In het Dordrechts Museum is nu LIBERTÉ! Ary Scheffer & de Franse Romantiek te zien tot en met 23 maart 2025. Deze expo neemt je mee terug naar het roerige Parijs in de eerste helft van de negentiende eeuw, een tijd vol politieke onrust en culturele bloei. Kunstenaars als Eugène Delacroix, Théodore Géricault en Dominique Ingres zetten hun penselen in als wapens of klommen op de barricades. Zo ook de uit Dordrecht afkomstige Ary Scheffer (1795-1858), die al snel een van de beroemdste schilders van de Franse hoofdstad werd. Haast u want deze kunstwerken ziet u nooit meer in deze samenhang.
Gerelateerde artikelen
LIBERTÉ! Ary Scheffer en de Franse Romantiek
In het Dordrechts Museum is nu LIBERTÉ! Ary Scheffer & de Franse Romantiek te zien tot en met 23 maart 2025. Deze expo neemt je mee terug naar het roerige Parijs in de eerste helft van de negentiende eeuw, een tijd vol politieke onrust en culturele bloei. Kunstenaars als Eugène Delacroix, Théodore Géricault en Dominique Ingres zetten hun penselen in als wapens of klommen op de barricades. Zo ook de uit Dordrecht afkomstige Ary Scheffer (1795-1858), die al snel een van de beroemdste schilders van de Franse hoofdstad werd.
Met Delacroix en Géricault aan zijn zijde streed Scheffer voor vrijheid en gelijkheid; de idealen van de Franse Revolutie van 1789. Het was de tijd van het collectief versus het individu. Van individuele vrijheid en expressie. Op allerlei vlakken leeft dit romantische gedachtegoed nu nog voort. Thema’s die ook nu weer actueel zijn, zoals de macht van de burger, de kracht van actievoeren en de hang naar nationale autonomie vonden tijdens de Franse Romantiek voor het eerst weerklank in metersgrote schilderijen. Daarnaast waren voor romantici ook literatuur, muziek, religie en de natuur belangrijke bronnen van inspiratie. Dat vertaalt zich in schilderijen met prachtige verbeeldingen van literaire verhalen, landschappen en bijzondere religieuze stukken.
Behalve een indrukwekkend aantal schilderijen van Scheffer (het Dordrechts Museum beschikt over het grootste aantal wereldwijd) zijn er tijdens LIBERTÉ! ook bekende kunstwerken uit het Kasteel van Versailles en het Louvre voor de eerste keer in Nederland te zien. Ook Géricaults olieverfschets van het wereldberoemde Vlot van de Médusa en Episode uit de Griekse onafhankelijkheidsoorlog van Delacroix zijn tijdens de tentoonstelling voor het eerst in ons land te bewonderen.
Eugène Delacroix
Ferdinand Victor Eugène Delacroix (1798 – 1863) wordt gezien als de belangrijkste Franse kunstschilder van de romantiek. Andere belangrijke vertegenwoordigers van de Franse romantiek waren zijn tijdgenoot en goede vriend Charles-Émile-Callande de Champmartin en de jong gestorven Théodore Géricault. Hij wordt ook wel een “literair schilder” genoemd (onder meer door Baudelaire), omdat hij zijn thema’s vaak ontleende aan schrijvers als Shakespeare (Hamlet et Horatio au cimetière) en Dante (Barque de Dante).
De Vrijheid leidt het volk (Frans: La Liberté guidant le peuple) is een schilderij van de Franse schilder Eugène Delacroix. Het verbeeldt de vrijheid als Marianne, het nationale symbool van Frankrijk, die de revolutionairen aanvoert bij de Julirevolutie van 1830. Het is geschilderd met olieverf. Het doek heeft een afmeting van 260 bij 325 centimeter.

Eugène Delacroix: La Liberté guidant le peuple (1830). Coll: Louvre, Parijs.
Dit is een van de bekendste en meest nagevolgde schilderijen in de geschiedenis van de Franse schilderkunst. Op het tafereel ziet men de bekende allegorie van de vrijheid: de vrouw (teruggrijpend naar oudere voorstellingsmethodes voor allegorieën) met ontbloot bovenlijf (naaktheid als teken van de kwetsbaarheid — en dus moed — in contrast met het verschrikkelijke dat zich afspeelt). De vrouw draagt een Frygische muts die verwijst naar vrijheid. Rechts van haar ziet men een jongetje, verwijzend naar jeugd, dat onverschrokken twee pistolen vasthoudt.
