De verhalen spelen zich af in een landstreek met de naam Midden Aarde waar in de Shire uitsluitend de Hobbits leven, ver verwijderd van andere volkeren. De Shire ligt in het noordwesten van het continent in de regio Eriador en het koninkrijk Arnor.

Op de prentkaart is de Shire aangegeven tussen Arnor in het noorden en Eriador in het westen en zuiden. Volgens Tolkien had de Shire een oppervlakte van 47.000 km², werd begrenst door de Baranduin rivier in het oosten, de White Downs in het westen en in het zuiden door de moerassen van de rivier de Shirebourn.

Tolkien beschrijft in zijn boeken ‘The Lord of the Rings’ een bos in een brede vallei als het ‘Forest of Lothlórien’ als verzetscentrum van de Elfen tegen Sauron, die het slechte vertegenwoordigt, een antagonist. In de eerdere roman van Tolkien ‘The Hobbit’ wordt deze figuur omschreven als de ‘Necromanser’, iemand die de zwarte kunst uitoefent.  Op de postzegel is het bos afgebeeld in de lentetijd.

Op de linker postzegel is een afbeelding opgenomen van de stofomslag van het boek ‘The Lord of the Rings’ voor het deel ‘The Fellowship of the Rings’. De rechter zegel laat Rivendell zien, daar waar het Elfenrijk is in Midden Aarde. Het Elfenrijk werd gesticht door Elrond in het Tweede Tijdperk. Hij werd beschermd door de krachten van de elfenring van Vilya.

Bag End is het verblijf van de familie Baggins in Hobbiton gelegen in de Shire. De ingang van Bag End was een perfect ronde groene deur met een koperen knop in het midden. De ingang was een buisvormige hal met lambrisering en een tegelvloer, ingericht met vloerbedekking, gepolijste stoelen en een overvloed aan pinnen voor de hoeden en jassen van veel bezoekers. De tunnel ging verder in de heuvel met zijdeuren die ook rond waren. Op de rechter zegel een vroege afbeelding van de onneembare toren, de ‘Orthanc’, behorende tot het fort van Isengard. Latere afbeeldingen van de toren laten een zwartkleurige stenen toren zien bestaande uit vier gigantische pilaren. De toren stond aan de zuidkant van de ‘Misty Mountains’.

De deuren van Durin ofwel de Westelijke Poort werd gebouwd in de muren van Moria in de donkere kliffen van de Silvertijn. Zij vormden de toegang tot de grote Dwergenstad van Khazad-dûm. De deuren waren een vrije doorgang tussen het Elfenrijk en de Dwergenstad. In tijden van onrust konden de deuren worden gesloten. De deuren waren onzichtbaar voor het blote oog behalve in sterrenlicht en maanlicht. De deuren konden met een wachtwoord worden geopend. Op de rechter zegel het fort Barad-dûr, de zwarte toren van Sauron. Het was het grootste fort in het gebied van de Midden Aarde.

Op de linker postzegel is Minas Tirith afgebeeld, een stad die ook bekend is als Minas Anor, ‘De toren van de Ondergaande Zon’. Anárion, zoon van Elendil, richtte de stad op als een vesting en werd later de grootste stad van Gondor. Aan de andere kant van de rivier Anduin lag ook een stad, Minas Ithil. Toen deze stad werd ingenomen door de Nazgûl werd de naam van de stad omgedoopt tot Minas Morgul en Minas Anor tot Minas Tirith, ‘De toren van Waakzaamheid’. Op de rechter zegel het Fangorn Bos, een groot woud in Midden Aarde. Het woud wordt geregeerd door de Enten met als leider Fangorn ofwel Boombaard. Het woud was een van de laatste overblijfselen van de oerbossen in het westen van Midden Aarde.

Om alle namen en gebieden te kunnen ‘plaatsen’ is het nodig om de boeken van Tolkien te lezen. De trilogie bestaat uit de delen ‘The Fellowship of the Ring’ verschenen op 29 juli 1954, ‘The Two Towers’, uitgegeven op 11 november 1954 en ‘The Return of the King’, 20 oktober 1955. Eigenlijk is het boek verdeeld in zes delen, per band twee delen. De trilogie is vertaald in 38 talen en vele malen herdrukt. In 2003 werd de trilogie de beste roman van Groot-Brittannië ooit genoemd. De ‘Lord of the Rings’ was inspiratiebron voor films, muziek, videospelletjes en bordspelen. De films werden ook bewerkt voor uitzending op televisie.

Tolkien was van 1945 tot aan zijn pensioen in 1959 hoogleraar Engelse taal- en letterkunde aan het Merton College in Oxford. Tijdens zijn pensioen werd Tolkien steeds bekender vanwege zijn romans en zijn boeken verkochten zo goed dat hij er spijt van had niet eerder met pensioen te zijn gegaan. Door de steeds groter wordende belangstelling verhuisde hij samen met zijn drie jaar oudere echtgenote naar Bournemouth aan de zuidkust van Engeland. Op 1 januari 1972 werd Tolkien door koningin Elizabeth II benoemd tot ridder in de Orde van het Britse Rijk. De onderscheiding werd op 28 maart 1972 op Buckingham Palace uitgereikt. Hij overleed op 2 september 1973 in Bournemouth. Zijn echtgenote was op 29 november 1971 overleden op 81-jarige leeftijd. 21 maanden later, op 2 september 1973, overleed hij zelf en werd bijgezet in hetzelfde graf als zijn echtgenote. Hun graf ligt op het katholieke deel van het Wolvercote kerkhof in Noord Oxford aan Banbury Road gemarkeerd met een eenvoudige steen. We hebben daar een bloemetje achtergelaten zoals velen voor ons hebben gedaan en nog velen ons voorbeeld zullen volgen.

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • Groot Brittannië • Boeken • Films

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(4 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)

Laden...