1) De meest in het oog vallende details op beide Utrechtse Universiteitspostzegels (nvph 287/88) worden meteen gezien én benoemd, namelijk de afbeeldingen van de Griekse godin Pallas Athenea en hoogleraar Gisbertus Voetius.
2) Ander inhoudsvolle details als Latijnse namen en teksten worden wel waargenomen, maar er worden geen duidende betekenis aan verbonden.
3) De Griekse godin Athene en hoogleraar Voetius staan op bovenlaag van de gelaagde postzegelafbeelding, terwijl het Latijn op de onderlaag staat.
Gerelateerde artikelen
Het Handboek Postwaarden Nederland schenkt weinig of geen aandacht aan het onderbelichte fenomeen van de betekenis-gelaagdheid van de Universiteitspostzegels. Het deelhoofdstuk ‘Gelegenheidspostzegels 1936 Universiteit Utrecht’ (B10, blz. 3) meldt: “Heel bijzonder is de driehoekige postzegelvorm. Onbekend is of dit idee van Koch zelf afkomstig is.” Hieraan tracht ik enige aanvullende informatie op te voeren, waardoor de gelaagdheid van de emissie naar ik hoop gezien en ervaren kan worden.
Pallas Athene-postzegel
Grafisch ontwerper Pijke Koch heeft voor de 6 cent Universiteitspostzegel (nvph 287) gebruikt gemaakt van een profielfoto, waar de kop van Pallas Athene met helm op staat met op de achtergrond naast haar het schild. Pallas Athene, godin der wijsheid, is een van de belangrijkste godinnen uit de Griekse mythologie.
Bron: Gyptothek München, Public domain, via Wikimedia Commons
Het eerste ontwerp van Koch is in een rechthoekige driehoek geplaatst. De basis ervan was volgens insiders te breed voor een postzegel. Door inkorting bezit de definitieve postzegel geen rechte hoek van 90 graden meer.
Naast landsnaam Nederland, jaartallen 1636 – 1936 en 6 cent frankeerwaarde staat in schuine stand de tekst Academia Traiectina (de oudste vorm van Ultraiectum [Utrecht]).
Gisbertus Voetius-postzegel
Bron: Museum Catharijneconvent, CC0, via Wikimedia Commons
Het portret van de Utrechtse hoogleraar in de theologie en oosterse talen Gisbertus Voetius (Gijsbert Voet, 1589 – 1676) tijdens de stichting van de universiteit is ontleend aan het realistische portretschilderij (schilder Nicolaes Maes) uit de senaatskamer van de Utrechtse universiteit. Het geschilderde portret van Voetius (met donker kalot op het hoofd en platte kraag) is gebaseerd op een gravure van Johannes Munnickhuysen, datering circa 1676.
Emissie-evaluatie
1) Ontwerper Koch verwijst met de driehoeksvorm van de postzegel in combinatie met het gebruik van het Latijn naar de (bouwkundige) kennis van de klassieke Oudheid van de Grieken en Romeinen:
- De driehoekig tempelafsluiting (timpaan / gevelveld) boven de pilaren bestaat uit een horizontale kroonlijst en twee schuin oplopende daklijsten. In deze timpaan-afsluiting is ruimtelijk beeldhouwwerk aangebracht, waaruit de Pallas Athene-afbeelding afkomstig is.
- Op beide postzegels wordt de Utrechtse Universiteit en de eerste hoogleraar van de universiteit in Latijnse bewoordingen opgevoerd als Academia Traiectina en Gisbertus Voetius.
2) De afbeeldingen van beide Universiteitspostzegels verwijzen met Pallas Athene op zinnebeeldige wijze naar de bron van de Grieks-Romeinse cultuur in de Oudheid. Met het portret van Voetius wordt op getrouwe wijze naar de oprichting van de Utrechtse Universiteit verwezen.
- Via [1] geabstraheerd verbeelden en [2] realistisch afbeelden wordt dus de oprichting van de universiteit op beide postzegels weergegeven.
3) Het postzegelgebruik van een driehoekige werd als buitengewoon onpraktisch gevonden: “Degene, die de postzegels moet plakken, kan bij dat formaat niet, zoals anders gebeurt, een lange strook ter hand nemen, waarvan telkens één op den brief wordt geplakt en dan tegelijkertijd wordt afgescheurd. Deze driehoekige postzegels moeten elk afzonderlijk worden afgescheurd en opgeplakt, hetgeen veel meer tijd kost.”
4) Het formaat van de postzegel is door het gebruik van de 12½ -lijntanding op de lengten van de drie zijkanten ( lengte 45, 35 & 35 millimeter) niet altijd gelijk. Er ontstaan onnauwkeurige perforaties, die op de hoekpunten van de postzegels gevarieerd zichtbaar aanwezig zijn. Hierdoor komen piepkleine verschillen in postzegelformaat voor.
5) Op beide postzegels is een afgewogen verdeling en verspreiding van lichte en donkere kleurpartijen aangebracht.
6) Op speels creatieve wijze is met de ronding van de zon van het universiteitslogo gespeeld:
- beide jaartallen op de 6 cent zegel staan door de schuine stand op een denkbeeldige cirkel, die parallel aan de rondingen van helm en schild loopt.
