Met een toeslag boven de frankeerwaarde werd op 8 december 1962 een serie postzegels uitgegeven ten behoeve van het Belgisch Nationaal Werk tot Bestrijding der Tuberculose. De serie bestond uit zes postzegels waarvan één tweemaal met dezelfde waarde en afbeelding. Dat maakte me nieuwsgierig.
Gerelateerde artikelen
De postzegel van 40 centimes + 10 centimes met afbeelding van Koningin Louisa-Maria kende maar één verschil, het monogram.
Op de eerste postzegel is het monogram de letters ML onder een kroon en bij de tweede alleen de letter L in een geheel ander lettertype aangebracht. De gouddruk waarmee het monogram (en de onderste balk met de landsnaam) waren aangebracht is zeer kwetsbaar en komt daardoor slecht over.
De afbeelding is ontleend aan een schilderij van de eerste Koningin van België vervaardigd door Franz Xaver Winterhalter, een Duitse portretschilder. Hij was hofschilder van het Belgische en Britse vorstenhuis. In de Belgische koninklijke collectie bevindt zich een 30-tal schilderijen van zijn hand. De naam van de koningin was voluit Louise Marie Thérèse Charlotte Isabelle van Orléans. De eerste twee namen werden ook wel met een koppelteken geschreven: Louise-Marie of Louiza-Maria. Daardoor is verwarring ontstaan bij de graveur van de zegel, Charles Leclercqz, die de letters ML onder de kroon plaatste. De koningin werd echter Koningin Louise der Belgen genoemd.
Overigens voegde de graveur zijn eigen initialen toe aan het zegelbeeld, de letters C.L. Terug naar het monogram. Het Bestuur der Belgische Posterijen ontdekte de vergissing met de letters ML en liet nieuwe cilinders vervaardigen voor de gouddruk. In de nieuwe oplage kwam alleen de letter L voor als monogram. De verkeerde oplage moest worden vernietigd. Maar het bijzondere postkantoor in de Koninklijke Musea van Schone Kunsten had op 8 december 1962 al 800 vellen van ieder 30 zegels van de 40 centimes met de letters ML verkocht en bij het bekend worden van het foutieve monogram bij verzamelaars werd de jacht op deze zeldzaamheid geopend. Dat was echter maar van korte duur want het Bestuur der Belgische Posterijen besloot om dan maar beide zegels in de verkoop te brengen waardoor de oorspronkelijke serie van vijf stuks met een zegel werd uitgebreid. Dat is ook te zien aan de officiële eerstedagenveloppen. Eerst waren het er twee (P.108 en P.108a) maar er werd een derde aan toegevoegd (P.108b) met alleen de postzegel van 40 centimes met het monogram ML. In elk geval was voor mij dit raadsel opgelost. In deel 2 ga ik verder in op de serie, omdat naast de monogrammen nog meer letters voorkomen, zoals van de graveur. Ook daar enkele raadsels.
Reacties (2) Schrijf een reactie
Leuk weetje. Ik ben benieuwd naar het volgende deel.
Waren de zegels in de voorverkoop in de Koninklijke Musea van Schone Kunsten?
Je zou verwachten dat er enige tijd verstrijkt tussen het opmerken van het foute monogram en de distributie van de gecorrigeerde zegel. Diverse catalogi geven als uitgiftedatum 8 december voor beide zegels.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)