De Ierse Vrijstaat werd op 6 december 1922 opgericht als gevolg van het Anglo-Ierse Verdrag van december 1921. Dat verdrag maakte een einde aan de driejarige Ierse onafhankelijkheidsoorlog tussen de strijdkrachten van de zelfverklaarde Ierse Republiek, het Ierse Republikeinse Leger, de IRA, en de troepen van de Britse Kroon.
Gerelateerde artikelen
Overeenkomstig het Anglo-Ierse Verdrag van 1921 mocht de Ierse Vrijstaat postzegels gaan gebruiken met daarop de vermelding: ‘Rialtas Sealadach na hÉireann 1922’ ofwel ‘Voorlopige Regering van Ierland 1922’. Deze voorlopige regering was bedoeld als overgang beginnende op 16 januari 1922 en mocht duren tot 5 december 1922. Tientallen postzegels van Groot-Brittannië werden voorzien van de opdruk.
Belastingzegels, zoals deze accijnszegel van Groot-Brittannië, werden eveneens voorzien van de opdruk.
Op 6 december 1922 werd de voorlopige regering van de Vrijstaat Ierland omgezet in een definitieve regering waarbij de benaming Vrijstaat Ierland bleef bestaan en het land als dominion verbonden bleef aan Groot-Brittannië. De benaming op de postzegels moest worden aangepast en daarom werd de term ‘voorlopige regering’ uit de opdruk verwijderd. Bleef over: ‘Saorstát Éireann 1922’ ofwel ‘Vrijstaat Ierland 1922’. Ook hiervan werden tientallen postzegels van Groot-Brittannië voorzien van de nieuwe opdruk. Belastingzegels van Groot-Brittannië waren eveneens voorzien van de opdruk.
Dit waren de laatste opdrukken voor de lagere waarden omdat op 6 december 1922 begonnen was met de vervanging van de zegels door permanente postzegels van Ierland. De nieuwe regering van de Ierse Vrijstaat had op 1 februari 1922 uitnodigingen gestuurd naar drukke-rijen in Dublin en Londen om postzegelontwerpen in te dienen. Hierop werden vijf offertes, ontwerpen en drukproeven ontvangen waarvan drie uit Ierland en twee uit Groot-Brittannië. Maar geen enkel ontwerp van die drukkerijen werd geaccepteerd. Tevens werd besloten een wedstrijd uit te schrijven voor Ierse grafische kunstenaars om definitieve postzegels te ontwerpen. Maar ook ‘het publiek’ mocht een ontwerp presenteren. Meer dan 800 ontwerpen werden ingezonden om de beloning van £25 te ontvangen voor elk uiteindelijk gekozen ontwerp.
De ontwerpen van vier kunstenaars werden uitgekozen om voor de permanente postzegels te gaan gebruiken. Omdat er zeer veel haast was geboden om de deadline van 6 december 1922 te halen, werd besloten om het ontwerp van James Ingram uit Glasvenin, Dublin te kiezen. Hierop is de kaart van het eiland Ierland te zien inclusief het Brits gebleven Noord-Ierland, zonder ingetekende grens.
Op de kaart zoals deze is gepubliceerd door het ‘Nations Online Project’ is het hele eiland weergegeven maar dan met een duidelijke afscheiding tussen het Britse Noord-Ierland en de Republiek Ierland. Het postzegelontwerp kreeg heel veel commentaar, vooral van inwoners van Noord-Ierland ‘wegens het inlijven van hun ‘land’ in de republiek’. Maar men besloot door te gaan met dit ontwerp. De drukplaten werden vervaardigd door de Royal Mint in Londen.
Het postzegelpapier met watermerk ‘se’ werd aangeschaft bij een papierfabriek in Kent, Engeland, en de gom op de vellen aangebracht in Londen. De druk van de postzegels werd uitgevoerd door de Government Printing Works in Dublin in dubbelvellen van 120 stuks per vel. Na de druk gingen de vellen terug naar Londen om aldaar te laten voorzien van perforatie en daarna weer terug naar Dublin. Net op tijd om de vellen over de postkantoren in de Ierse Vrijstaat te verspreiden waarna ze voor het eerst verkrijgbaar waren op 6 december 1922. De frankeerwaarde van 2d was bestemd voor het nieuwe standaard tarief voor brieven binnen de Ierse Vrijstaat en het Verenigd Koninkrijk.
Het ontwerp van James Ingram werd ook gekozen voor de frankeerwaarden van 1d en 1½d. De postzegel van 1d verscheen op 23 februari 1923 en van 1½d op 2 februari 1923. Later verschenen nog herdrukken van deze postzegels op papier met watermerk ‘e’. De frankeerwaarde van 1d was voor het tarief voor briefkaarten. De tekst ‘tri leat pisne’ onderin de zegel van 1½d betekend ‘drie halve pence’. De frankeerwaarde van 1½d was geen tarief. De postzegel werd als paar wel gebruikt op brieven naar buitenlandse bestemmingen over zee, dus het tarief van 3d.