- de tekst-ronding onder het portret van Voetius komt overeen met de rondingen van de geportretteerde met het kalotje.
Op de gelegenheidsstempel staat dezelfde Latijnse tekst ‘Academia Traiectina per tria saecula superstes’ in combinatie met de tekst ‘Soliustitae illustra nos’ (Zon der gerechtigheid verlicht ons) en de datumaanduiding ‘1936.22 juni’ (een tijdelijk postkantoor gebruikte het gelegenheidsstempel van 22/24 juni 1936). In het centrum van de stralende zon staat het stadswapen van Utrecht..
Ook is een vlagstempel in gebruik met o.a. universiteitslogo en tekst ‘Universiteit Utrecht herdenking 1636 – 1936’.
Bouwstenen van de onderlaag
In het oprichtingsdocument van de Utrechtse Universiteit (nvph 1357) zullen ongetwijfeld verwijzingen staan, waarop de universiteit is gebaseerd. Op beide postzegels staan op de onderlaag ook een aantal bouwstenen, die naar de Grieks-Romeinse Oudheid verwijzen als:
- De Latijnse benaming van de Utrechtse Universiteit Academia Trajectina.
- De gelatiniseerde naam Gisbertus Voetius van Gijsbert Voet.
- De driehoekige postzegelvorm verwijst naar de topafsluiting van de Grieks-Romeinse tempel uit de Oudheid.
Kinderpostzegels 1985
50 cent:
‘Denk aan mij’ als boodschap van kind aan ouderen (vertederend & voorzichtig) en aan weggebruikers (ben jij je bewust van mijn aanwezigheid op straat?). Het fotoportret is van de 9-jarige Anne Vleeschouwer.
60 cent:
Maak mij niet tot het mikpunt van een schietschijf: 100 km/u betekent in de roos . . . , maar dodelijk voor een kind! Het fotoportret is van Sanne Bink.
65 cent:
Jeugdige pseudo-politieagent waarschuwt met een gedeukt verkeersbord. Let op overstekende kinderen. De beschadiging van het verkeersbord valt niet op. Het fotoportret is van de 9-jarige Anne Vleeschouwer.
70 cent:
Bedenkelijk en verschrikt kijkt een meisje door een gevarendriehoek een fictief voortsnellende auto na. De vage hoofdcontouren suggereren /
verbeelden het draaiende hoofd, dat de snel rijdende auto ‘volgt’. Het fotoportret is van Sanne Bink.
1) De driehoeksvorm van de postzegel is aantrekkelijk voor het ontwerperscollectief ‘Wild Plakken’ (Rob Schröder, Frank Beekers & Lies Ros) voor de kinderzegelemissie ‘Kind en verkeer’. De driehoek heeft een sterke signaalfunctie door vorm en felle rood als taal van het verkeer. Het ontwerp beeldt in letterlijke én verbeeldt in figuurlijke zin twee ambivalente visies af:
- Een speelse kijk gezien door de ogen van een jongere: verkeersgedrag spelenderwijs leren.
- Een realistische kijk gezien door de ogen van een oudere: harde confrontatie met de onbezorgdheid van het kind in het verkeer.
2) De driehoekige afbeeldingen is op een vierkante postzegel geplaatst en niet op een driehoekige. Om de ‘postzegel-afscheur-problematiek’ met beschadiging en tanding-breuk is ervan afgezien een driehoekige postzegel te produceren. Deze praktische overweging heeft geen betrekking op de groot formaat kinderzegel-bedankkaart in driehoekige uitvoering.
Bouwstenen van de onderlaag
- Driehoek als algemeen aanvaarde signaalvorm voor gevaar.
- Rood als signaalkleur voor gevaar.
- Geëmotioneerde gezichten van kinderen als verwijzers naar het gevaarlijke verkeer op wegen voor kinderen.
P.S.
Op redelijk kort termijn hoop ik u nader te informeren over de betekenis- en inhoudsvolle onderlaag van de gelaagde Europa-postzegelemissie 2022 ‘Het vrouwtje van Stavoren’ (misnoegen en ontevredenheid uitstralend), die gebaseerd is op een sage of legenda van een kinderboekje uit 1965. Eerste dag van uitgifte 9 mei 2022.
Reacties (2) Schrijf een reactie
De naam van de Utechtse Universiteit ‘Academia Traiectina’is afgeleid van de naam van het Romeinse fort ‘Traiectum’ dat omstreeks het jaar 50 langs de rivier de Rijn bij het huidige Utrecht lag, als onderdeel van de Limes (noordgrens van het Romeinse Rijn).
Ook de naam van de Leidse Universiteit is afgeleid van zo’n Romeins fort, namelijk Lugdunum Batavorum. Later bleek dit een ‘foutje’ te zijn, want fort Lugdunum lag bij Katwijk. Het Romeinse fort bij Leiden heette Matilo, maar dat was nog niet bekend toen de Universiteit haar naam kreeg.
Hallo, ik heb zo’n bedankkaart, Is daar belangstelling voor?
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)