België kent vele postzegeluitgiften die zijn voorzien van opdrukken of perforaties die niet-officieel zijn aangebracht. Wel werden deze opdrukken en perforaties in de meeste gevallen toegestaan door de Belgische postdienst en behielden, ook na bewerking, hun frankeergeldigheid. Meestal waren de ‘baten’ bestemd voor liefdadigheidsinstellingen.
Gerelateerde artikelen
Een van de vele voorbeelden waarbij de oorspronkelijke uitgifte werd gebruikt om daarmee extra gelden binnen te krijgen was voor de Muziekkapel van Koningin Elisabeth. De twee blokjes die verschenen in december 1941 werden daarvoor gebruikt. Kapel is eigenlijk een vreemde benaming. Het staat meestal voor een klein muziekkorps zoals een blaaskapel. De Muziekkapel werd in 1939 opgetrokken in een toen moderne stijl in opdracht van Graaf Paul Auguste Cyrille de Launoit op het beboste terrein van de graaf in Argentuil. Architect was Yvan Renchon die een receptieruimte, een verblijf voor de Koningin, een eetzaal, studio’s en een grote salon ontwierp die zo nodig snel kon worden omgevormd in een concertzaal.
De uitgifte bestond uit twee blokjes van 10F met een toeslag van 15F, de een getand en de andere ongetand. Van elk blokje was de oplage 235.754 stuks. De blokken werden verkocht bij inschrijving van 10 oktober 1941 tot en met 25 oktober 1941.
Ten behoeve van een extra verkoopstimulans werden van de boven genoemde oplage 112.000 blokjes, zowel getand als ongetand, voorzien van een perforatie in de vorm van het monogram van de Koningin en op de gomzijde van een stempelafdruk in violette kleur.
De blokjes waren te koop in het Paleis voor Schoone Kunsten te Brussel, waar ook een speciaal stempel werd gebruikt met de datum 28 juni 1942, de eerste dag van uitgifte. De blokjes, met een lage nummering, werden in een herinneringsblad aangebracht. Het nummer van het blad stemde overeen met het nummer op het blokje.
De getande blokjes waren genummerd met een doorlopende nummering. De getande blokjes met een rood nummer (No) en de ongetande blokjes met een zwart nummer (NR). Waar de perforatie, de stempeling op de gomzijde en de nummering heeft plaatsgevonden is mij niet bekend. Wat vindt u van dergelijke initiatieven om bestaande uitgiften een extra dimensie te geven door het toevoegen van particuliere opdrukken, perforaties en stempelafdrukken? Verzamelwaardig of niet?
Reacties (5) Schrijf een reactie
Het is nog maar de vraag wat precies bedoeld wordt met privé-opdrukken (of -perforaties of -stempels). Hoe onderscheid je wat “goed” is van amateuristisch gebroddel? Iedereen kan wel een paar zegels bekladden met één of andere “opdruk” en die dan voorstellen als wereldzeldzaamheid wegens slechts enkele bestaande exemplaren. Idioot natuurlijk, maar dit toont wel aan dat het scheiden van het kaf van het koren bij privé-opdrukken met moeilijkheden gepaard kan gaan. Welke criteria moeten worden gehanteerd? Op grond waarvan heeft bv de Belgische catalogus een selectie gemaakt?
Na enig nadenken ben ik geneigd te stellen dat, inzoverre het gaat om erkende privé-instanties (1), waarvan het initiatief om een opdruk of perforatie aan te brengen, én de precieze aard van die opdruk of perforatie (formaat etc.) VOORAF door de post zijn goedgekeurd (2), waarbij de opbrengst van de verkoop gaat naar een erkend (goed) doel (3), en waarbij de zegels hun frankeerwaarde behouden (4), dat dan die zegels (of blokken) verzamelwaardig zijn en in een thematisch opgezette collectie kunnen worden opgenomen [niet in een klassieke landenverzameling wegens niet door dat land uitgegeven] (5), hoewel – en dit is bijzonder belangrijk – de quotering ervan (indien die zegels al vermeld worden in catalogi) niet mag uitstijgen boven die van de “onbehandelde” exemplaren. Er is namelijk geen controle van overheidswege op het gebruikte materiaal en de oplages (ook al wordt vaak beweerd van wel).
Maar ik ben niet op de hoogte van de regels van de FIP inzake thematische verzamelingen, en het zou dus best wel eens zo kunnen zijn dat privé-opdrukken of -perforaties door de FIP niet aanvaard worden voor tentoonstellingen. Iemand die van die regelgeving beter op de hoogte is dan ikzelf wordt hierbij uitgenodigd om op dit punt opheldering te verschaffen.
Tot slot: enkele van die privé-reeksen halen in België hoge tot zéér hoge prijzen (denk maar aan de 1e Orval eind jaren ’20 of de Mercier een jaar of 5 later), met als onvermijdelijk gevolg dat er dan ook vaak meer vervalste reeksen in omloop zijn dan originele, maar het voorbeeld dat hier in het artikel van Cees wordt aangehaald, de geperforeerde blokken Muziekkapel dus, worden in de catalogus bedacht met een schamele 1,25 euro, terwijl het “origineel” ruim 10 euro haalt. Oppassen en uitkijken dus bij aankoop, dat je door één of andere sluwe Belg geen geperforeerde appels voor originele citroenen worden aangesmeerd !!
Ik vind er verder niets van, behalve dat ik het een interessant en lezenswaardig artikel vind over iets wat mij niet bekend was.
@Pieter
Wie België verzamelt, heeft allicht een Belgische catalogus in huis, en zal dus niet onbekend zijn met het verschijnsel van de privé-uitgiften. In die catalogus worden ze sinds jaar en dag vermeld en gequoteerd in een afzonderlijke rubriek “back of the book”. In zoverre aan een aantal voorwaarden wordt voldaan (zie mijn bedenkingen hierboven) zijn die zegels m.i. absoluut verzamelwaardig.
Privé-emissies (en bij uitbreiding erinnofilie) bestaan ongetwijfeld ook in andere landen, maar gezien de moeilijkheid van het onderwerp worden die zegels door de meeste catalogi zedig verzwegen.
Patrick en dan hebben we het nog niet eens over de postzegels van de particuliere Postdiensten zoals TBC!
@Hennepnetel
Inderdaad, uitgiften van particuliere postdiensten zoals TBC kunnen hier ook worden vernoemd. Het thema van de “niet-officiële emissies” is eindeloos, en de vele vertakkingen zijn niet steeds scherp begrensd. Zo zijn er ook nog de vroegere en de huidige stadspostdiensten, of de lokale emissies, die soms wel, soms niet in bepaalde catalogi zijn opgenomen (Yvert neemt bvb wél de lokale emissies van Marokko op, maar niet de “Zemstvos” uit tsaristisch Rusland). Er is de bijzonder interessante en uitgebreide rubriek van de spoorwegzegels of pakketzegels, uitgegeven door andere instanties dan de post (een privé-spoorwegmaatschappij meestal). Verder kan ik nog denken aan firma-perforaties. Ook dat is een privé-aanpassing van officieel uitgegeven zegels, gedoogd door de post. Met liefdadigheidszegels gaan we al richting vignetten. Soms zijn het echt privé-vignetten, soms worden ze door de post “officieel” uitgegeven. Soms hebben ze (gedeeltelijk) frankeerwaarde, soms niet. En wat moeten we denken van de hype van de “persoonlijke postzegels”? Méér privé dan dat kan het toch niet meer worden! Stof genoeg voor 20 verzamelaarslevens, en “voor elck wat wils”.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)