Bij een openbare enquête in 2001 georganiseerd door de BBC werd Isambard Kingdom Brunel verkozen als de op een na ‘grootste’ Brit in de geschiedenis van Groot- Brittannië, na Sir Winston Churchill. En nog vóór beroemdheden als Prinses Diana, Charles Darwin, William Shakespeare en Sir Isaac Newton, die als derde tot en met zesde eindigden. Wie was Brunel?
Gerelateerde artikelen
Isambard Kingdom Brunel werd op 9 april 1806 geboren in de havenstad Portsmouth als zoon van een Franse ingenieur. Dat het beroep van ingenieur overnam van zijn vader was dan ook geen wonder. Hij werd op 20-jarige leeftijd aangesteld als assistent-ingenieur bij zijn vader, hoofdingenieur Marc Brunel bij de aanleg van de Thames Tunnel in Londen. Daarbij werd gebruik gemaakt van een geheel nieuwe techniek die nog heel lang zou worden toegepast. De tunnel werd in 1835 geopend, eerst voor voetgangers, maar later, vanaf 1869, als deel van een spoorwegtraject door de East London Railway.
De Britse Royal Mail gaf op 23 februari 2006 een serie van zes postzegels uit alsmede een blokje en een prestigeboekje die werden gedrukt door Joh. Enschedé Security Print in Haarlem. Dit ter gelegenheid van de geboorte van Brunel, toen 200 jaar geleden. Op het hierboven afgebeelde blaadje uit het prestigeboekje geplakt op een eerstedag envelop is de Thames Tunnel te zien, toen nog als voetgangerstunnel.
Het bleef niet bij één tunnel, want er volgden nog vele tunnels voor de spoorlijnen die in geheel Groot-Brittannië de steden en dorpen met elkaar gingen verbinden. De industriële revolutie die in 1750 was begonnen, werd steeds ingrijpender voor de Britse bevolking. Kleinschalige werkplaatsen groeiden uit tot enorme fabriekscomplexen, de mijnbouw floreerde en de landbouw en veeteelt wilden producten zo snel mogelijk bij de klanten krijgen. Brunel was verantwoordelijk voor de aanleg van de spoorwegen in zuidwest Engeland en het zuiden van Wales. De zogenoemde Box Tunnel werd door Brunel aangelegd als onderdeel van de spoorlijn tussen Bath en Chippenham en is bijna drie kilometer lang, toen de langste spoortunnel ter wereld. De bouw duurde van 1836 tot in 1841 en meer dan 100 arbeiders verloren bij de aanleg het leven door ongevallen. De tunnel is nog steeds in gebruik, nu in het traject van de hogesnelheidslijn.
Niet alleen tunnels werden door Brunel ontworpen en aangelegd, maar ook bruggen en viaducten werden gebouwd. Om de kloof, gevormd door de rivier Avon bij Bristol te overbruggen, werd in 1829 een wedstrijd uitgeschreven voor ingenieurs die gewonnen werd door Brunel. De bouw van een stenen brug zoals eerst was bedacht, viel veel te duur uit en daarom werd besloten dat het een smeedijzeren tolbrug moest worden.
Brunel had een revolutionair ontwerp gemaakt voor een hangbrug. Met de bouw werd in 1831 bij het dorp Clifton begonnen maar moest worden gestopt vanwege de relletjes die in Bristol waren uitgebroken. Het duurde vijf jaar voordat de rust was teruggekeerd en de bouw verder kon gaan. In 1843 waren de twee stenen torens gereed maar het geld was op. Het ijzerwerk en de zware kettingen die al klaar lagen werden in 1851 verkocht om de Royal Albert Bridge, ook een ontwerp van Brunel, gelegen aan de spoorlijn tussen Plymouth en Saltash over de rivier Tamar, te voltooien. Het werk aan de Clifton hangbrug werd hervat in 1862 en werd voltooid in 1864, vijf jaar na het overlijden van Brunel. Het brugdek ligt 75 meter boven de rivier. De overspanning tussen de twee torens is 214 meter lang. Het was daarmee toen de langste en hoogste hangbrug ter wereld.
Brunel ontwierp de Royal Albert Bridge in 1848 en met de bouw werd in 1854 begonnen. Op 1 september 1857 werd de eerste overspanning geplaatst door middel van vijzels op vier pontons die tussen twee basispijlers waren gevaren. De pijlers werden opgetrokken terwijl het brugdeel werd opgevijzeld. Telkens 90 centimeter hoger, dan de pijler verder opbouwen, enzovoorts, tot een hoogte van bijna 31 meter boven de rivier was bereikt. De totale lengte van de brug werd 667 meter.
