Meegerekend de uitgiften met de opdrukken van 1919 werd in 1984 de honderdste postzegel verwacht voor de Faroer. Maar uitgegeven door de postdienst van de Faroer zelf, was het pas het volgende jaar dat het zo ver was, omdat de uitgifte van de 14 postzegels in 1975 tot stand was gekomen door de Deense Post. Dus gerekend vanaf 1975 waren het gemiddeld tien zegels per jaar en dat was inderdaad een gematigd uitgiftebeleid. Maar bleef dat zo?
Gerelateerde artikelen
De eerste serie van 1984 die uitkwam op 30 januari kwam wel heel bekend voor! Wederom werden kerkbanken als afbeelding gebruikt. De eerste serie kwam uit in 1980. De kerkbanken waren oorspronkelijk te vinden in het kerkje van Kirkjebøur ofwel Kirkebö op het eiland Streymoy aan de zuidwestkust met uitzicht op de eilanden Sandoy, Hestur en Koltur. Met de bouw van het kerkje werd rond het jaar 1200 begonnen en was toen gewijd aan de Maagd Maria. Maar later werd de kerk vernoemd naar Olav de Heilige.
De kerkbanken bevinden zich thans in het Nationaal Museum van de Faroer in Thorshavn aan de Brekkutún. De voorstellingen zijn als volgt: de heilige Johannes, de heilige Jacobus, Sint Thomas en Judas Taddeus. Deze laatste moet niet worden verward met de verrader van Jezus, Judas Iskariot.
De Europazegels van 1984 werden ontworpen door de Franse ontwerper Jacky Larrivière. Zijn ontwerp werd toegepast op alle Europazegels uitgegeven door de aangesloten landen bij de CEPT. In verband met het 25-jarige bestaan van de CEPT was een ontwerpwedstrijd uitgeschreven die hij had gewonnen.
Een serie van vier postzegels werd op 28 mei 1984 uitgegeven gewijd aan schrijvers afkomstig van de Faroer eilanden. Sverri Patursson werd afgebeeld op de eerste postzegel, die van 200 øre. Patursson werd geboren op 22 september 1871 in Kirkjubøur aan de westkust van Streymoy en overleed in zijn geboortedorp op 10 november 1960. Hij schreef vele artikelen die het toerisme naar de eilanden moest bevorderen en werkte als freelance journalist voor Scandinavische kranten en magazines. Hij was een van de initiatiefnemers voor de oprichting van de toeristische vereniging Føroyar Ferdamannafelag, een soort VVV. In 1914 vertaalde hij het boek Robinson Crusoe in de taal van de Faroer eilanden. Jóannes Patursson was de broer van Sverri en werd geboren op 6 mei 1866. Hij streed voor het behoud van de oorspronkelijke taal van de eilandbewoners en voorkwam dat het Deens zou gaan overheersen. Hij nam deel aan de Nationale Beweging en schreef daarvoor strijdliederen, zoals ‘Nu is tannstundin komin til handa’ (nu komt het uur voor het optreden).
Janus Djurhuus werd geboren op 26 februari 1881 in Thorshavn. Hij was de eerste moderne dichter op de eilanden. Hij werd advocaat, ging in 1897 naar Kopenhagen en daarna naar Bornholm om verder te studeren. In 1931 keerde hij terug naar de Faroer eilanden. Hij gaf vier verzamelingen van zijn gedichten uit die de periode van 1901 tot aan de Tweede Wereldoorlog besloegen. Hij overleed op 1 september 1948 in Thorhavn. Hans Andrias Djurhuus was de jongere broer van Janus, geboren op 20 oktober 1883. Ook hij werd dichter en schreef vele kinderliedjes. Hij was onder andere voorzitter van de Nationale Bibliotheek en van de Kinderbescherming op de Faroer. Tussen 1944 en 1951 gaf hij het literatuurblad ‘Vardin’ uit. Hij overleed op 6 mei 1951.
Op 10 september 1984 werden drie postzegels uitgegeven gewijd aan de visserij. Op de zegel van 280 øre is een klein zeilschip afgebeeld, een pinnace of sloep. De naam van het scheepje was ‘Westward Ho’ gebouwd in 1884.
Op de zegel van 280 øre zijn vissers afgebeeld die de netten binnenhalen op de sloep terwijl op de zegel van 12 kronen de roerganger is weergegeven. De zegels werden gegraveerd door Czes?aw S?ania en de zegels werden gedrukt in velletjes van 20 stuks.
Het derde postzegelboekje verscheen in een oplage van 450.200 stuks op 29 oktober 1984. In het boekje waren zes verschillende postzegels opgenomen, waarvan één met de waarde van 140 øre en vijf van 280 øre. De postzegels waren gewijd aan sagen over en avonturen op de Faroer eilanden.
De sagen waren in de vorm van linoleumsneden weergegeven door de grafisch kunstenaar Elinborg Lützen, geboren op 26 juli 1919 in klaksvík als dochter van een koopman. Op 18-jarige leeftijd verhuisde zij naar Kopenhagen om industriële vormgeving te studeren. Ze werkte vooral met linoleumsneden wat ze geleerd had op de kunst- en ambachtsschool in Bergen. Pas in 1947 keerde zij terug op de Faroer eilanden. De eerste twee postzegels zijn afbeeldingen uit de sage ‘De warmte van de sluier’ ook wel ‘De schoonheid van de sluier’ geheten.
De derde zegel had betrekking op de sage ‘De magere prinses’ en de vierde de sage ‘Glaswerk’.
De vijfde postzegel illustreerde de sage ‘Kleine Elin’ of ‘Roze Elin’ en de laatste ‘De jongen en de stier’. De vormgeving van de postzegels werd gedaan door Bárdur Jákuppson. Elinborg Lützen illustreerde vele boeken en maakte een serie over de Noordse mythologie. Zij illustreerde ook het boek ‘Gullivers Reizen’ van de Ierse schrijver Jonathan Swift uit 1726 dat was vertaald in het Deens. In 1980 ontving ze de kinderboekenprijs van de gemeente Thorshavn. Zij overleed op 22 november 1995. Of de postzegels buiten de Faroer gewaardeerd werden weet ik niet, maar ik vermoed dat maar weinigen de sagen en avonturen kenden of herkenden. Maar wel voor honderd procent met betrekking tot de Faroer! Maar 19 postzegels voor 1984? Het werd wel veel, een verdubbeling van het gemiddelde van de voorgaande jaren.
Gerelateerde artikelen
Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • Denemarken • Faroer • Europa CEPT • Kerken • Religie • Tweede wereldoorlog
Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?
Kijk dan bij Collect Club.
(4 stemmen, gemiddeld: 4,00 uit 5)
Laden...
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)