Michael Hainisch, Bondspresident van Oostenrijk van 1920 tot 1928 - Postzegelblog

Michael Hainisch, Bondspresident van Oostenrijk van 1920 tot 1928

0

Ter gelegenheid van het tienjarige bestaan van de Republiek Oostenrijk werd op 5 november 1928 een serie van vier postzegels met toeslag uitgegeven met een afbeelding van de eerste Bondspresident van de Republiek: Michael Arthur Josef Jacob Hainisch. Opvallend op de postzegels is de benaming Oesterreich in plaats van Österreich. Wie was Michael Hainisch?

Michael Hainisch werd geboren op 15 augustus 1858 in Aue bei Schottwien, een dorpje behorende tot de gemeente Gloggnitz in de deelstaat Neder-Oostenrijk. Zijn vader was eigenaar van een spinnerij en weverij. Zijn moeder, Marianne Hainisch, was een activiste op het gebied van vrouwenrechten. Zij was de oprichtster van de Oostenrijkse Vrouwenbeweging. Deze feministe was belangrijk voor de verdere ontwikkeling van haar zoon Michael.

Marianne Hainisch, haar meisjesnaam was Marianne Perger, werd geboren op 25 maart 1839 in Baden bei Wien, een stadje ten zuiden van Wenen. Eind 1860 raakte haar vriendin werkeloos en ondanks dat zij verschillende talen sprak en muzikaal aangelegd was, lukte het haar niet om werk te vinden. Marianne trok haar lot aan en begreep dat vrouwen zonder voldoende onderwijs te hebben genoten geen kans maakten op de arbeidsmarkt. In 1870 schreef zij daarover een artikel maar geen krant wilde dat publiceren.

Daarop presenteerde zij haar artikel op 12 maart 1870 tijdens een bijeenkomst in Wenen om leden voor de op te richten vrouwenbeweging te werven. Zij riep daarin op dat het gemeentebestuur van de stad Wenen een aparte meisjesschool moest oprichten. Haar pleidooi over vrouwenrechten sloeg in als een bom en werd in verscheidene kranten gepubliceerd. Daarop doneerde de Eerste Oostenrijkse Spaarbank een bedrag van 40.000 Oostenrijkse guldens om de oprichting van de eerste meisjesschool mogelijk te maken. Tijdens een redevoering op 13 april 1896 eiste Marianne het vrouwenkiesrecht. Op 5 mei 1902 richtte zij de Federatie van Oostenrijkse Vrouwenbewegingen op die toen al dertien afdelingen had. De Nederlandse Aletta Jacobs was als spreekster op een van de bijeenkomsten in 1906 te gast. Het vrouwenkiesrecht werd in Oostenrijk vanaf 1 november 1918 van kracht.

In 1924 organiseerde zij samen met de padvinderij de eerste ‘Moederdag’ in Oostenrijk, een jaarlijks terugkerend gebeuren, dat voor het eerst plaatsvond op 11 mei 1924. Marianne Hainisch overleed op 5 mei 1936 in Wenen op 97-jarige leeftijd. Was het toeval dat op diezelfde dag een postzegel werd uitgegeven ter gelegenheid van Moederdag? De afgebeelde afdruk van het bijzondere stempel had een verstelbare datum. Overigens was dit niet de eerste postzegel voor Moederdag in Oostenrijk want die verscheen een jaar eerder, op 1 mei 1935.

Bij zijn geboorte op 15 augustus 1858 werd Michael Hainisch vernoemd naar zijn vader. Na zijn opleiding aan het gymnasium in Wenen studeerde hij rechten aan de universiteiten van Leipzig en Wenen waar hij op 4 februari 1882 zijn doctorsgraad in de rechten behaalde. Daarna ging hij economie studeren aan de universiteit van Berlijn. Begin 1886 trad hij in dienst bij de afdeling Financiën van de Oostenrijkse regering in Wenen. Hij werd benoemd tot procureur Financiën van het ministerie van Cultuur en Onderwijs maar al twee jaar later nam hij ontslag en ging zich bezighouden met wetenschappelijk en sociaal-politiek werk. Op 20 mei 1888 trouwde hij met Emilie Figdor en hun eerste zoon Wolfgang werd geboren op 20 februari 1889. 

