Op 17 juli 2017 brengt PostNL het postzegelvel Leven in de Noordzee uit met tekeningen van planten en dieren die in het gebied van de Noordzee voorkomen. De tekeningen zijn gemaakt door vier wetenschappelijke illustratoren van het top instituut Naturalis Biodiversity Center in Leiden.
Gerelateerde artikelen
Dit instituut van wereldformaat is ontstaan door een fusie van:
- het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis met
- het Zoölogisch Museum Amsterdam en
- het Nationaal Herbarium Nederland.
De collectie van Naturalis (beheert ruim 42 miljoen natuurhistorische objecten) vormt een rijke bron voor onderzoek om zo het leven op aarde en in de zee steeds beter te kunnen beschrijven, begrijpen en verklaren.
Ontwerper Ingmar Birza van Birza Design uit Deventer heeft de tekeningen gecombineerd met de typografie.
Postzegelvel Leven in de Noordzee – uitgiftedatum 17 juli 2017
Postzegelvel Leven in de Noordzee
De vijf horizontale postzegelparen zijn van boven naar beneden in een logische volgorde geplaatst:
- In de lucht een jan-van-gent.
- In de zee een rode poon.
- In de branding een noorzeekrab.
- Aan de vloedlijn blaaswier en knoopwier.
- Op het strand nonnetjes, halfgeknotte strandschelpen en het eikapsel van een gevlekte rog.
Op het postzegelvel staan vijf vrijstaande tekeningen van bewoners van het Noordzeegebied tegen een velvullende achtergrondfoto van de Noordzee. Alle tekeningen blijven binnen de perforatie, behalve die van het rode blaaswier. ‘Draden’ lopen door op de zegelrand van de linker postzegel.
Op de tabs aan weerszijden van elke postzegel staat welke soort het betreft, met vermelding van zowel de Nederlandse als de Latijnse naam. Hierop staan als bijzonderheid ook de namen van de vier wetenschappelijke illustratoren.
Interessante en lezenswaardige info
In tegenstelling tot alle voorgaande postzegelemissies citeer ik bij dit postzegelvel de gehele beschrijving van de vier ontwerpers uit Postzegelnieuws van 17 juli 2017. De reden daarvoor is dat de ontwerpers sprekend in het persbericht worden opgevoerd, waardoor de lezer nauw en gedetailleerd betrokken wordt bij de verschillende en persoonsgebonden invalshoeken, die de vier ontwerpers tijdens het ontwerpproces van de vijf verschillende postzegelafbeeldingen hebben toegepast.
1. Inge van Noortwijk wetenschappelijk illustrator
Inge van Noortwijk over het vak
“Als wetenschappelijk illustrator moet je natuurlijk buitengewoon precies kunnen tekenen. Alles moet kloppen, tot in het allerkleinste detail. We tellen zelfs de schubben van de vissen. In ons vak begin je bij elke opdracht weer van voren af aan. Ook al heb je – zoals in dit geval – eerder jan-van-genten en schelpen getekend. Dat is voor ons ook het allerleukste aan dit vak. Iedere keer ben je weer met iets nieuws bezig door het onderwerp helemaal te fileren. Er is een heel goede reden waarom er nog zo veel in de wetenschap wordt getekend. Want een foto is een momentopname en een tekening is een totaal van vele momenten. In een tekening kun je dingen weglaten die niet van belang zijn en dingen naar voren halen die wel van belang zijn. De jan-van-gent heb ik in vlucht getekend, omdat op die manier alle belangrijke kenmerken mooi in beeld komen. Deze vogel maakt gebruik van lange thermiekbanen om de zee af te speuren. Met die vleugelstand staat hij nu op de postzegels.”
