote invloed gehad op de tot stand komen van de deze Stijl-postzegelemissie. Het Instituut heeft daarbij niet alleen heel veel aandacht aan haar gespecialiseerde architectuurarchieven van Van Doesburg geschonken (er zijn zelfs twee verwante ontwerpen van deze kunstenaar in de emissie opgenomen), maar heeft ook het Gemeentemuseum ingeschakeld beeldende kunst te leveren. Op deze manier is de architectuurstroming naast die van de schilderkunst in de emissie aanwezig, echter onderbelicht: Mondriaan is maar tweemaal present en Bart van der Leck in het geheel niet. Het ontwerperbureau PutGootink uit Amsterdam heeft de opdracht toch nog enigszins kunnen bijstellen.
PostNL is zich bewust geweest van de weinig uitgebalanceerde keuze van de postzegelafbeeldingen, maar heeft haar goedkeuring toch aan het postzegelvel gegeven om de voortgang van het productieproces niet te vertragen.
Het tekstgedeelte uit het NRC-artikel Het werk van Julius Vermeulen veranderde (Arjen Ribbens) van 25 januari 2017: “Het werk van Julius Vermeulen veranderde toen bedrijven en instellingen minder vaak bij PostNL aanklopten met onderwerpen voor postzegels” heeft voor mij door de Stijlpostzegels pas inhoudelijk betekenis gekregen.
De postzegel-aanvragende partij Het Nieuwe Instituut behoort tot de groep ‘bedrijven & instellingen’, evenals de Stichting Kinderpostzegel Nederland (SKN). Het is algemeen bekend dat SKN als postzegel-aanvragende partij steeds de ontwerp- en aanmaakkosten van ‘haar’ kinderzegels moet betalen. Met andere woorden Het Nieuwe Instituut als initiatiefnemer van de Stijl-emissie zal dus ook voor de kosten van ‘haar’ postzegelvel opdraaien.
De uitgifte van een emissie is voor PostNL een weinig risicovolle actie. De opdrachtgever als initiatiefnemer van een serie postzegels betaalt immers wel. Met andere woorden niet alleen ná, maar ook vóór de uitgifte van een postzegelemissie speelt geld voor PostNL een aantrekkelijk winstgevende rol. Vanaf begin zeventiger jaren van de vorige eeuw krijgt de rolverdeling ‘postbedrijf – postzegel-aanvragende instelling/bedrijf’ steeds meer invloed op het postzegelemissiebeleid van ons land.
Inspiratie voor velen
(Bron: de Leeuwarder Courant, 7 april 2017)
Het Stijl-jaar inspireert velen met vlakken, lijnen en kleuren originele variant op de Stijl-kunst te maken, zoals beeldend kunstenaar Gerrit Terpstra de beginselen van Mondriaan in dit landart-project ‘Linen yn lân’ (lijnen in land) in Indijk nabij het Friese Woudsend heeft gerealiseerd. De ruitvormige lappendeken (36 x 36 meter) in het grasland verwijst naar het New Yorkse kunstwerk ‘Victory Boogie Woogie’ van Mondriaan. Water in de smalle slootjes vormen de lijnen, vlakken zijn met verschillende soorten graszaad ingezaaid en her en der liggen rode, gele of blauwe plankjes over de slootjes. Via een metershoge periscoop van staalkunstenaar Frans van der Werf krijg je een prachtig zicht op dit kunstwerk.
Reacties (2) Schrijf een reactie
Als iets goed is dan is het goed, en dat mag (moet) ook gezegd worden. Dit artikel is in mijn ogen uitstekend: feitelijk, informatief, en tot nadenken aanzettend. Petje af, en uiteraard 5 sterren!
Er valt me overigens een schijnbare tegenstelling op die het misschien toch niet is: ‘steeds _minder_ aanvragen van bedrijven’ versus ‘steeds _meer_ invloed van bedrijven op emissies’. Betekent dit dat PostNL zich steeds meer zelf actief richt (moet richten) op het binnenhalen van bedrijven, en deze bedrijven ook meer zeggenschap en vrijheid geeft (moet geven) dan voorheen?
Hallo Bate
De feitelijke weergave klopt, maar je conclusies zijn onnauwkeurig.
PostNL betaalt van de Kinderpostzegels, net als bij andere uitgiften, de ontwerpkosten. Ook Het Nieuwe Instituut heeft niet bijgedragen aan de ontwerpkosten van de serie over De Stijl.
PostNL zoekt wel contacten met externe partijen, primair vanwege hun deskundigheid en ook om waar mogelijk, de kosten van het beeldgebruik te reduceren, overigens altijd met respect voor de visie van de ontwerper op het thema.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)