Aan de oorlog tussen het keizerrijk Rusland en het Bondgenootschap van Frankrijk, Groot-Brittannië, het Ottomaanse Rijk en het koninkrijk Sardinië was tot 2004 door Royal Mail weinig aandacht geschonken. In tegenstelling tot de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Op 12 oktober 2004 kwam daar verandering in door de uitgifte van zes postzegels met afbeeldingen van militairen die in de Krimoorlog meegevochten hebben. Dit omdat het toen 150 jaar geleden was dat de Britten gingen deelnemen aan die oorlog.
Gerelateerde artikelen
Het National Army Museum schonk op 1 april 1970 aandacht aan de Krimoorlog met een expositie die aan deze oorlog was gewijd. Ter gelegenheid daarvan werd een speciaal stempel gebruikt. De postzegel met Florence Nightingale was daarbij zeer toepasselijk omdat zij samen met Mary Seacole en een aantal verpleegsters naar Constantinopel was gegaan om de gewonden te verzorgen die op de Krim waren gevallen.
De tentoonstelling was vooral gewijd aan de rol die het 93ste Infanterie Regiment, de Sutherland Highlanders, speelde in de Krimoorlog. Kunstschilder Robert Gibb vervaardigde in 1881 een schilderij met de titel ‘The Thin Red Line’. Het schilderij bevindt zich in het National War Museum of Scotland in Edinburgh Castle. Hierop is te zien dat slechts twee rijen dik Schotse infanteristen door hun opstelling de Russische cavalerie in verwarring bracht waarna zij zich terugtrokken. Dat was op 25 oktober 1854 bij Sebastopol nadat de Britse Lichte Brigade was verslagen. De commandant van de Russische cavalerie veronderstelde dat zich achter deze linie, nog een grote macht aan Britse soldaten bevond.
De oorlog begon naar aanleiding van een conflict tussen tsaar Nicholas I en sultan Abdulmejid I van het Ottomaanse Rijk over het beschermheerschap van een aantal heilige plaatsen in Palestina. Russische legers vielen de toenmalige Turkse gebieden Moldavië en Walachije binnen waarna de sultan op 4 oktober 1853 de oorlog verklaarde. Frankrijk sloot zich direct daarbij aan om een andere reden, de tsaar had de Franse keizer Napoleon III beledigd door te twijfelen aan diens keizerschap. Maar ook vanwege militaire belangen. In het Hermitage Museum in Sint Petersburg hangt bovenstaand schilderij van de tsaar, in 1856 vervaardigd door Wladimir Swertschkoff.
In november 1853 vernietigde de Russische vloot de oorlogsschepen van het Ottomaanse Rijk in de Slag bij Sinop. De Russische post gaf op 14 oktober 2009 een postzegel uit met een afbeelding van admiraal Vladimir Istomin die bevelhebber was op het oorlogsschip Paris dat deelnam aan de slag.
Een blokje met de afbeelding van een schilderij van Aleksej Bogoljubow toont de Slag bij Sinop met admiraal Pavel Nachimov. Het blokje verscheen op 6 november 2006. Op 28 maart 1854 sloten de Britten zich aan bij de Fransen (tot dan toe hun eeuwige vijand!) omdat ze bang waren dat de Russen hun invloed in de Middellandse Zee drastisch zouden uitbreiden. De feitelijke oorlogshandelingen vonden plaats tussen september 1854 en november 1855 op het schiereiland van de Krim.
De eerste slag waaraan de Britten deelnamen vond plaats op 20 september 1854 ten zuiden van de rivier de Alma. Hierbij vielen de Fransen en Britten samen de Russische troepen aan die de noordelijke zijde van de havenstad Sebastopol verdedigden. Door de grote tegenstand van de Russen moest het Brits-Franse leger zich terugtrekken, maar bij een oversteek van de rivier kon Lord Raglan, die een deel van de troepen aanvoerde, achter de linies van de Russen aanvallen. Dit leidde tot de overwinning op de Russische troepen. Omdat de telegraafdienst ook gebruikt werd voor militaire doeleinden was het Britse succes al snel bekend in het thuisland. Men was zo verrukt over de overwinning, ondanks de doden en gewonden die aan Britse en Franse zijde waren gevallen, dat velen bij de geboorte van een dochter, het meisje de naam ‘Alma’ gaven. Ook cafés en straten werden naar Alma genoemd. In Parijs ligt een brug over de Seine met de naam Pont de l’Alma.
Royal Mail gaf de opdracht om de serie postzegels te ontwerpen aan Atelier Works, een ontwerpbureau in Londen. De ontwerper vond in de archieven van het ‘National Army Museum’ een oud fotoalbum met de titel ‘Crimean Heroes en Trophies’ dat in 1856 was gepubliceerd door twee fotografen: Joseph Cundall en Robert Howlett. Het bevatte foto’s die in opdracht van koningin Victoria waren opgenomen voor het nageslacht van teruggekeerde Krim soldaten.