Inge van Noortwijk over compositie
“Je houdt altijd rekening met hoe het beestje in beeld komt. Compositie is zo belangrijk. Bij deze opdracht wist ik van tevoren dat er twee gelijke postzegels naast elkaar zouden komen. Daar let je dan op. Aan de schelpjes heb ik weer perspectief gegeven door het eikapsel van de gevlekte rog erachter te zetten. De mooie krullen sluiten bovendien goed aan op het zeewier erboven. De jan-van-gent vliegt naar links. Die oriëntatie is in ons vak als vanzelf ontstaan, omdat op die manier vergelijking tussen verschillende illustraties makkelijker is. Ook de lichtval komt altijd van links. Wij zijn alle vier rechtshandig. Daarom staan onze tekentafels bij Naturalis zo opgesteld dat het licht van links binnenvalt.”
Inge van Noortwijk over de jan-van-gent en de schelpen
“Door het contrast tussen zwart-wit en knalgeel is de jan-van-gent een prachtige vogel. Een soortgelijk effect heb ik bij de schelpen bereikt met het zwarte eikapsel. Ook heb ik de schelpen wat schaduw gegeven om duidelijk te laten zien dat ze op het strand liggen. Schelpen lijken ontzettend veel op elkaar, maar er zijn allerlei subtiele verschillen in vorm en kleur. Een kenner ziet dat meteen. Zo wilde ik eerst de halfgeknotte strandschelp de blauw-bruinige kleur geven van de exemplaren die ik op het strand had gevonden. Maar onze schelpenexpert vertelde mij dat schelpen met zo’n kleur al minstens vijfduizend jaar oud zijn. Dat komt doordat ze zolang op veenachtige zeebodem hebben gelegen en de kleur daarvan hebben overgenomen. In plaats daarvan heb ik nu de veel frissere kleuren van een veel jongere schelp gebruikt.”
Bron: PostNL, Postzegelnieuws, 17 juli 2017
Bovenstaande informatie heeft ook betrekking op het laatste postzegelpaar van deze emissie.
2. Bas Blankevoort medisch/wetenschappelijk illustrator
Bas Blankevoort over het vak
“Ik houd ontzettend van heel nauwkeurig schilderen en tekenen. En van het analyseren van objecten en situaties dat daarmee gepaard gaat. De kracht en de schoonheid van het kleine, daar kan ik ontzettend in opgaan. Je werkt in opdracht samen met onderzoekers en je lost wetenschappelijke vragen op door ze goed en duidelijk te visualiseren. Dat kan zich ook uiten in infographics, een kort beeldverhaal. De ene keer gaat het om het exact natekenen van objecten. De andere keer om het omzetten van wetenschappelijke bevindingen naar beeld door heel veel woorden in één tekening samen te vatten. Een foto is één indruk. Een wetenschappelijke illustratie is een geheel van vele indrukken. Waar de fotograaf stopt, beginnen wij.”
Bas Blankevoort over de rode poon
“De rode poon is een fantastische vis. Een prehistorisch aandoend dier, met een gepantserde kop en scherpe punten. En dan die prachtige, blauw-omzoomde en gevlekte vleugelvormige borstvin. De drie vingervormige vinstralen onder de kop zijn ook apart. Met deze tastzintuigen loopt de vis over de bodem, op zoek naar prooien. Ik wilde wel met vers materiaal werken, maar de eerste rode poon van de viszaak was achteraf gezien maar gedeeltelijk bruikbaar, want die had een niet zo karakteristieke kop. Bij een andere vishandel heb ik een mooiere gehaald. Met allerlei gereedschapjes ga ik dan aan de slag, bijvoorbeeld om de vinnen omhoog te trekken, en de stekels en de vinstralen te bestuderen, te tellen en te fotograferen. Na het maken van foto’s en schetsen is het een kwestie van onthouden en snel aan het werk gaan.”
Bas Blankevoort over schilderen op de computer
“Deze vis heb ik in Photoshop op de computer geschilderd. Ik werk ook met aquarel, maar de computer vind ik vaak praktischer. Het grote voordeel is dat je naar believen kunt inzoomen en dan alle details toevoegen en weglaten die je maar wilt.”
