Van dit tweedelige artikel met daarin een beschrijving van twaalf postzegels met een silhouetafbeelding op de horizon behoren maar tien postzegels tot de emissie-omschrijving ‘10 voor Nederland’. Beide resterende priority-postzegels hebben in de NVPH-catalogus 2023 als omschrijving ‘Nederlandse producten’ gekregen. De plaatsing van de kaasschaaf (nvph 2481) in dit overzicht is bedenkelijk.
Gerelateerde artikelen
7) Bakfiets-postzegel
7a) Een windmolenpark (nvph 2319, op land of zee) bestaat uit een groot aantal windturbines bij elkaar. Ter voorkoming van opbrengst-beïnvloeding door buurt-windmolens dient de onderlinge afstand tussen molens minstens 400 meter te zijn. De masthoogte wordt steeds hoger, soms al 220 meter.
7b) Domtoren met losstaand kerkgebouw in Utrecht (nvph 2523). De kardinaalsrode kleur van de MooiNL-Utrecht-postzegel met daarop de Domtoren verwijst naar het bestuurscentrum van de Rooms-Katholieke Kerk door de eeuwen heen in de stad Utrecht.
8) Spaarlamp-postzegel
8a) Watertoren in het Mollegatpark. Aanvankelijk is het een schoorsteen geweest van de gasfabriek Feijenoord. Naderhand is het een watertoren geworden. Het water diende voor de koelwater voor de gasfabriek.
8b) Koffie- en theefabriek Van Nelle [nvph 655] met losstaande schoorsteen in Rotterdam. Links van het hoogste punt van het gebouw is de naam van de koffiebranderij Van Nelle op het dak nog enigszins leesbaar te herkennen.
9) Rookworst-postzegel
9a) De 5 km lange Zeelandbrug (breedte 8 tot 10 m, hoogte 16 m, 52 overspanningen) over de Oosterschelde tussen Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland maakt de verbinding tussen Middelburg & Goes met Zierikzee & Bruinisse aanmerkelijk korter.
9b) Een platboden vaartuig skûtsje (nvph 2565) voor het goederenvervoer, het skûtsje (schuit), in het ondiepe water van meren, vaarten en kanalen (+ Zuiderzee), moest bij windstil weer met een lijn voortgetrokken worden en/of met een vaarboom (al lopend op het schip door de schipper) voortgeduwd worden. In de vijftiger jaren van de vorige eeuw wordt er na de beëindiging van de beroepsvaart met deze zeilschepen jaarlijks skûtsjesil-wedstrijden georganiseerd.
10) Tulp-postzegel
10a) Een molen in het poldergebied [nvph 793] pompt ten behoeve van de waterhuishouding overtollig water van een lager niveau via sloten en tochtsloten naar het hoger niveau van de ringvaart, die het water naar elders afvoert. Als er meer dan één molen betrokken is om het water op hoger niveau te pompen, is er sprake van een molengang met ge-trapte polderbemaling.
10b) Een wilg wordt enkele jaren na geplant te zijn op twee meter hoogte afgezaagd. Ieder jaar worden de nieuw uitlopende takken ‘geknot’ / weggenomen. De verdikking aan de basis van de uitlopers, de knot, is de naamgever van de knotwilg: “Wegens winters kaalheid krijgt de knotwilg ieder voorjaar weer een nieuwe pruik.”
10c) Rundvee stamhoek (nvph 1052): áchter blaarkop, midden Maas-Rijn-IJsselvee, vóór Fries-Hollands zwart-bont vee. Het zijn de meest in ons land voorkomende runderrassen.
Ons land telt nog drie rundveerassen: lakenvelder, brandrode rund & witrik. Joost Veerkamp (nvph 2975) heeft met de klare lijn tekenstijl de contourvormen met kleuren ingevuld met nauwelijks schaduwen.
Als koeien na de winterse stalperiode in het voorjaar weer in het weiland komen, maken ze opgewonden / opgetogen zotte bokkensprongen (nvph 1630).
Op de Werelderfgoedlijst-postzegel (nvph 3209) zijn de drie belangrijkste runderrassen van ons land in de Beemster-polder afgebeeld.
10d) T-splitsing van een sloot in akker- of weiland: voor beide postzegels ‘Vijf voor de natuur’ (nvph 1924/25) zijn grafische ontwerpers Edith Gruson & Ewoud Traast uitgegaan van de twee schoolplaten ‘Het Naardermeer’ en ‘Sloot en plas’ (getekend door M.A. Koekoek), die vanaf het begin van de vorige eeuw aan de wanden van de voormalige lagere scholen hingen. Toen waren omschrijvingen als bedreigde diersoorten, beschermde planten en milieuverontreiniging totaal onbekende begrippen.
Met de gekleurde en ongekleurde tegenstelling van de insect groene glazenwasser en de vis modderkruiper op de voorgrond (boven en onder de waterlijn van het slootwater) symboliseren beide dieren het natuurlijke leefmilieu. Het wordt / is leeg, weinig geschakeerd èn kleurloos.
11) Klapschaats-postzegel
11a) Herfstkleurige bladeren van de ratelpopulier. De bladeren produceren in de zomerse periode bij weinig wind al meteen een ratelend en ritselend geluid. “Leuk dat extraatje als bomenfluisteraar”, aldus Beleef de Natuur-postzegel (nvph 3779). Begin vorige eeuw werd de ratelpopulier wel naast de bruidssuite van hotels geplaatst. Het rustgevende geluid van de bladeren zou het jonge paar goed doen.
11b) Zaanse Schans (nvph 3397) zie informatie 5a.
12) Kaasschaaf-postzegel
Van de drie torens links behoren 1e en 3e toren tot de Sint Servaas basiliek. De hoogste toren bijna rechts is de Sint Janskerk. Onder deze kerk is een getekende afbeelding van de toegangstoren van het Bonnefantenmuseum geplaatst.
12a) De naam ‘bonnefanten’ van het Bonnefanten Museum [nvph 2715, architect Aldo Rossi] verwijst naar het voormalige klooster in de binnenstad. In de 18e eeuw omschreven als ‘convent des bons enfants’, omdat de kinderen er voorbeeldige opleiding kregen. In het spraakgebruik werd de Franse benaming verbasterd in bonnefanten.
12b) De Sint Servaas basiliek wordt als oudste bestaande kerk in ons land beschouwd.
12c) Sint Janskerk (ca 1200) is een gotische kerk met een smalle hoge toren en functioneert als een protestantse kerk.
Tot slot
Op deze postzegels staan typisch Nederlandse gebruiksvoorwerpen uit het dagelijkse leven als iconen centraal, die mede de typisch Nederlandse identiteit bepalen. De horizontaal verbindende landschapslijn op de achtergrond accentueert en versterkt het typisch Nederlandse karakter van de voorwerpen in dit beeldverhaal.
Toch is de kaasschaaf in dit overzicht een twijfelachtig product. Thor Bjorklund uit Noorwegen bedacht het handige instrument begin twintiger jaren van de vorige eeuw als eerste. De wel als zodanig in ons land ingeburgerde schaaf heeft dus niets te maken met de Nederlandse vormgevingstraditie en de stereotype zuinigheid van ons land.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)