In de filatelie is een cinderella een zegel die op het eerste gezicht aan een postzegel doet denken, maar geen postzegel is. Immers niet is uitgegeven door het postwezen van een door de Wereldpostunie erkend land, gebied of (internationale) organisatie.
Gerelateerde artikelen
De oervorm van ‘het zegel’ is zo’n succesformule dat men hem heeft gebruikt en kan gebruiken voor allerlei doeleinden. Hiervan wordt er slechts één in de filatelie verzameld en dat is het postbewijs: een zegel met frankeerwaarde waarvoor een brief bezorgd wordt. Maar je kunt er ook andere functies aan hangen bijvoorbeeld het betalen van belasting (Leges) of een spaarbewijs (De bijtjes van de zilvervloot). De term omvat een enorme spectrum aan mogelijkheden.
Zegels met een semi-postale functie, bestemd voor alternatieve vormen van postvervoer, zoals stadspostdiensten, scheepszegels, hotel-zegels.
Ook Tweede Wereldoorlog, gebruikt voor alternatief postvervoer tijdens een poststaking. Dergelijke zegels van zogenaamde stadspostdiensten die hun geld verdienden met de uitgifte van (stadspost)zegels zonder ooit post te vervoeren.
Zegels bestemd om op een brief te plakken maar zonder frankeerfunctie. Bijvoorbeeld sluitzegels. In Nederland bekend van de Tuberculosebestrijding.
Zegels die door de staat zijn uitgegeven, maar voor een ander doel dan het verzenden van post. Bijvoorbeeld fiscale zegels.
Nog meer zegels die niets te maken hebben met postvervoer: verzekeringszegels, spaarzegels, enz. sluitzegels.
Er zijn zelfs ook fantasiezegels van niet-bestaande landen. Bijvoorbeeld de tweede druk van de zogenaamde postzegels van het vorstendom Sedang, ergens in Indochina gelegen, welke koning Marie I in 1889 in Parijs liet drukken. Fantasiezegels die door kunstenaars zijn gemaakt. En natuurlijk vervalsingen ten nadele van het postwezen (zie hier over het artikel op pagina 2-3). Dat bleken ook nog eens vervalsingen ten nadele van de filatelist.
Spionagevervalsingen, bijvoorbeeld de 1½ cent uit 1935 (NVPH nr. 172) die geheime agenten meekregen als ze boven Nederland werden gedropt. Oorlogsvervalsingen in de Eerste en Tweede Wereldoorlog door de tegenpartij vervaardigd voor doeleinden van propaganda. Facsimile’s (namaak) van postzegels, maar op de een of andere manier duidelijk herkenbaar als niet-echt. Zegels die als postzegel zijn ontworpen en gedrukt maar nooit tot uitgifte zijn gekomen. Bijvoorbeeld omdat op het laatste moment een cruciale fout wordt ontdekt. Proeven: denk in Nederland aan de kleurproeven van de eerste emissies. Deze proeven zijn opgenomen in de NVPH-catalogus. Zij worden meestal uitgegeven door privéondernemingen of organisaties om hun bedrijf, of vereniging of iets dergelijks aan te prijzen.
Het ontwerp van cinderella’s lijkt in het algemeen zeer op die van “echte” postzegels maar zonder officiële landsaanduiding en meestal zonder waarde-aanduiding. Je kunt er dus ook reclame mee maken. Een opvallend voorbeeld van zo’n gebruik zijn de reclamezegels voor de “Nederlandse Unie”. een politiek partij die in 1940, in de oorlog dus, opgericht werd. De “Nederlandsche Unie” was een Nederlandse politieke beweging tijdens de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog, opgericht door een driemanschap bestaande uit Louis Einthoven (hoofdcommissaris van politie in Rotterdam), Johannes Linthorst Homan (commissaris der provincie van Groningen) en Jan de Quay (regeringscom-missaris van de arbeid).
De Nederlandsche Unie werd in juli 1940 opgericht, en in december 1941 door de Duitse bezetter ontbonden. Deze mannen wilden komen tot een versoepeling van de verhoudingen in het maatschappelijk verkeer, het lijntje wat minder gespannen. Niet dat ze zich bij de bezetting neer legden, maar een beetje vriendelijker mocht best wel. Het voornaamste doel echter was de NSB de wind uit de zeilen nemen. Van de NSB moest niemand iets hebben. (zoals je kunt zien maakte ook de bezetter gebruik van Cinderlla’s!) Men verwierp ook de deportatie van Joden die hier al lang gevestigd waren. Maar samenwerking bleek op termijn niet mogelijk onder meer omdat de Nederlandsche Unie geen verbod voor Joodse leden wenste in te stellen. De leden van de Unie bleven over het algemeen onkundig van deze perikelen. Zij waren veelal slechts lid geworden om te laten zien dat ze tegen de NSB en de Duitsers waren, droegen trots hun Unie-speldje, bevestigden een Unie-vlaggetje aan hun fiets, en bekommerden zich niet om de koers van de Unie-leiding. Om leden te werven werden Cinderella’s gemaakt. Na de inval van Duitsland in Rusland (Operatie Barbarossa, 22 juni 1941) werd door de Duitse bezetter van de Nederlandsche Unie een pro-Duits standpunt verwacht. Dat bleef echter uit.
In december 1941 werd de organisatie door de Duitse bezetter verboden. In de praktijk: mijn oom had gruwelijk de pest aan de NSB. Daarom werd hij lid van de ‘Nederlandse Unie”. Zijn kinderen kregen pianoles. Woensdagmiddag, alle drie achter elkaar van één juffrouw. Het kwam mijn oom ter ore dat deze juffrouw fanatiek lid was van de NSB, dus zegde hij het contract met haar op en werd zij ontslagen. Hij wilde zijn kinderen niet blootstellen aan haar ‘giftige’ invloed. Eén week later werd hij om die reden op de Mijn Laura zelf ontslagen. Daar stond hij, gezin met vier kinderen en bij werkeloosheid kans op ‘Arbeitsdienst’ in Duitsland. Via, via kon hij gelukkig snel een baan vinden op het distributiekantoor in Heerlen. Direct na de oorlog kreeg hij zijn baan als ‘hoofd laborant’ weer terug.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)