Bas Blankevoort over postzegels
“Ik vind het fantastisch dat onze wetenschappelijke illustraties op postzegels zijn gekomen. Ook de door mij geschilderde rode poon. Als jongetje was ik gek op postzegels verzamelen. Dat was een ware ontdekkingsreis, de hele wereld kwam via een klein zegeltje op een envelop zo bij je binnen. Postzegels verzamelen is heel secuur werk en dat past wel bij mijn latere loopbaan als wetenschappelijk illustrator. Ik hoopte al jaren dat we ooit van het prachtige materiaal van Naturalis prachtige postzegels konden maken. Ik kon er niet van slapen toen ik hoorde dat het doorging.”
Bas Blankevoort over de achtergrondfoto
“De Noordzee – strand, zee en lucht. Eenvoudiger kan het eigenlijk niet. Ik heb gewacht tot er een flinke storm was. Tussen de buien door ben ik het Katwijkse strand opgewandeld. Met een meetkundig oog heb ik de compositie voor de achtergrond van het postzegelvel bepaald. Zo konden we alle dieren en planten op de plek plaatsen waar ze horen: lucht, zee, branding, vloedlijn, strand. Daarvoor heb ik wel op mijn buik gelegen. Vervolgens heb ik de foto op de computer bewerkt en helemaal opnieuw geschilderd. Ook moest de achtergrond van de twee identieke postzegels exact gelijk zijn, zonder dat je merkt dat het beeld met dat doel is gemanipuleerd.”
Bron: PostNL, Postzegelnieuws, 17 juli 2017
3. Erik Jan Bosch wetenschappelijk illustrator
Erik Jan Bosch over het vak
“Dit werk vraagt om zitvlees. Het is arbeidsintensief, je moet geduld hebben, concentratie opbrengen. Daar moet je wel de juiste persoonlijkheid voor hebben. Niet te springerig zijn. Het is ontzettend leuk om deel uit te maken van het wetenschappelijke proces. Er wordt hier gewerkt aan het in kaart brengen van het dierenrijk en daar hebben ze ons voor nodig. Zo’n soortbeschrijving is fascinerende proza. Maar een wetenschapper kan niet zonder tekeningen. Want je kunt niet alles in woorden beschrijven.”
Erik Jan Bosch over de natuur
“Ik ben niet opgeleid als bioloog, maar je wordt wel een ervaringsdeskundige. Samen met wetenschappers werk ik aan de meest uiteenlopende onderwerpen. En ik heb een enorme voorliefde voor de natuur. Zeker voor het kleine spul als insecten en spinnen. De meeste mensen hebben geen idee hoe mooi die beestjes zijn, want zij zien ze niet door de microscoop. Soms vergeet je weleens wat voor leuk, gek bedrijf Naturalis is. Met zo veel verschillende disciplines, met al die gedreven wetenschappers. Dat is heel inspirerend.”
Erik Jan Bosch over de krab
“Ik wilde graag de noordzeekrab doen, misschien juist omdat die zo anders is dan al die kleine beestjes. Een krab is tegelijk heel robuust en heel gedetailleerd. Het is een prachtig schaaldier, met een mooie kleur en indrukwekkende scharen. De illustratie heb ik gemaakt aan de hand van een opgezette krab uit onze eigen collectie, een heel mooi geprepareerd exemplaar. De details zie je toch het best als je een echt beest voor je snufferd hebt. Als je ziet hoe mooi zo’n beest in elkaar zit, krijg je meteen zin om te schilderen.”
Erik Jan Bosch over kijken
“De eerste schetsen heb ik gemaakt met een half vooraanzicht. Ik wilde graag dat de priemoogjes voor de scharen zouden uitsteken. Alsof hij dreigend op je afkomt. Maar dat werkt niet op postzegelformaat. Het werd een soort hamburger op pootjes. Dus is het toch het traditionele bovenaanzicht worden. Als ik zo’n krab heb getekend, zit hij voor eeuwig in mijn hoofd. Je leert de vormentaal herkennen. Het is niet voor niets dat biologiestudenten in het eerste of tweede jaar tekenlessen krijgen. Want van tekenen leer je goed kijken. Leer je de verschillen, de overeenkomsten zien. Zweefvliegen bijvoorbeeld zien er op het eerste gezicht heel verschillend uit. Maar door goed te kijken, leer je dat achter al die variatie een basisplan steekt. Je staat versteld hoe de natuur dat voor elkaar krijgt. Fascinerend.”