Van de man links van haar die twijfelend in de verte kijkt, zegt men weleens dat het een zelfportret van Delacroix zou kunnen zijn, al is dit niet zeker. Opvallend aan dit schilderij is de klassieke compositie met een centrale driehoek en het actuele onderwerp, waar veel romantici vaak juist teruggrepen naar het verleden. Dit schilderij toont aan dat de drie klassen (clerus, adel en burgerij) voor de revolutie waren, omdat naast de vrouw de drie standen aanwezig zijn. Alle standen verzetten zich dus tegen de gevestigde orde. De vlag die de vrouw vasthoudt is ook niet zomaar de Franse vlag. Het was de nieuwe vlag met drie kleuren die wijzen op liberté, égalité en fraternité. Het voorgaande symbool van Frankrijk was de Franse Lelie.
De Britse band Coldplay heeft het schilderij als voorkant van de cd-hoes van hun album Viva la Vida or Death and All His Friends (2008) gebruikt.
Théodore Géricault
Théodore Géricault (1791 – 1824) was een Frans kunstschilder uit de negentiende-eeuwse romantiek. Géricault kreeg les in schilderkunst van Carle Vernet en Pierre-Narcisse Guérin. Zijn vroege werk verraadt invloeden van Peter Paul Rubens en een interesse in het weergeven van emotie. Wanneer hij in 1816-17 naar Florence en Rome gaat, raakt hij gefascineerd door zowel Michelangelo als de barok.
Zijn bekendste werk is Le radeau de la Méduse (Het vlot van de Medusa, 1819). De Méduse was een schip dat op weg naar Gorée in 1816 zonk voor de Mauritaanse kust. 147 schipbreukelingen zwalkten dertien dagen rond voor ze gevonden werden. Het schilderij geeft het vlot en de overgebleven schipbreukelingen weer (en de staat waarin ze verkeren) op het moment dat het gevonden werd. Op de Salon in Parijs werd het schilderij als een schandaal onthaald. Géricault bestudeerde lijken en zieken, interviewde de overlevenden en liet het vlot nabouwen, om zo natuurgetrouw, zij het met toevoeging van romantische theatraliteit, het vlot te schilderen.
In het schilderij vinden we twee driehoeken terug, namelijk die met het zeil, en anderzijds de hoopvol zwaaiende man rechts. Verder zitten er twee contrasterende elementen in: de overleden (zieke) man links en de hoopvol, levendige man, zwaaiend met een doek rechts. Ook de donkere kleuren tegenover de lichtere kleuren stralen een sfeer van onrust uit. Het schilderij staat symbool voor het volk dat zijn eigen redding bewerkstelligt in plaats van het passieve, reactionaire bewind na de Franse Revolutie. Het zou kunnen geïnterpreteerd worden als de kunstenaar die rondzwalkt op de eindeloze zee van zijn gevoelens, wat past in de sfeer van de kunstenaars uit de romantiek. Het werk betekent een stap van neoclassicisme naar romantiek. Het schilderij bleek, onder meer door het beladen thema, minder succesvol in Frankrijk dan in Engeland, waar het rond 1820 bijval kreeg.
Na zijn terugkeer in Frankrijk inspireerde dat hem tot het schilderen van portretten van waanzinnigen, met elk een eigen stoornis. Een bekend voorbeeld is het Portret van een kleptomaan dat in het Gentse Museum voor Schone Kunsten te zien is. In 1824, na een lange lijdensweg, verzwakt door ongevallen en chronische tuberculose, stierf Géricault op 32-jarige leeftijd.
Dominique Ingres
Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780 – 1867) was een Franse kunstschilder. Ingres werd opgenomen in de exclusieve Orde Pour le Mérite. Ingres kreeg zijn eerste lessen in de schilderkunst van zijn vader, Joseph Ingres, die beeldhouwer was. In 1791 ging hij naar de Academie in Toulouse en kwam in 1797 in Parijs bij Jacques-Louis David in de leer. In 1799 werd hij aangenomen aan de École des Beaux-Arts in Parijs. In 1801 won hij de Prix de Rome met het neoclassicistische werk Achilles ontvangt de afgezanten van Agamemnon. Er was echter geen geld en Ingres kon pas in 1806 vertrekken naar Italië.
Intussen begon hij portretten te tekenen en te schilderen op een wijze die sterk afweek van die van zijn leermeester, David. Bij de portretten streefde Ingres naar een voorname houding en een realistische weergave van kleding. Vooral het vrouwelijk schoon kreeg zijn aandacht. In Parijs kreeg zijn werk scherpe kritiek. De scherp omlijnde, precieze schilderwijze, waarin de penseelstreken onzichtbaar waren en de verf een vlakke techniek vertoonde, werd ‘gotisch’ genoemd. Desondanks hield Ingres in de eerste helft van de 19e eeuw de waardigheid van het neoclassicisme in Frankrijk hoog. Hij werkte wel in een heel eigen stijl die doortrokken was van romantische fantasieën.
