Toen ik het postzegelboekje ‘Schepen’ uitgegeven door de Zweedse postdienst op 15 november 1966 aan mijn verzameling toevoegde, viel het me meteen op, dat de daarin opgenomen postzegels heel bekend voorkwamen. Als verzamelaar van Zweedse postzegels vond ik dat eerst vreemd. Want waarom postzegels die in 1936 waren uitgegeven, opnieuw uitgeven in 1966, met precies dezelfde waarden en afbeeldingen, maar in andere kleuren?
Gerelateerde artikelen
In het postzegelboekje was een postzegel van 10 öre opgenomen, samenhangend met een postzegel van 15 öre. Dan een paartje postzegels van 20 öre en twee paartjes van 25 öre. En dan nog een postzegel van 30 öre samenhangend met een postzegel van 40 öre.
De inhoud aan postzegels had een totaal frankeerbedrag van 2,35 kronen, maar voor het boekje moest 3,50 kronen worden neergeteld. Het extra bedrag van 1,15 kronen was bestemd voor een fonds ter bestrijding van kanker.
De blauwe postzegel met de waarde van 20 öre werd uitgegeven op 20 februari 1936 als rolzegel ter gelegenheid van de 300ste verjaardag van de Zweedse post. De rolzegels zijn altijd aan twee zijden (boven en onder) ongetand. Afgebeeld is een postboot, de ‘Hjorten’ wat ‘Hert’ betekent. Deze zeilboot werd in 1692 gebouwd te Karlskrona en deed tot en met het jaar 1702 dienst op de scheepvaartroute tussen Ystad aan de Zuid-Zweedse kust en Stralsund in Duitsland. Het paartje in groene kleur bevond zich in het postzegelboekje.
Onder de afbeelding van de postzegels in het postzegelboekje onder de letter R is het jaartal 1966 opgenomen, soms heel duidelijk, soms vaag. Verder zijn de zegels uit het boekje altijd aan één zijde Links of rechts) ongetand.
De ultramarijnkleurige rolzegel van 25 öre werd eveneens uitgegeven op 20 februari 1936. Hierop is het raderstoomschip ‘Constitutionen’ afgebeeld die eveneens dienst deed op de route van Ystad naar Stralsund. Dat was tussen 1824 en 1838. Het paartje in blauwe kleur bevond zich in het postzegelboekje.
De rolzegel van 15 öre in bruine kleur werd uitgegeven op 8 april 1938 ter gelegenheid van de stichting van de Zweeds-Finse kolonie ‘Nieuw-Zweden’ in Noord-Amerika. Deze kolonie had geen lang bestaan want het duurde van 1638 tot 1655. Later zijn uit de kolonie de staten Delaware en Pennsylvania ontstaan. Afgebeeld zijn de schepen ‘Calmare Nyckel’ en ‘Fågel Grip’ afgebeeld waarop de kolonisten meevoeren naar Amerika.
De rolzegel van 10 öre werd op 13 oktober 1944 uitgegeven en behoorde tot de serie postzegels gewijd aan de Zweedse Marine. Hierop is het vlaggenschip van admiraal Carl Gustav Wrangel, de ‘Smålands Lejon’ te zien die onder andere deelnam aan de zeeslag ten noordwesten van het eiland Femarn op 13 oktober 1644. De zeeslag vond plaats tussen de vloten van Zweden (16 schepen) en Nederland (21 schepen), de laatste onder bevel van Maerten Thijssen en de vloot van Denemarken (17 schepen). De Deense vloot werd verslagen.
In het postzegelboekje van 1966 zijn de twee zegels als paartje opgenomen in rode kleur.
Het linieschip ‘Kung Karl’ is afgebeeld op de rolzegel van 30 öre. Dit oorlogsschip werd in 1693 gebouwd in Karlskrona. Het was toen het grootste schip van de Zweedse Marine. Ze had drie dekken met batterijen, totaal 110 kanonnen en werd bemand door 850 zeelieden. De postzegel werd uitgegeven op 13 oktober 1944.
Op de rolzegel van 40 öre is de achtersteven, de ‘spiegel’ van de schoener ‘Amphion’ afgebeeld, het vlaggenschip van Gustav III. Dit schip nam op 9 en 10 juli 1790 deel aan de zeeslag van Svensksund. Hier troffen de Zweedse en Russische vloot elkaar en de Zweden behaalden de overwinning waarmee een einde kwam aan de Zweeds-Russische oorlog die duurde van 1788 tot 1790. Bij de zeeslag waren in totaal ongeveer 500 schepen betrokken, de grootste zeeslag die Zweden ooit won.
Beide zegels zijn in rode kleur opgenomen in het postzegelboekje uitgegeven op 15 november 1966. Van het boekje bestaan twee versies, een type I en een type II. Deze zijn te herkennen aan kleine verschillen die voorkomen in de afbeeldingen van de 10 öre, 15 öre en 20 öre. De verschillen zijn vrij eenvoudig te herkennen. Daarbij moet gelet worden op de plaats waar het jaartal 1966 dat onder de afbeeldingen is aangebracht. Van beide typen boekjes zijn de oplagen 575.000 per type.
10 öre type I en type II
Bij type I staat het jaartal 1966 precies onder de letters G en E. Het laatste cijfer 6 staat in het verlengde van de linker balk van de letter E. Bij type II staat het jaartal 1966 midden onder de spatie tussen G en E.
15 öre type I en type II
Bij type I staat het cijfer 1 van het jaartal 1966 links onder de poot van de letter R. Het laatste cijfer 6 staat recht onder de voet van de letter R. Bij type II staat het cijfer 1 onder de poot van de letter R. Het laatste cijfer 6 staat niet onder de voet van de letter R.
20 öre type I en type II
Bij type I staat het cijfer 1 van het jaartal 1966 vrijwel in het verlengde van de linker balk van de letter R. Bij type II staat het cijfer 1 vrijwel midden onder de poot van de letter R. Als u postzegelboekjes van Zweden verzamelt, heeft u dan boekje type I of type II? Of beide typen boekjes? Of helemaal geen postzegelboekjes?
Reacties (1)
beste Cees Janssen
ik las met belangstelling je artikel over het postzegelboekje schepen van Zweden.
Ik heb helaas niet dat boekje, maar losse gebruikte zegels uit deze uitgave.
Ik kan melden dat bij de 25 öre uitgave 1966 onder de R het jaartal staat.
Dat is in de foto van het boekje ook wel te zien.
mvg Ben
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)