Komende ochtend om 02:00 uur zet u de klok 1 uur voor om 03:00 uur. Dat betekent dat u de zondag 1 uur slaap heeft gemist. Bent u fit genoeg om niets te merken van het uur tekort of heeft u dagen last van uw bioritme? Zomertijd is de tijd die gedurende de lente, zomer en vroege herfst wordt aangehouden door de klok een uur vooruit te zetten; dit wil zeggen de klok een uur voor te laten lopen op de standaardtijd, die in dit verband ook wel wintertijd genoemd wordt. Ongeveer 70 landen verzetten twee keer per jaar de klok. In de Europese Unie loopt de zomertijd van de laatste zondag van maart tot de laatste zondag van oktober. Kent u het verhaal achter de Zomertijd?
Gerelateerde artikelen
Oorsprong
In de oudheid werd het dagritme flexibel aangepast aan de lengte van de dag. Zo begon de dag voor de Romeinen bij zonsopgang en eindigde hij bij zonsondergang. Die dag werd verdeeld in twaalf uren, en dus waren de uren in de winter korter dan in de zomer. Toen de lengte van een uur in de middeleeuwen werd vastgelegd op zestig minuten ontstond echter een verschil in zonuren tussen de zomer en de winter.
Er is weleens beweerd dat zomertijd voor het eerst voorgesteld werd door Benjamin Franklin en in een anonieme brief aan de redactie van de Journal of Paris. Het artikel was echter als grap bedoeld en bovendien stelde Franklin niet voor om de zomertijd in te voeren, maar dat men in de zomer vroeger moest opstaan en naar bed gaan om te besparen op kaarsen. Benjamin Franklin (1706 –1790) was een van de Founding Fathers van de Verenigde Staten. Tevens was hij een Amerikaans politicus, wetenschapper en moralist. Hij is het schoolvoorbeeld van nijverheid en eerlijkheid.
Het eerste serieuze voorstel kwam van de Nieuw-Zeelander George Vernon Hudson in 1895, die de tijd wilde aanpassen aan het ritme van de mens in plaats van omgekeerd. Hij wilde daarom de klok ’s zomers twee uur vooruit zetten. De Engelsman William Willett kwam in zijn Waste of Daylight (Verspilling van daglicht) uit 1907 met eenzelfde voorstel, maar hij was niet bij machte om het van de Britse regering gedaan te krijgen, ondanks steun van een aanzienlijke groep parlementsleden.
Geschiedenis
De eerste praktische toepassing van zomertijd was door het Duitse Keizerrijk gedurende de Eerste Wereldoorlog, vanaf 30 april 1916. De zomertijd werd ook in de bezette gebieden doorgevoerd. Nederland was weliswaar neutraal, maar voerde een dag later (1 mei) eveneens zomertijd in. Het Verenigd Koninkrijk volgde op 21 mei. Deze eerste zomertijd liep tot 1 oktober 1916.
Het Congres van de Verenigde Staten voerde op 19 maart 1918 verschillende tijdzones in (die al sinds 1883 bij de spoorwegen in gebruik waren) en maakte de zomertijd officieel (in werking tredend op 31 maart) voor de rest van de Eerste Wereldoorlog. Tussen beide wereldoorlogen in en ook tijdens de Tweede Wereldoorlog was in verschillende Europese landen (waaronder Nederland) de zomertijd in gebruik.
De oliecrisis van 1973, die tot een golf van energiebesparende maatregelen leidde, was voor veel Europese landen aanleiding om opnieuw de zomertijd in te voeren. Spanje en Albanië begonnen hier in 1974 mee. In 1975 volgden Griekenland en Cyprus. Frankrijk volgde in 1976, Nederland, België, Luxemburg, Portugal en Polen in 1977, Tsjecho-Slowakije, Bulgarije en Roemenië in 1979. West-Duitsland wachtte nog tot 1980, totdat hierover een afspraak met Oost-Duitsland was gemaakt. Ook Oostenrijk, Denemarken, Hongarije, Noorwegen en Zweden sloten zich toen aan. In 1981 volgden de Sovjet-Unie, Finland, Zwitserland en Liechtenstein, en in 1983 Joegoslavië. Het laatste land binnen Europa dat besloot tot aansluiting was Andorra in 1985. De enige Europese landen waar geen gebruik gemaakt wordt van de zomertijd zijn: Armenië, Azerbeidzjan, Georgië, IJsland, Rusland, Turkije en Wit-Rusland.