Veel portretten waren van militairen die ernstig gewond waren geraakt. Alleen portretten van soldaten en onderofficieren, niet van officieren, werden uitgekozen en men zocht in dezelfde archieven naar gegevens over de geportretteerde militair. Daarbij werd voor elke veldslag op de Krim een soldaat ongeacht zijn rang uitgekozen waarover achtergrondinformatie beschikbaar was.
William Powell nam dienst in het leger in november 1848 en werd in oktober 1857 eervol ontslagen als ‘colour sergeant’, een rang als stafsergeant aangeduid met drie naar beneden wijzende chevrons. Hij draagt ??de Krim Oorlogsmedaille met vier gespen, wat aangeeft dat hij aanwezig was bij de veldslagen bij de Alma, Inkerman, Balaklava en het beleg van Sebastopol. De gespen zijn op de foto niet op de juiste volgorde aangebracht op het lint. Onderaan zou moeten zijn aangebracht de gesp van Alma, daarboven Inkermann, dan Balaklava en bovenaan Sebastopol. Hij draagt ??de tuniek met dubbele rij knopen uit 1855 en is gewapend met het toen nieuwe Enfield Rifle Musket. De foto werd vervaardigd in juli 1856 in Aldershot vlak voor de Overwinningsparade in Londen.
Na de overwinning bij de Alma trok het leger van de Fransen en Engelsen op richting Sebastopol, de grote marinehaven die door de Russen zwaar werd verdedigd. De Russen voerden een tegenaanval uit op 25 oktober 1854. De Fransen hadden hun kamp opgeslagen bij de stad Kamyshly ten noorden van Sebastopol terwijl de Britten zich gevestigd hadden in de zuidelijke haven van Balaklava. De Russische generaal Pavel Liprandi bereidde met 25.000 soldaten de tegenaanval voor. De aanval door de Lichte Brigade tijdens de Slag om Balaklava werd door kunstschilder Richard Caton Woodville in 1897 vastgelegd in bovenstaand schilderij dat zich bevindt in de collectie van het National Army Museum.
Een ander schilderij, vervaardigd door Richard Simkin, toont de Sutherland Highlanders tijdens de aanval bij Balaklava op 25 oktober 1854. In Nederland kan men ook namen terugvinden die samenhangen met de Krimoorlog. Was de mening van ons toenmalig koningshuis, familie van de tsaar, daarop van invloed? Enkele gebieden en straten in Nederland zijn bekend met bijvoorbeeld namen als de Krim (Texel en Hoenderloo) en Sebastopol (Enschede, Lobith en Reuver). Bestaan nog meer voorbeelden in Nederland?
Vanzelfsprekend zien we in Groot-Brittannië ook veel terug dat een relatie heeft met de Krimoorlog, zoals de ‘Balaclava Road’ in Birmingham afgebeeld in het eerstedag stempel. De straatnaam komt in veel meer plaatsen voor zoals in Londen, Bristol en Derby. Ook andere veldslagen die tijdens de Krimoorlog werden uitgevochten werden herdacht met een straatnaam, zoals de slag bij Inkerman die plaats vond op 5 november 1854. Maar de meeste van de zestien veldslagen vonden plaats bij Balaklava.
De meest bekende aanval die de Britten op 25 oktober 1854 uitvoerden was de ‘Charge of the Light Brigade’, een totale mislukking die het gevolg was van misverstanden en verkeerd geïnterpreteerde commando’s. Het schilderij werd vervaardigd door Richard Canton Woodville. Het misverstand was ontstaan door de gebrekkige bevelen die kapitein Louis Nolan in opdracht van zijn bevelhebber had overgebracht aan de bevelvoerder van de Britse cavalerie, George Bingham, 3de Graaf van Lucan. De brigade leed verschrikkelijke verliezen vanwege de beschietingen door de Russische artillerie die het opnam tegen de ruiters die slechts bewapend waren met lansen en sabels. De brigade telde 118 doden en 127 gewonden terwijl zestig soldaten door de Russen gevangen waren genomen. Na de strijd waren slechts 195 mannen nog inzetbaar. De brigade telde 500 man voordat de aanval begon.
De Royal Mail herdacht de Krimoorlog met zes postzegels waarop portretten zijn afgebeeld van soldaten die betrokken zijn geweest bij verschillende veldslagen. De portretten zijn afkomstig van foto’s die zich bevinden in het archief van het National Army Museum in Londen. Ten behoeve van dit artikel is toestemming verkregen om de originele foto’s bij de postzegels af te beelden. Waarvoor dank aan het Museum. In deel 2 ga ik verder in op de vijf andere postzegels met gegevens over de afgebeelde soldaten voor zover bekend.
Reacties (1)
Cees heeft weer op een prachtige manier een stukje geschiedenis tot leven gebracht.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)