Prins Albert, de echtgenoot van koningin Victoria, had al in 1853 toegestemd dat de brug naar hem vernoemd zou worden. Hij opende de brug onder grote belangstelling op 2 mei 1859. Brunel kon hierbij vanwege ziekte niet aanwezig zijn. Hij heeft de voltooide brug niet kunnen aanschouwen want hij overleed op 15 september 1859 in Londen. Besloten werd om van de brug een gedenkteken te maken door de woorden I.K. BRUNEL ENGINEER 1859 in grote metalen letters aan te brengen aan beide zijden van de brug op de portalen boven de spoorlijn.
Brunel heeft naast kleinere bruggen nog een bijzonder bouwwerk kunnen realiseren. Het is de spoorbrug over de rivier de Theems. De brug maakt deel uit van het spoorwegtraject tussen Bristol en Londen. Dit 190 kilometer lange traject was ontworpen door Brunel en kreeg de naam van de maatschappij, de Great Western Railway. De bouw van de spoorlijn werd door het Britse Parlement goedgekeurd op 31 augustus 1835 waarna met de aanleg werd begonnen. Het ontwerp van Brunel voor de Maidenhead Bridge die gebouwd werd tussen de steden Maidenhead en Taplow, ontmoette veel tegenstand omdat men niet geloofde dat een zo’n lange stenen overspanning met zo’n lage boog de zware treinen konden dragen.
Brunel had zijn ontwerp gebaseerd op berekeningen volgens de calculus principes die zijn vader Marcus in 1832 had uitgevoerd. Hij liet eerst houten constructies bouwen die als ‘fundament’ zouden dienen voor de te metselen semi-elliptische bogen. Hij gebruikte bakstenen voor de bogen die elk een overspanning hebben van 39 meter. De totale lengte van de brug werd 235 meter met een breedte van iets meer dan 9 meter. Ook de directie van de spoorwegmaatschappij twijfelde aan de sterkte van de bogen en was bevreesd dat de brug zou instorten als er een trein overheen reed. Daarom eiste de directie dat de houten constructies onder de bogen zouden blijven staan. Brunel volgde het bevel op maar liet de houten constructies iets verlagen zonder dit bekend te maken. Treinen reden vanaf 1838 zonder problemen over de brug. In 1939 spoelde een zware overstroming de houten constructies weg maar de brug bleef ongeschonden. Reden voor de directie om de veiligheid van de brug te accepteren. De brug is nog altijd in gebruik.
Het eindstation van de spoorlijn van Bristol naar Londen was Paddington Station. Het eerste station was tijdelijk en lag iets verderop aan Bishop’s Bridge Road. Het werd geopend op 30 juli 1833 en de spoorlijn liep toen niet verder dan Taplow omdat de Maidenhead Bridge nog niet gereed was.
Samen met Matthew Digby Wyatt ontwierp hij het hoofdstation van Paddington die de architectonische details voor zijn rekening nam. Brunel ontwierp de enorme overkapping, drie overspanningen van respectievelijk 21 meter, 31 meter en 21 meter. De lengte van de overkapping was 210 meter. Brunel was geïnspireerd door het enorme glazen Crystal Palace van Paxton. Het station werd officieel op 29 mei 1854 in gebruik genomen waarna het oude tijdelijke station het jaar daarop werd afgebroken.
In 1870 werd de capaciteit van het station vergroot van twee naar vier sporen en daarna volgden nog meer uitbreidingen tot negen perrons. Vanaf 1880 werd elektrische verlichting aangebracht. Paddington werd ook een belangrijk station voor de aanvoer van melk. In 1881 werd daarvoor een aparte spoorlijn met perron aangelegd. Dat werd uitgebreid met aanvoermogelijkheden voor vis, vlees en andere producten.
Op bovenstaand afgebeelde prentkaart uit 1904 is het station te zien toen het nog over 7 perrons beschikte. In 1916 was het station uitgebreid tot 12 perrons. Tussen 1922 en 1924 werd het dak van het station volledig gereconstrueerd waarbij de originele gietijzeren kolommen van Brunel werden vervangen door stalen replica’s. In 1982 werd een levensgroot bronzen beeld van Brunel geplaatst, zittend op een stoel met zijn hoge hoed in de linkerhand, gebeeldhouwd door John Doubleday. Het beeld was te zien in de hal tussen perron 8 en 9 en is verplaatst naar het perron bij de taxistandplaats.
