Zonder voorkennis van schilder-fotograaf Teun Hocks *) zijn visie, stijl en uitvoering en persoonlijk contact met hem zou het mij zeker ook niet gelukt zijn. In een geënsceneerde wereld speelt hij op fantasievolle en levendige wijze zelf persoon de hoofdrol!
*) Hocks i.p.v. Hoeks aldus de abusievelijke vermelding Catalogus Postzegels 2025
Gerelateerde artikelen
1a) Roodkapje
Op de 20 cent kinderzegel 1964 ontmoeten roodkapje en boze wolf elkaar in gesprek.
De Boze Wolf vertelt het bloemen plukkende Roodkapje dat verder in het bos nog mooiere bloemen voor de zieke grootmoeder staan.
Daarop gaat de wolf meteen naar grootmoeder en eet haar op en daarna ook nog Roodkapje. De jager hoort de luid snurkende wolf en snijdt de buik open, waardoor beiden worden bevrijd. De wolfbuik wordt daarop met stenen gevuld. Tijdens het drinken verdrinkt de voorover vallende ‘kop-zware’ wolf in de sloot.
1b) Rol- en functieverwisselingen
Niet Roodkapje, maar fotograaf-ontwerper Teun Hocks zelf verkleed als jager met stethoscoop, hoed en geweer staat bij het bed, die meteen vaststelt dat niet grootmoeder, maar de wolf in het bed ligt. Aan de leuning van de stoel met daarop een kandelaar met brandende kaars hangt het rode mutsje van Roodkapje. De wolf heeft niet alleen grootmoeder opgegeten, maar Roodkapje zelfs ook nog!
2a) Klein Duimpje
Een arme houthakker probeert zijn kinderen bij gebrek aan eten twee keer aaneen in het bos achter te laten. Bij de eerste keer kwamen ze terug, bij de tweede niet: Klein Duimpje strooide steentjes en naderhand broodkruimels.
De verdwaalde kinderen overnachtten bij de mensen-vlees-etende reus, die vader is van zeven dochters. Door kenmerkverwisseling eet hij zijn eigen dochters op! De boze reus gaat de zeven-mijls-laarzen in het verre bos op zoek naar de kinderen, maar valt er vermoeid op een rots in slaap, waarachter de angstige kinderen zich hadden verscholen.
Met de toverlaarzen snelt Klein Duimpje naar de reuzenvrouw en vertelt dat rovers haar man hebben gevangen: “Geef me al jouw geld en goud als losgeld dan zal hij meteen terugkomen.”
Klein Duimpje gaat met de rijkdom aan kostbaarheden en kinderen naar huis en ze leefden nog lang en gelukkig.
2b) Rol- en functieverwisselingen
Niet Klein Duimpje, maar schilder-ontwerper Teun Hocks zelf markeert met broden in zijn eentje (zonder kinderen) blootvoets (i.p.v. zeven-mijls-laarzen) met een met goud en geld gevulde zak op zijn rug in een leeg overzichtelijke vlakte (i.p.v. dicht bos) de weg naar huis.
3a) De geest in de fles
De houthakkerszoon die door geldgebrek de studie beëindigt, vindt tijdens het kappen van een eik tussen de wortels een glazen fles met daarin een geest.
Na de bevrijding van de geest krijgt de zoon een toverdoekje als beloning, waarmee hij de ijzeren bijl in zilver verandert. Voor de bijl krijgt hij 400 zilverstukken, waarmee hij zijn studie kan afmaken. Hij wordt naderhand een beroemde dokter.
3b) Rol- en functieverwisseling
Niet de zoon, maar schilder-fotograaf-ontwerper Teun Hocks zelf met servet om de hals kijkt verbaasd met ontzag en verwondering na de fles-ontkurking naar de ontsnappende geest. De ontwerper heeft kurkentrekker met kurk nog in zijn linker hand.
Hocks zit aan een oever van een meer met een kasteel op de achtergrond (i.p.v. onder een eik) op een afgezaagde wortelstam (i.p.v. afgehakte stam) met aan weerskanten van hem enkele dunne twijgjes (i.p.v. het dichte bos).
