De 70e editie van de Speciale NVPH-catalogus 2011, die sinds 8 september in de winkel ligt, zal voor veel verzamelaars een ijskoude douche zijn. Praktisch alle zegels die tussen 1946 en begin jaren ’90 van de vorige eeuw zijn uitgegeven hebben een enorme prijsduikeling gemaakt, voor een groot deel van 20 tot 30 procent per emissie/serie, in enkele gevallen zelfs meer dan 40 procent.
Gerelateerde artikelen
Het is voor de tweede keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat de NVPH-cataloguscommissie zo drastisch heeft ingegrepen. De eerste keer was begin jaren ’90. Door speculanten, wild geworden door onder andere de koeienzegel van 25 cent uit 1974 (een doorloper, met links op de zegel drie koeienkonten en rechts drie koppen, zodat een paartje – in het midden – drie hele koeien vormde, en die binnen de kortste keren naar een notering van f 32,50 steeg; nu € 2,00), door lieden die dachten heel snel ’rijk’ te worden en hele partijen insloegen, waardoor over de gehele linie de prijzen fors opliepen.
Het was soms zo gek dat op de dag van uitgifte de zegels al om elf uur ’s ochtends waren uitverkocht. Zo moest de zegel die in 1978 ter gelegenheid van 150 jaar Koninklijke Militaire Academie (epauletten, ook een doorloper) om alle verzamelaars tevreden te stellen door PTT worden bijgedrukt. Kort daarop werden de oplagen van alle emissies dan ook verhoogd van circa 8 miljoen naar 15 à 16 miljoen.
Na de prijsval van medio jaren ’80 kwam de verzamelaarsmarkt weer in rustiger vaarwater; de oplagen werden zelfs weer gehalveerd. En nu heeft de Cataloguscommissie, door de marktwerking, en onder druk van ondermeer de (economische) ontwikkeling van de laatste jaren (voor velen is het verzamelen bij voorbeeld toch iets te prijzig geworden) dus opnieuw ingegrepen, met als gevolg dat het gros van de noteringen fors is gedaald.
Voorbeelden: Kind 1947 van 6,50 naar 4,50, Zomer 1950 van 70,00 naar 60,00, Kind 1953 van 26,00 naar 21,00, de eerste Europazegels van 1956 van 65,00 naar 45,00, Zomer 1959 van 21,00 naar 15,00, eerste velletje Kind, 1965, van 35,00 naar 27,50, Zomer 1968 van 4,00 naar 3,00, Hartstichting 1970 van 2,70 naar 2,10 (de laatste en de volgende prijzen waren medio ’80 als aangepast), Zomer 1982 van 4,00 naar 2,40, Cobra 1980 van 3,30 naar 2,10 en Zomer 1989 van 4,20 naar 3,00.
Pas begin jaren ’90 trad de stabilisatie in, met uitzondering van hier en daar nog een hele lichte daling. Sinds het Millennium hebben er zich geen prijsschommelingen meer voorgedaan, de velletjes van 10 bleven op pijl als ook de velletjes Mooi Nederland met vijf zegels, zelfs het eerste velletje Nijmegen (€ 17,50) en het tweede Nederland (€ 25,00).
De mapjes, begonnen op 14 januari 1982 met de 65 ct-zegel 350 jaar Universiteit Amsterdam (mapje 1) tot nummer 413 (vuurtoren Breskens) hebben geen of nauwelijks wijzigingen ondergaan; dat geldt ook voor de fdc’s.
Tot slot: in de catalogus vele tekstaanpassingen, een eenmalig hoofdstuk kortebalk- en langebalkstempels met arcering (van de hand van Cees Janssen), een eenmalig hoofdstuk Pakketzegels Nederland, opname van door de Japanse bezetter uitgegeven zegels Nederlands-Indië 1943-1944 en een plaatsnamenlijst van nummerstempels.
Gerelateerde artikelen
Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Nederland
Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?
Kijk dan bij Collect Club.
(7 stemmen, gemiddeld: 4,86 uit 5)
Laden...