Miss Lilly Williams, een vrij onbekende schilderes geboren op 20 oktober 1874, maakte het ontwerp met een gestileerde afbeelding van het Kruis van Cong. Zij vervaardigde vooral portretten zoals het portret van Moyra te zien in de Hugh Lane Galery in Dublin en het portret van Dr. Kathleen Lynn behorende tot de collectie van de ‘National Library of Ireland’, eveneens in Dublin. Ze overleed op 16 januari 1940. Het ‘Zwaard van Licht’ zoals te zien op de postzegel van 6d werd ontworpen door John J. O’Reilly, een kunstenaar die in zijn ontwerpen veel met licht speelt. Rondom het zwaard staat de tekst ‘An Claidheamh Soluis’ dat ‘Zwaard van Licht’ betekent. Dit was ook de naam van een nieuwsblad dat in Ierland verscheen tussen 1899 en 1932.
Het vierde ontwerp dat werd geaccepteerd en als postzegel werd uitgegeven was afkomstig van Millicent Grace Girling die op het moment van inzenden van haar ontwerp pas 21 jaar oud was. Op de postzegel heeft zij een wapenschild afgebeeld met daarin de kenmerkende wapens van de vier toenmalige provincies: Leinster, Munster, Connaught en Ulster. Ulster met het kruis en de hand, het huidige Noord-Ierland, maar nu is in het wapen de hand in een ster in plaats van een wapenschild met daarboven een kroon. Dit ontwerp ontmoette niet veel weerstand omdat het gebaseerd was op de historie van Ierland.
Ter herdenking aan het feit dat het precies 50 jaar geleden was dat in Ierland de eerste permanente postzegel verscheen, werd op 6 december 1972 een bijzondere postzegel uitgegeven met een reproductie van de op 6 december 1922 uitgegeven postzegel van 2d. De ontwerper van de postzegel is niet bekend of bekendgemaakt, zodat aangenomen mag worden dat het ontwerp door de drukkerij is vervaardigd. De postzegel uit 1922, inclusief de herdrukken in dezelfde uitvoering en waarde, werd vier jaar eerder uit het assortiment van de postkantoren genomen. De oplage van de postzegel van 6p bedroeg 2 miljoen stuks.
Naast de postzegels in vellen werd een blokje met vier stuks in omloop gebracht. Het was het eerste blokje uitgegeven door de Ierse postdienst. Het Ierse woord ‘Postas’ betekent ‘Port’. De oplage van het blokje bedroeg 130.000 stuks.
De postzegel kon op de eerste dag van uitgifte aangeboden worden aan het loket van de grotere postkantoren in het land waarna ze werden voorzien van een afdruk van het normale dagtekeningstempel en daarnaast een afdruk van het tweeregelige stempel met de tekst ‘First Day of Issue’, in het Iers en in het Engels. De postzegel op boven afgebeelde envelop werd gestempeld met het dagtekeningstempel van Dublin van woensdag 6 december 1972, ook een woensdag was het op 6 december 1922. Met deze postzegeluitgifte werd vijftig jaar gebruik van dit postzegelontwerp gevierd.
De postzegel werd nog een keer opgenomen in een ontwerp van een postzegel uit 1990. De postzegel verscheen ter gelegenheid van het feit dat het 150 jaar geleden was dat de eerste postzegel ter wereld, de ‘Penny Black’ werd uitgegeven door de postdienst van Groot-Brittannië. De postzegel verscheen op donderdag 3 mei 1990.
Voor de derde keer werd de postzegel uit 1922 gereproduceerd, nu op een zegel uitgegeven op zaterdag 6 december 1997. De postzegel is samen met de voorgevel van het hoofdpostkantoor te Dublin opgenomen in een zegel die werd uitgegeven ter gelegenheid van het vijfenzeventigjarige bestaan van de Ierse Vrijstaat en vanaf 1949 de Republiek Ierland.
Op de postzegel de tekst ‘Rialtas Na hÉireann’ de Ierse benaming voor ‘Government of Ireland’. In het stempel ‘Baile Átha Cliath’, de Ierse naam voor Dublin en ‘Lá a Chéad Eisiúna’ ofwel ‘Eerste Dag van Uitgifte’. De envelop werd vervaardigd door de Ierse Postdienst, An Post, met als inhoud een kerstkaart bestemd voor klanten van de Filatelistische Dienst van dat land. Met het hoofdpostkantoor van Dublin dat zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de vrijheidsstrijd naar onafhankelijkheid van Ierland.
Reacties (2) Schrijf een reactie
Op de postzegel uit 1997 zijn kale bomen te zien voor de voorgevel van het hoofdpostkantoor van Dublin. De bomen stonden vroeger aan de overkant van de straat zoals op de eerstedag envelop is te zien. Deze bomen, dus aan de overkant, zijn vervangen door leilinden. Na 1997 is O’Connell Street opnieuw ingericht met brede voetgangerspaden. Het is een van de breedste straten in Europa en wordt wel eens vergeleken met de Champs Élysées in Parijs. O’Connell Street Lowers, waaraan het hoofdpostkantoor ligt, heette vroeger Sackville Street maar in 1924 omgedoopt om de nationalistische strijder Daniel O’Connell te eren, niet alleen door de straatnaam maar ook door een standbeeld van hem aan het begin van de straat. In het Museum dat zich in het hoofdpostkantoor is gevestigd is veel te zien over de Paasopstand van 1916.
Over ruim een jaar in 2022 weer een jubileum. Daar zal ongetwijfeld ook met een postzegel aandacht aan besteed worden.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)