Na zijn ontslagname wijdde hij zich aan volkseducatie en was in 1890 een van de stuwende krachten bij de oprichting van de Weense Centrale Bibliotheek. Hij publiceerde vele artikelen over landbouwkundige en economische kwesties op nationaal niveau. In 1898 aanvaarde hij weer een staatsbetrekking nu als lid van de permanente ondernemingsraad van het Ministerie van Handel. Michael begeleidde zijn moeder Marianne in juni 1899 naar een bijeenkomst van de Internationale Vrouwenbond in Londen. Daar werd zij benoemd tot ere vicepresident van de Internationale Vrouwenbond. In juni 1909 begeleidde hij zijn bejaarde moeder naar een congres van de Internationale Vrouwenbond in Toronto, Canada. In 1918 werd hij Algemeen Raadslid van de Oostenrijks-Hongaarse Bank. Hij was geen lid van een politieke partij. 

Na de Eerste Wereldoorlog werd Hainisch op 9 december 1920 verkozen tot eerste bondspresident van de nieuwe Republiek Oostenrijk. Hij volgde daarmee Karl Seitz op die als president van de Oostenrijkse Staatsraad was benoemd voor de periode van 30 oktober 1918 tot en met 8 december 1920. Tijdens zijn presidentschap ijverde Hainisch voor de ontwikkeling en modernisering van de landbouw en de elektificatie van het spoorwegnet. Om financiën te genereren promote hij het toerisme in zijn land, vooral voor het Alpengebied, ook buiten de grenzen van Oostenrijk. Ook moedigde hij de handel met Duitsland aan en was voorstander van de ‘Anschluss’ met dat land. Hij werd beschermheer van lokale tradities en culturele manifestaties en keurde een wet goed ter bescherming van cultureel erfgoed. Het portret van Hainisch werd vele malen in kranten gepubliceerd, zoals bovenstaand portretje afkomstig uit een uitknipsel van de ‘Arbeiter-Zeitung’.

Ter viering van het 10-jarige bestaan van de Republiek Oostenrijk werd op 5 november 1928 een serie van vier postzegels uitgegeven met zijn beeltenis. De netto toeslag op de postzegels, die gelijk was aan de frankeerwaarde, was bestemd voor kinderen die wees waren geworden tijdens de Eerste Wereldoorlog alsmede kinderen die tijdens die oorlog invalide waren geworden. De oplage van de postzegels bedroeg 100.000 series. Een maand later, op 10 december 1928 verliep de tweede ambtstermijn Hainisch en moest hij daarom aftreden. Pogingen werden gedaan om de wet te veranderen zodat een derde termijn van vier jaar of zelfs één jaar mogelijk zou worden, maar die pogingen mislukten. Zijn opvolger was Wilhelm Niklas die sinds 1923 voorzitter was van het Parlement. De postzegels waren geldig voor de frankering tot 30 april 1929.

De tekening, tijdens zijn leven vervaardigd door de Weense kunstschilder en tekenaar professor h.c. Robert Fuchs, is afgebeeld op een prentkaart. De kaart werd uitgegeven door de Bond van Kunstenaars in Oostenrijk in de serie ‘Schöpferisches Österreich’. Na zijn aftreden bleef Hainisch tot in 1930 nog aan als minister van Handel. Daarna ging hij met pensioen. In een interview dat werd gepubliceerd door de ‘Neuen Wiener Journal’ van 7 april 1938 liet hij blijken dat hij voorstander was geweest van het samengaan met Duitsland. Vier weken eerder, op 13 maart 1938 was de ‘Anschluss’ met Duitsland een feit geworden. Michael Hainisch overleed op 26 februari 1940, twee jaar na de ‘Anschluss’ en maakte het begin van de Tweede Wereldoorlog mee. De requiem mis gehouden in de Stephansdom in Wenen voorgegaan door kardinaal Innitzer, werd door vele Oostenrijkers bezocht. Geen zitplaats was onbezet. In besloten kring werd hij begraven in het familiegraf op de ‘Eichberg’ bij Gloggnitz.

Gratis online postzegelcatalogus

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
Historisch Oostenrijk Eerste Wereldoorlog Schilderkunst Tweede wereldoorlog



Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

Kijk dan bij Collect Club.

Beoordeel met 1 sterBeoordeel met 2 sterrenBeoordeel met 3 sterrenBeoordeel met 4 sterrenBeoordeel met 5 sterren (3 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)
Laden...
PrintSchrijf een reactie

Reacties (0)

Schrijf een reactie

(registratie is niet nodig)