In het jaar 1984 werden door de postdienst van Finland voor Åland slechts zeven postzegels uitgegeven op één dag, 1 maart 1984. Hoe zou het verder gaan? Het uitgifteprogramma voor 1985 gaf aan dat in totaal zes postzegels zouden verschijnen waarvan twee gelijk aan de eerste drie zegels van 1984, de vissersboot. Die zijn dus aan te merken als permanente postzegels, net als de zegel met de vlag.
Gerelateerde artikelen
Op 2 januari 1985 werden de twee postzegels met vissersboot uitgegeven, waarvan een dienst deed als ‘aanvullingswaarde’ van 0,10 mk. De andere zegel met de waarde van 1,20 mk kwam in de plaats van de waarde van 1,10 mk van het voorgaande jaar, dus daarom die zegel van 0,10 mk, als bijplakzegel.
Ook op 2 januari 1985 verscheen een postzegel in de waarde van 1,50 mk met een afbeelding van een meiboom. De Zweedse benaming van de meiboom is Midsommarstång. Sinds 1922 kent Åland een eigen volkslied: Het Lied van de Ålander. In het vierde couplet word de meiboom bezongen:
De meiboom naar de rode avondzon
Wordt opgeheven door gewillige handen,
Het verste in het vissersdorp aan de scherenkust
De bakens worden aangestoken door de jongelui.
De meiboom of midzomerboom is een symbool van de vruchtbaarheid. Iedereen trekt tijdens Midzomer naar het platteland met vrienden en familie om daar te dansen rond de versierde meiboom, te eten en te drinken. Het is dan 21 juni, de langste dag, de zon gaat niet onder en dat wordt gevierd. De meiboom in Storby, de tweede grootste stad van Åland, behoort tot de grootste ter wereld en er zijn wel dertig mensen nodig om deze op te richten. De postzegel werd ontworpen door Rolf Christanson en gedrukt in een oplage van 2 miljoen stuks op fluorescerend papier. De zegel werd herdrukt en uitgegeven op 21 mei 1990 gedrukt op normaal papier in een oplage van ½ miljoen stuks.
Drie postzegels, ontworpen door Eeva Oivo, werden uitgegeven op 16 september 1985. De eerste zegel is ontsproten aan de fantasie van de ontwerpster en toont een weide in een boslandschap. De grondlaag op de eilanden is vaak dun of ontbreekt waardoor deze rotsachtig is. Maar daar waar de bodem bestaat uit zand kan men vaak graslanden met struikgewas aantreffen. Op de grotere eilanden is de grondlaag wat dieper en daardoor is het mogelijk dat bomen zich kunnen wortelen en bossen kunnen vormen. De postzegel toont jonge en oude bomen in het voorjaar terwijl de bodem is bedekt met gras en voorjaarbloemen, mogelijk de witte annemoon.
De tweede postzegel laat de rotsachtige kust zien van een van de eilanden aan de buitenzijde van de archipel. De buitenste bewoonde eilanden worden het meest door toeristen bezocht vanwege de prachtige zeegezichten, de natuur en de rust. In de verte is op de postzegel het plaatsje Kökar te zien. Het rode dak is van de kerk van Sint Anna. Het plaatsje telt ongeveer 300 inwoners.
Als laatste voor het jaar 1985 een postzegel van 8 mk met een landelijke uitstraling, een boerderij, schapen en een windmolen. De molen lijkt op het exemplaar dat te vinden is in het Openluchtmuseum bij Kastelholm op het eiland Sund. Op de Åland eilanden zijn vele eenvoudige houten windmolens te bewonderen. En de huizen en boerderijen, deels opgetrokken in hout en rood tot roodbruin geschilderd. Bent u wel eens op Åland geweest?
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)