Gebruik werd gemaakt van de serie postzegels in het type ‘Klein staatswapen’ in de waarden 15c, 20c, 25c, 30c, 35c en 50c. Dus zes stuks per maand. De afdruk van de voorafstempeling was in de vorm van een staande zeshoek.

Verzamelaars van voorafgestempelde postzegels zullen hier vast niet blij mee zijn geweest, want voor het gehele jaar 1938 moesten 72 postzegels worden aangeschaft met een totale waarde van 21 franken. In 1939 werden slechts twee maanden op dezelfde wijze als in 1938 van een voorafstempeling voorzien, de maanden januari en februari.

Voor de rest van het jaar volstond men met drie postzegels, 2c, 5c en 10c, waarbij alleen het jaartal en een posthoorn in een rechthoek als voorafstempeling werd gebruikt.

In 1939 werden verder nog twee voorafstempelingen gebruikt waarbij een tijdvak werd gehanteerd. Acht postzegels met het tijdvak I-I-39 / 31-XII-39 en negen met het tijdvak I-VII-39 / 30-VI-40. Dus vier verschillende clichés voor de voorafstempelingen in 1939.

Zo ging men door met de voorafstempelingen in tijdvakken.

Soms komt men zeer gedecentraliseerde voorafstempelingen tegen, zoals hierboven afgebeeld op de 60 centiemen.

Op 18 juni 1949 werden vijf postzegels ‘Klein staatswapen’ voorzien van een voorafstempeling waarbij de frankeerwaarde was gewijzigd.

De vijf postzegels met deze voorafstempeling zijn ook besproken in het artikel op de Blog over de Stichting Anseele.

In totaal werden 194 postzegels voorzien van een voorafstempeling in tijdvakken op het postzegeltype ‘Klein staatswapen’. De laatste uitgifte had het tijdvak I-I-51 / 31-XII-51. In deel 3 worden de voorafstempelingen beschreven op het postzegeltype ‘Heraldieke leeuw’ vanaf 1951.

Kijk in onze catalogus voor meer postzegels
• Historisch • België • Heraldiek

Nieuwsgierig naar de nieuwste postzegel- en postzegelproducten?

(2 stemmen, gemiddeld: 5,00 uit 5)

Laden...