Hocks geniet van een ‘officieel-ontbijt-op-tafel-met-daarop-knipbrood-en-drinkglas-en-rondom-zitplaatsen’ (i.p.v. gevuld broodtrommeltje).
Het broodmes (verwijzing naar Roodkapje) staat rechtop in de ‘tafel’. De zilveren bijl blinkt opvallend op de voorgrond.
Cocktail van sprookjeskenmerken: er was eens . . . en ze leefden nog . . . !
De verticale afbeeldingen aan weerskanten van de postzegels verduidelijken inhoudelijk het karakteristiek overeenkomstige van sprookjes onderling. Ontwerper Hocks weet dit te bereiken overeenkomstig de onnavolgbare sprookjesfantasie door facetten uit het ene in een ander sprookje op te voeren.
Ook het sprookjes-kenmerkende in algemene weet Hocks op spitsvondige wijze te accentueren door de verkondiging van grootmoeder dat het goede in sprookjes ondanks afschuwelijke gebeurtenissen het slechte overwint!
De in bed zittende grootmoeder met slaapmuts leest op levendige wijze de Boze Wolf uit het sprookjesboek voor. Daarbij maakt ze op nadrukkelijke wijze de wolf duidelijk (door hand en wijsvinger omhoog te steken) dat in sprookjes het goede steeds het slechte overwint blijkens sprookjesslotzinnen: “Ze leefden nog lang en gelukkig.”
De Boze Wolf kijkt belangstellend als toeschouwer toe als Hocks de terugweg naar huis markeert met broden. Met de aanwezigheid van de wolf (van roodkapje) maakt ontwerper Hocks duidelijk dat tussen sprookjes verbindende en overeenkomstige contacten bestaan in de fantasie en het onbegrensde.
Hocks als houtkapper met bijl kijkt verwonderd naar de fles op de ‘tafel’, waarin een kikker leek te springen en die riep: “Laat mij eruit!” Meteen daarop zijn wij als toeschouwer nauw en actief betrokken bij de ontkurking van de fles: de kurk ‘zweeft’ als het ware boven de fles!
Hocks (staande tussen broden uit Klein Duimpje-sprookje) verwijst hiermee dat sprookjes een verbindende, overeenkomstige en grens overstijgende rol tussen sprookjes bezitten.
Teun Hocks werkwijze
De werkwijze van schilder-fotograaf Teun Hocks (19447 – 2022) is dat hij beide activiteiten in zijn werk op ingenieus humoristische wijze weet te combineren. Met behulp van een zelf ontspannend fototoestel fotografeert hij zichzelf als hoofdrolspeler op toneelmatige wijze voor coulissen, die hij zelf al schilderend van een geënsceneerde landschap of huiselijke omgeving heeft voorzien.
Hocks heeft voor de kinderpostzegels gebruik gemaakt van zwart-wit foto’s, die hij met transparante olieverf van een kleurtje voorziet.
Door de toepassing van eenheid in plaats, tijd en handeling kunnen de meest opvallende activiteiten van het sprookje tegelijk op de postzegel gecombineerd worden afgebeeld (overeenkomstig toneelstukken in de middeleeuwen). De tijdsvolgorde is soms wel eens problematisch.
Kinderzegel-dankkaart 1997
In een oplage van 400 exemplaren is voor een geselecteerde groep een bijzonder rijk dubbelgevouwen geïllustreerde bedankkaart (A4-formaat) door SKN uitgegeven met daarop pentekeningen, aquarellen en ingekleurde zwart-wit foto’s van grafisch ontwerper Teun Hocks n.a.v. de uitgifte Kinderzegels 1997.
Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.
Deze inventarisatie van voorontwerpen hebben niet alleen betrekking op de drie afgebeelde sprookjespostzegels, maar ook op andere sprookjes als o.a. Tafeltje-dekje, De wonderlijke speelman, Sneeuwwitje, Het dappere snijdertje, Repelsteeltje, Zwaan kleef aan, Spiegel spiegel aan de wand en De vliegende koffer.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)