Eenduidigheid tijdsaanduiding
Bij de overgang van zomertijd naar wintertijd zijn er nominale tijdstippen die elk refereren aan twee reële tijdstippen. Om dubbelzinnigheid te voorkomen is het verstandig in voorkomende gevallen te vermelden of het zomertijd of wintertijd betreft. In Nederlandse ambtelijke stukken is dat verplicht. De Wet tot nadere regeling van de wettelijke tijd formuleert dit als volgt: Wanneer enig ambtelijk geschrift een tijdaanwijzing bevat welke betrekking heeft op het laatste uur van het tijdvak [van de zomertijd] wordt bij de tijdaanwijzing aangegeven dat deze Midden-Europese Zomertijd betreft.
Als het al of niet van toepassing zijn van zomertijd onderdeel vormt van de tijdrekening, dan verandert de tijdrekening tweemaal per jaar en is de genoemde vermelding die van de toegepaste tijdrekening. Als het systeem van zomertijd onderdeel vormt van de tijdrekening dan verandert de tijdrekening alleen als het systeem wordt veranderd. De genoemde vermelding is dan een onderdeel van de vermelding van de tijd binnen een niet veranderende tijdrekening.
Nederland
De zomertijd is niet altijd op dezelfde datum ingevoerd:
- 1916-1939: voor de vaststelling van de duur van de zomertijd werden verschillende regels toegepast, zoals blijkt uit de jaarlijkse publicaties in het Staatsblad. De vroegste begindatum was 26 maart (in 1922), de laatste einddatum 8 oktober (in 1922, 1933 en 1939).
- 1940-1942: ononderbroken zomertijd van 16 mei 1940 tot 2 november 1942. In 1940 werd ook omgeschakeld van Amsterdamse Tijd naar Midden-Europese Tijd, op last van de Duitse bezetter. In deze tijd werd het in de winter pas rond 9.30 uur licht. ’s Avonds daarentegen bleef het dan tot 18.00 uur licht.
- 1943: zomertijd van 29 maart tot 4 oktober
- 1944: zomertijd van 3 april tot 2 oktober
- 1945: zomertijd van 2 april tot 16 september
- 1946-1976: geen zomertijd
- 1977-1980: zomertijd loopt van de eerste zondag van april tot de laatste zondag vóór 2 oktober. De vroegste begindatum was 1 april (in 1979), de laatste einddatum 1 oktober (in 1978).
- Sinds 1981 gelden de regels zoals vastgesteld in een richtlijn van de Europese Unie.
Sinds 24 maart 1977 is de Wet tot nadere regeling van de wettelijke tijd van kracht. Deze maakt het mogelijk een zomertijd vast te stellen. Het Besluit van 5 december 2001 tot vaststelling van de zomertijd regelt de zomertijd sinds 2002.
In de zomer komt de zon zo vroeg op dat het al licht is terwijl de meeste mensen nog slapen. Door de klok te verzetten lijkt de zon later op te komen en weer onder te gaan. Hierdoor is het volgens de klok ’s morgens langer donker en blijft het ’s avonds juist langer licht. De periode van daglicht komt zo beter overeen met de periode waarin de meeste mensen wakker zijn. De gedachte achter zomertijd is dat men zo zou kunnen bezuinigen op (elektrische) verlichting. Het energiebesparende effect van zomertijd is echter omstreden.
België
Tijdens de Eerste Wereldoorlog voerde Duitsland vanaf 30 april 1916 de zomertijd ook in in bezet België. Van 1919 tot en met begin 1940 werd in België jaarlijks op onregelmatige data de zomertijd ingevoerd. Het Koninklijk besluit van 15 september 1928 stelde vast dat de zomertijd elk jaar, in de nacht van de 2e of 3e zaterdag op zondag van de maand april, om 2 uur, begon, om in de nacht van de 1e zaterdag op zondag van de maand oktober, om 3 uur, te eindigen. In mei 1940 werd de klok, die toen al op zomertijd over was gegaan, op last van de Duitse bezettingsmacht nóg een uur verzet: voorheen liep de klok in België op de Greenwich Mean Time (UTC / GMT) en vanaf dat moment op de Midden-Europese Tijd (CET). De zomertijd die in 1940 ingegaan was, liep tot eind 1942. Van 1943 tot en met 1946 en vervolgens sinds 1977 gebruikt België zomertijd
Reacties (1)
Leuk blog. Mooie zegels
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)