Dat Brunel zeer sterk verbonden was met de spoorwegen bewezen de vier voorafgaande postzegels met spoorbruggen, een tunnel en een spoorwegstation. En niet te vergeten de hangbrug bij Bristol voor voetgangers, karren en autoverkeer. De postzegel van 47p toont een enorm schip, het raderstoomschip ‘Great Eastern’. Het was het derde zeeschip dat door Brunel werd ontworpen.
Het eerste schip was de ‘Great Western’, een raderstoomschip met een houten romp dat dienst ging doen om de Atlantische Oceaan over te steken. Het op 31 maart 1838 in Bristol te water gelaten schip was toen het grootste passagiersschip ter wereld. Op de postzegel is het schip afgebeeld op een schilderij vervaardigd rond 1843.Wellicht door Joseph Walter die een schilderij van dit schip vervaardigde dat er ongeveer hetzelfde uitziet. Dat schilderij hangt sinds 1989 in het Postmuseum in Londen. Joseph Walter heeft meer schilderijen vervaardigd met daarop schepen afgebeeld, waaronder het raderstoomschip ‘Great Eastern’.
Het tweede zeeschip dat Brunel liet bouwen was het stoomschip ‘Great Britain’. Dit stalen schip werd op 21 januari 1845 te water gelaten, gebouwd in het Avon droogdok te Bristol en deed dienst als passagiersschip tussen Bristol en New York. In 1884 werd het schip uit de vaart genomen en naar de Falkland Eilanden gebracht waar ze dienst deed als opslagplaats. In 1937 werd het schip tot zinken gebracht maar in 1970 gelicht en naar het oorspronkelijke droogdok in Bristol gesleept. Hier werd het schip gerestaureerd en doet nu dienst als museum.
Beide schepen, de ‘Great Eastern’ en de ‘Great Western’ zijn opgenomen op postzegels die zich bevinden in het prestigeboekje. Op de achtergrond is een zwart-wit foto geplaatst, op 18 augustus 1855 genomen tijdens de bouw van de ‘Great Eastern’ op de scheepswerf van J. Scott Russell & Co bij Millwall in Londen aan de Theems. De plaats waar het schip dwars van de helling te water werd gelaten is nog steeds zichtbaar.
De kiel werd gelegd op 1 mei 1854 en het schip maakte de eerste reis op 6 september 1859. Het schip liep verschillende malen averij op door verkeerde manoeuvres en domme pech, zoals het ontploffen van een stoomketel door het vergeten van het openen van een klep. De concurrentie met andere scheepvaartmaatschappijen was groot en het schip was daardoor niet rendabel. Het schip werd in 1864 verkocht en omgebouwd tot kabelschip. Daarmee werd de eerste trans-Atlantische telegraafkabel gelegd met een lengte van 4.200 kilometer. In 1889 werd het schip gesloopt.
Ter gelegenheid van de 200ste geboortedag van Isambard Kingdom Brunel werden twee munten van £2 uitgegeven in 2006. Op de ene munt staat hijzelf afgebeeld met zijn hoge hoed, de mode van die tijd voor mannen, en een sigaar in de mond. Achter hem een afbeelding van de Royal Albert Bridge. Op de andere munt een overkapping van Paddington Railway Station.
Op een postzegel in een blokje uitgegeven in 1997 is een van de spoorbruggen gebouwd door Isambard Kingdom Brunel over de ‘River Lyhner’ afgebeeld bij East Waters Wood. Deze rivier ligt in het graafschap Cornwall en de brug is een zogenoemd ‘Trestle Viaduct’. Trestle betekent schraag. Even verderop lag nog een viaduct over de ‘River Tiddy’, die hier samenvloeit met de ‘River Lyhner’. De spoorbruggen, 42 in totaal op de spoorlijn van Plymouth naar Truro, waren in het begin gebouwd van houten balken. De houten brug werd over de rivier ‘Lyhner’ werd vervangen door een stenen brug die nog steeds bestaat. De spoorlijn bestaat ook nog altijd. En de tweede naam ‘Kingdom’ van Brunel? Die had hij van zijn Engelse moeder, Sophia Kingdom. Hij is op 15 september 1859 overleden aan de nierziekte van Bright’s. Brunel was een zware roker. Hij ligt, net als zijn vader, begraven op het kerkhof ‘Kensal Green Cemetery’ in Londen.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)