De winter van einde 1925 en begin 1926 was bijzonder slecht. Al enkele weken in december vroor het op sommige plaatsen 17 graden. Maar toen sloeg het weer om. Als gevolg van overvloedige regenval bereikten de rivieren de Rijn en de Maas ongekend hoge waterstanden. Rond de jaarwisseling kon de Maas de afvoer van water niet meer verwerken en op verschillende plaatsen werden de kaden en dijken overspoeld.
Gerelateerde artikelen
In de Ardennen was in de maand december 328 mm regen gevallen, een record hoeveelheid. Het centrum van Luik kwam blank te staan maar ook het gebied tussen Herstal en Seraing werd zwaar getroffen. Niet alleen vanwege het vele water maar ook door ijsschotsen. Het was na de overstromingen weer gaan vriezen. En door de instorting van mijngangen was de oppervlakte zeer instabiel en overal ontstonden diepe gaten. De afbeelding van de prentkaart toont de ondergelopen straat de Rue des Guillemens, vlak bij de kade van de Maas. Het witte huis links op de hoek van de Rue des Ixellois, waar thans een dierenarts is in gevestigd, is goed herkenbaar.
Om de enorme schade die was veroorzaakt te kunnen herstellen werd o.a. een serie postzegels uitgegeven met een toeslag ten bate van de slachtoffers van de watersnoodramp. De postzegel van 30 centiemen van het type Houyoux kreeg een opdruk in rood met de teksten Inondations Watersnood en een toeslag van 30 centiemen. De postzegel verscheen al op 10 februari 1926. Een totaal van 387.589 postzegels van deze waarde werden verkocht. De bruto opbrengst van de toeslag was 116.276,70 franc.
Daarnaast werden twee postzegels uitgegeven met de frankeerwaarde van 1Fr en een toeslag van 1Fr. Deze twee postzegels verschenen op 25 februari 1926. De eerste postzegel heeft een afbeelding bestaande uit lijnen en lijntjes, de tweede werd egaal uitgevoerd.
De afbeeldingen zijn afgeleid van de twee postzegels die op 1 juni 1910 waren verschenen (in een serie van twee maal vier) met toeslag ten bate van het Nationaal Werk tot Bestrijding van de Tuberculose. De verkochte aantallen waren 172.420 exemplaren resp. 208.401 exemplaren. Een bruto opbrengst van 380.821 franc. Totaal met de eerste zegel meegerekend bijna een half miljoen franc.
De basis van de ontwerpen was het schilderij ‘De liefdadigheid van Sint-Maarten’ van Antoon van Dijck dat zich in de parochiekerk van Zaventem bevindt.
De serie van acht postzegels (vier in lijnuitvoering en vier egaal gedrukte zegels) werd opnieuw uitgegeven, deels op 15 april 1911 en deels op 20 september 1911. De twee series zijn alleen te onderscheiden vanwege het jaartal 1911 dat als opdruk is aangebracht.
Nogmaals verscheen de serie van acht postzegels, deels op 20 mei 1911 en deels op 15 juni 1911. Nu met een opdruk 1911 en CHARLEROI. Dit vanwege een tentoonstelling (Tentoonstellingen van Vroeger en Nu) die in Charleroi plaatsvond. Tijdens de tentoonstelling werd de Universiteit van de Arbeid ingehuldigd. Terug naar de basiszegels.
De postzegel met het ontwerp in lijnen en lijntjes was van Constant Montald, geboren in Gent op 4 december 1862 en overleden op 5 maart 1944 in Brussel. Hij was kunstschilder en beeldhouwer en heeft ook een aantal muurschilderingen vervaardigd. Wie het ontwerp van de eerste postzegel geschikt heeft gemaakt als ontwerp voor de zegel van 1926 is mij niet bekend. Het jaartal 1926 is in het ontwerp toegevoegd maar voor het overige is het ontwerp vrijwel gelijk. De naam van de ontwerper is verwijderd.
De postzegel met de egale achtergrond werd ontworpen door Henri Lemaire. Hij was geboren in 1879 en is overleden in 1949. Hij was schilder en karikaturist. Ook hier is het ontwerp van de eerste zegel aangepast door het jaartal 1910 te vervangen door het jaartal 1926. De naam van de ontwerper, H. Lemaire is niet meer aanwezig.
Bij de overstroming kwamen 10.000 huizen in Luik onder water te staan, er reden geen trams en bussen meer en op vele plaatsen was de elektriciteit uitgevallen. In het hoofdpostkantoor van Luik waren op Nieuwjaarsdag 22 postbestellers door het water ingesloten. Vele fabrieken en werkplaatsen lagen stil en meer dan 250.000 arbeiders waren werkeloos totdat het waterpeil was gezakt. De treinverbinding tussen Visé en Luik was volledig gestremd. Alle kerken in de benedenstad van Luik waren eveneens overstroomd en op diverse plaatsen kan men nog de merktekens zien die zijn aangebracht om de hoogte van de waterstand aan te geven. Staat men voor zo’n merkteken dan ziet men pas hoe hoog het water stond. Bezoekt u Luik? Kijk dan eens in een kerk en denk dan aan die watersnoodramp van 1926. Of nooit meer een overstroming heeft plaatsgevonden? In januari 1995 was het waterpeil van de Maas weer enorm gestegen en men vreesde het ergste. Heeft u wel eens een overstroming meegemaakt?
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)