De houdingen en het decors variëren van doek tot doek. Uit alle werken spreekt eenzelfde voluptueuze, erotische sensualiteit, die met uiterst geraffineerde belijningen en vaak in heldere, felle kleuren tot uiting wordt gebracht. De dames in zijn werken dragen vaak gouden kettingen die de weelderige, gevulde schouders en armen accentueren. Vergeleken met latere portretschilders valt op dat er bij Ingres bijzonder weinig afstand is tussen geportretteerde en kunstenaar.
Ingres koos een lijnvoering die door haar absolute natuurgetrouwheid de vorm van het voorwerp duidelijk aangaf. Men meende dat de Grieken dit net zo hadden gedaan en gravures van Pompeï en Herculaneum zouden dit idee hebben versterkt. Maar Ingres’ lijnvoering ging verder dan de normale neoclassicistische tekening door in een hoogverfijnde vorm ook nog de zintuiglijke waarneming over te brengen.
Dit laatste deed hij onder meer door kleur, hoewel kleur voor hem steeds ondergeschikt bleef aan de lijnvoering. Hij bestudeerde nauwgezet het werk van de renaissanceschilder Rafaël vanaf 1806, toen hij lange tijd in Italië verbleef. Hier schilderde hij ook het thema dat hij nog veelvuldig zou schilderen: baadsters op de rug gezien. Bekend zijn vooral La grande Odalisque (1814) en een van zijn laatste werken: Het Turkse bad (1862).
Ary Scheffer
Scheffer werd geboren als zoon van Johan Bernard Scheffer (1773 – 1809), geboren in Homburg, die eveneens beroepsschilder was. Zijn moeder was Cornelia Lamme (1769 – 1839), miniaturenschilder en afkomstig uit een kunstenaarsfamilie. In 1797 verhuisde het gezin naar Den Haag. Later vertrokken ze naar Amsterdam, waar vader Scheffer één jaar hofschilder van koning Lodewijk Napoleon was. Na diens dood verhuisde het gezin naar Brussel. Scheffers moeder verhuisde twee jaar later (in 1811) naar Parijs.

Ary Scheffer: zelfportret (1838) op 43 jarige leeftijd. Coll: Rijksmuseum.
In Parijs raakte Scheffer bevriend met Eugène Delacroix en Théodore Géricault. Samen met hen maakte hij deel uit van de groep kunstenaars die sociaal en politiek (nationaal en internationaal) geëngageerd was en de Julirevolutie in 1830 een warm hart toedroeg. In de jaren erna groeide zijn succes en bekendheid. Ook materieel ging het hem goed en hij had hooggeplaatste en beroemde vrienden, waaronder Markies de Lafayette en George Sand. Daarnaast hoorden tot zijn vriendenkring de componisten Franz Liszt, Charles Gounod en Frédéric Chopin; van de laatste maakte hij drie portretten. In Parijs kreeg hij in 1830 een dochter, Cornelia Scheffer. Door zijn nauwe band met het koningshuis van de Julimonarchie kwam hij in moeilijkheden tijdens de Tweede Republiek in 1848. In 1850 liet hij zich tot Fransman naturaliseren. Zijn broer Henry Scheffer was eveneens een gevestigde schilder in Parijs, gelieerd aan het huis van koning Louis-Philippe.

Ajman (1972): Chopin (Ary Scheffer)
Hij schilderde vele portretten en typisch Romantische motieven als politieke revoluties (Griekenland, Polen) en literatuur (Goethe, Byron, Shakespeare, Dante…), maar vatte na 1840 meer en meer religieuze onderwerpen aan. Hij bleef tot aan zijn dood schilderen, al raakte hij na 1848, toen het realisme zijn entree deed, in de Parijse kunstwereld uit de mode. Scheffer overleed op 63-jarige leeftijd. Hij werd begraven op Cimetière de Montmartre te Parijs, waar zijn grafmonument nog steeds kan worden bezocht.

Standbeeld van Ary Scheffer, 1862, Scheffersplein, Dordrecht. Foto: Cicero / Wikipedia.
Vier jaar na zijn dood werd op de Beurs te Dordrecht (nadien: Scheffersplein) een standbeeld voor hem onthuld, gemaakt door Joseph Mezzara naar het ontwerp van Ary’s dochter Cornelia. In Parijs is een straat naar hem vernoemd. Het Dordrechts Museum, dat in 1995 een jubileumtentoonstelling aan Scheffer wijdde, beschikt over een groot aantal schilderijen van zijn hand.
In Parijs woonde Ary Scheffer in de Rue Chaptal nummer 16, waar nu het Musée de la Vie romantique is gevestigd. In het museum is de hele eerste verdieping aan zijn leven en werken gewijd (de benedenverdieping aan George Sand).
Meer info:
LIBERTÉ! Ary Scheffer & de Franse Romantiek, tot en met 23 maart 2025:
https://www.dordrechtsmuseum.nl/nu-te-zien-en-te-doen/libert%C3%A9/
Eerdere musea blogs: https://www.postzegelblog.nl/tag/made-in-holland/
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)