Bron: PostNL, Postzegelnieuws, 17 juli 2017
4. Esmeé Winkel botanisch illustrator
Esmée Winkel over het vak
“Als botanisch illustrator werk ik meestal in zwart-wit met pen en inkt. Een van de redenen daarvoor is dat je in zwart-wit botanische verschillen veel duidelijker kunt laten zien. Daarom was het des te leuker om voor de postzegels in kleur te mogen werken. Ik werk nauw samen met de onderzoeker. Zo heb ik net een nieuwe orchideeënsoort getekend die in de Leidse Hortus Botanicus bloeide. Als dat gebeurt, ga ik er direct naartoe. Je weet maar nooit wanneer een onbeschreven soort weer besluit te bloeien. Ter plekke teken ik dan de plant. Als ik weet hoe de bloeiwijze in elkaar steekt, dan mag ik een bloemetje eraf halen en die helemaal uit elkaar halen om die vervolgens op het werk onder het binoculair te bekijken en te tekenen.”
Esmée Winkel over de techniek
“Ik maak wetenschappelijke illustraties, maar met artistieke vrijheid. Juist die combinatie is geweldig. Als illustrator moet je natuurlijk heel nauwkeurig en precies te werk gaan. Maar je hebt ook de vrijheid om alle elementen in de tekening op zo’n manier te rangschikken dat het een goed en harmonieus geheel vormt. Juist als je de tekentechnieken en botanische kennis goed onder de knie hebt, word je op het esthetische vlak vrijwel niet geremd en kun je jezelf op die manier uitdrukken.”
Esmée Winkel over de voorbereiding
“Iedereen heeft zijn eigen methode. Mijn onderwerp bestudeer ik altijd eerst uitvoerig. Pas als ik in mijn hoofd een driedimensionaal beeld heb van hoe het in elkaar steekt, ga ik aan de slag. Ook voor deze opdracht heb ik mij heel goed voorbereid. Ik heb over zeewier gelezen. Samen met een zeewierspecialist bij het Herbarium, Willem Prud’homme van Reine, hebben we de collectie bekeken, ik heb vers zeewier gekregen en ook geproefd. Ik kijk eerst goed naar het materiaal, ook onder het binoculair, hoe het eruit ziet. Waar welke onderdelen zitten. Dan pas ga ik schetsen maken en die naderhand verder uitwerken tot de tekening zoals ik die wil hebben.”
Esmée Winkel over de zeewieren
“Voor de illustratie heb ik blaaswier en knoopwier gekozen, omdat twee nog interessanter is dan één. Zo kon ik spelen met verschillende kleuren en met verschillende vormen. Het zijn primitievere planten dan ik tot nu getekend heb. Het blaaswier heeft stevige drijfblazen die karakteristiek zijn voor dit bruinwier en hieraan ontleent de soort ook zijn naam. De voortplantingsorganen zitten aan de uiteinden. Het knoopwier is donkerrood en heeft een dun en onregelmatig vertakkende structuur. In het juiste jaargetijde zijn er allemaal ronde voortplantingsorganen op dit roodwier te vinden. De verschillende structuren van de twee wieren heb ik allemaal in deze aquarel geschilderd.”
Esmée Winkel over de compositie
“Ik wilde de zeewieren tekenen zoals ze in de zee meedeinen, met de golfslag meegaan. Ook wilde ik de enorme variatie in vorm en kleur laten zien. De meeste mensen kennen zeewier als vieze bruine planten die ze op het strand zien liggen. Maar dat is dood wier. Ik heb levend wier getekend.”
Bron: PostNL, Postzegelnieuws, 17 juli 2017
5. Inge van Noordwijk wetenschappelijk illustrator
Zie voor de informatie bij het eerste horizontale postzegelpaar, die Inge ook heeft getekend.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)