Na de Eerste Wereldoorlog werd het noodzakelijk geacht om een nieuwe serie permanente postzegels uit te geven met een afbeelding van Koning Albert I ter vervanging van de serie gedrukt in Londen met waarden van 1 centiem tot en met 25 centiemen en de zogenoemde postzegels ‘met Helm’ met waarden van 1 centiem tot en met 10F.
Gerelateerde artikelen
De eerste serie was eerst alleen verkrijgbaar in Le Havre (Saint-Adresse) waar de regering zetelde maar na de bevrijding in november 1918 over het gehele land beschikbaar. De serie ‘Albert I met Helm’, gedrukt bij Joh. Enschedé & Zonen te Haarlem, werd vanaf 19 juli 1919 met de waarde van 10 centiemen uitgebracht tot en met 1 juni 1920 toen de laatste waarden verschenen.
De hoogste frankeerwaarde na de Eerste Wereldoorlog was 10F met een afbeelding van de eerste drie koningen, gevolgd door een frankeerwaarde van 10F ‘Albert I met Helm’ op 10 mei 1920. De serie ‘met Helm’ verloor de geldigheid voor de frankering op 1 mei 1931.
Ter gelegenheid van de Internationale Postzegeltentoonstelling te Brussel was op 21 mei 1921 en postzegel uitgebracht in vellen van 25 stuks met frankeerwaarde van 50 centiemen in de kleur donkerblauw. De postzegel was ontworpen door Georges Montenez die ook de gravure vervaardigde. Drukkerij Joh. Enschedé & Zonen te Haarlem produceerde 10.000 vellen. De postzegel kreeg later de naam type ‘Montenez’ genoemd naar de ontwerper.
De postzegel van 50 centiemen werd herdrukt in de kleur grijsblauw in vellen van 150 stuks en uitgegeven op 1 september 1921 gevolgd door een frankeerwaarde van 1F op 6 februari 1922.
Vanaf 21 juli 1922 werd met een nieuwe serie begonnen. Het ontwerp was van de Belgische schilder Léon Houyoux. De serie, van 1 centiem tot en met 10F kreeg de naam ‘Albert I type Houyoux’. Overigens kwam de frankeerwaarde van 10F pas uit op 10 januari 1927. De zegels, gedrukt in de Zegeldrukkerij te Mechelen, bleven geldig voor de frankering tot en met 31 maart 1948. Het is moeilijk om goed gecentreerde exemplaren te vinden. De naam van de ontwerper, aangebracht aan de onderzijde van de afbeelding, is vaak beschadigd door de tanding.
Op 5 december 1922 werden drie nieuwe frankeerwaarden van het type ‘Montenez’ toegevoegd, 75 centiemen, 2F en 10F. De postzegels type ‘Montenez’ vervingen zo geleidelijk de postzegels van de Londense druk en ‘met Helm’ in dezelfde waarden.
Een postzegel van 5F werd bijna een jaar later toegevoegd in de kleur violet. De uitgiftedatum was 15 oktober 1923.
De reden is mij niet duidelijk, maar op 24 mei 1924 werd de postzegel van 5F in de kleur violet van 15 oktober 1923 vervangen door de kleur bruin. Deze postzegel was ook verkrijgbaar in een blokje van vier stuks dat alleen werd verkocht tijdens de Internationale Filatelistische Tentoonstelling in Brussel en bij schriftelijke bestelling. Ook de postzegel van 75 centiemen in de kleur vermiljoen van 5 december 1922 werd op 1 oktober 1924 vervangen door de kleur ultramarijnblauw.
De kleurwijziging deed zich op 1 december 1925 ook voor bij de frankeerwaarde van 1F van 6 februari 1922. De kleur bruin werd vervangen door groenblauw.
Nog verwarrender werd het toen enkele frankeerwaarden in het type ‘Houyoux’ later werden uitgegeven met dezelfde frankeerwaarden. De uitgiftedata waren: 50c 10 januari 1925, 75c 26 oktober 1926, 1F geel 26 oktober 1926, 2F 11 oktober 1926 en 5F 10 januari 1927. Had het te maken met de veel goedkopere druktechniek (boekdruk) uitgevoerd door de Zegeldrukkerij in Mechelen?
Tot ieders verrassing werden op 25 januari 1929 vier nieuwe postzegels uitgegeven in hoge frankeerwaarden. De serie van vier stuks was uitgevoerd in het type ‘Montenez’ was in een groter formaat gedrukt door een drukkerij in Parijs: Firma Achiel Chassepot.
Vanaf 1930 werd de productie van deze vier postzegels overgenomen door de Zegeldrukkerij in Mechelen. Verzamelaars spreken dan ook van een ‘Parijse druk’ en een ‘Mechelse druk’. Verschil kan men zien aan de gebruikte papiersoort en tanding. De Parijse druk heeft wit papier en de Mechelsedruk meer crèmekleurig. De tanding van de Parijse druk is 14½ en die van de Mechelse druk 14 x 14½. Verder bestaan bij de Mechelse druk heel veel kleurnuances ontstaan in de loop van de jaren waarin deze postzegels zijn gedrukt. Wel is het opvallend dat de waarden van 50F en 100F wat kleur betreft soms nauwelijks van elkaar zijn te onderscheiden. Spannend om dat uit te zoeken, want de cataloguswaarde kan soms enorm verschillen of men bijvoorbeeld van de 50F een exemplaar heeft in donker wijnrood (oplage 1931), bruinachtig wijnrood (1939), roodachtig wijnrood (1941), roze wijnrood (1941) of karmijn wijnrood. Of ga ik nu te ver?
Reacties (1)
Ik heb een stuk of 17 zegels van de 50F Montenez, met kleurnuances, maar het is me helemaal niet duidelijk wel soort wijnrood ze bedoelen. Is er iemand die me hier zou kunnen helpen? Ik heb goede scans gemaakt, zie:
http://imageshack.com/a/img924/4636/LYTt33.jpg
http://imageshack.com/a/img924/2172/g9Gnjz.jpg
http://imageshack.com/a/img922/7558/hLVQeD.jpg
http://imageshack.com/a/img922/5053/IdASLj.jpg
http://imageshack.com/a/img924/7729/RwLrCy.jpg
http://imageshack.com/a/img924/9116/ZxWPUq.jpg
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)