Geïnspireerd door een artikelreeks van K. Kouwenberg, eind zeventiger jaren in maandblad Philatelie verschenen, beschrijft Rob Smit de geschiedenis van het postzegel verzamelen opnieuw in tweewekelijkse afleveringen. Dit is deel 19, Nederland in 1863
Gerelateerde artikelen
Eigenlijk is het niet zo gek dat de filatelie in het begin van de zestiger jaren zich vooral buiten Nederland afspeelt. Met drie verschenen postzegels viel er hier nog niet zoveel te verzamelen (al zal een huidige stempel- of plaatverzamelaar van de 1e emissie daar anders over denken). In 1864 verdubbelde het aantal zegels en in 1867 verdubbelde het opnieuw.
In het jaar dat de slavernij werd afgeschaft en vlak voor het jaar dat het aantal Nederlandse postzegels verdubbelde van drie naar zes verscheen een postzegelcatalogus van een andere Nederlandse auteur en geen onbekende.
Pieter Harmen Witkamp was, zeker in Amsterdam, in de vijftiger en zestiger jaren van de 19e eeuw een bekende figuur. Hij schreef o.a. over geschiedenis, aardrijkskunde en de stad Amsterdam. Hij was tevens een uitstekend cartograaf.
Eind 1863 gaf hij een postzegelcatalogus uit. In tegenstelling tot alle andere tot dan toe verschenen catalogi behandelde Witkamp niet de postzegels van de gehele wereld, maar alleen die van Europa. Er verschenen twee delen. Deel 1; Noordelijk Europa en deel 2; Middel Europa. Tegenwoordig zijn de meeste catalogi geografisch begrensd. Witkamp was de eerste hiermee. Mogelijk was hij van plan een hele reeks uit te brengen want de titel van de catalogi was telkens ‘De Postzegels van alle Rijken en Staten’ met daaronder een nummer en gebiedsaanduiding. Het is echter bij twee delen gebleven.
In Frankrijk werd in 1863 aandacht aan de nederlandse postzegels gegeven. Natalis Rondot behandelt Nederland in het eerste nummer 1863 van het Magisin Pittoresque. De vertaling van de tekst luidt alsvolgt:
—–
Koninkrijk Nederland
5 postzegels, 1 type.
De posthervormingswet is van 12 april 1850, maar het gebruik van postzegels begint niet voor 1 januari 1852. Met de wet van 1850 zijn vaste bedragen vastgesteld voor brieven van 15 gram op 5, 10 en 15 cent afhankelijk van de afstand. De tarieven zijn in 1855 teruggebracht tot 5 cent voor een afstand tot 30 kilometer en 10 cent voor een afstand groter dan 30 kilometer. Een uniform tarief van 5 cent is in 1860 door de tweede kamer aangenomen en vervolgens verworpen door de eerste kamer.
Het tarief is gelijk voor brieven met of zonder zegels gefrankeerd.
Het aantal brieven is alsvolgt geweest; in 1848, onder de oude wet, 6 157 856. In 1852 onder de nieuwe wet 12 308 410. In 1856 onder de aangepaste wet 16 125 116 en in 1860; 19 057 326.
In vijf jaar tijd, in 1860 t.o.v. 1855, is het aantal brieven met 29% toegenomen en in een driejaarsperiode 1858-1860 ten opzichte van 1855-57 met 15%.
Het aantal inwoners van Nederland is 3 324 135 in 1860, zodat het gemiddeld aantal brieven per inwoner op 6 stuks komt in dit jaar.
Tussen 1848 en 1852 was 14% van de brieven gefrankeerd, in 1856 16% en in 1860 19%.
Er zijn in 1860 3 653 662 postzegels verkocht waarvan 1 897 341 van 5 cent, 1 618 051 van 10 cent en 138 270 van 15 cent.
De postzegels zijn al vanaf 1850 (?!) hetzelfde. Ze tonen het portret van koning Willem III in een ovaal en geornamenteerd kader. Het hoofd is naar rechts gedraaid. Bovenaan staat Post Zegel, en onderaan de waarde en cijfers. De zegel meet 20 bij 18 mm., is rechtopstaand , gegraveerd, en in kleur gedrukt op wit papier.
5 cents (0f.1058), – 1′ diep blauw; 2′ hemelsblauw
10 cents (0f.2116), – rood
15 cents (0f.3174), – oranje
- voor de berekening naar Franse Francs werd een koers gehanteerd van 1 gulden = 2f.12
Er bestaat een proefdruk van 5 cent zwart.
De postzegels zijn gemaakt bij de Rijksmunt in Utrecht.
Het gebruik van postzegels is in 1861 geïntroduceerd in Hollands Guyana.
—–
Uit bovenstaande blijkt hoe uitgebreid Rondot de verschillende landen behandelde. Hieronder een afbeelding van de oorspronkelijke publicatie.
Wordt vervolgd op 7 januari.
Tot nu toe verschenen:
1. Inleiding en begin
2. De eerste verzamelaars
3. De eerste catalogus, Oscar Berger Levrault maakt als eerste een overzicht.
4. Alfred Potiquet, De eerste commercieel uitgegeven catalogus.
5. Booming 1862, Het meest turbulente jaar in de filatelistische geschiedenis.
6. Edard de Laplante, De eerste die uitsluitend van de postzegelhandel leefde.
7. Natalis Rondot, De eerste echte filatelistische literatuur verscheen in een familieblad.
8. Henri Justin Lallier, Uitgever van het eerste postzegelalbum.
9. Frederick W. Booty, De eerste catalogus in het Engels.
10. Mount Brown, Een succesvolle Engelse catalogus.
11. Dr John Edward Gray, Uitvinder van de postzegel, allereerste verzamelaar of alleen maar een goede catalogusuitgever?
12. Het eerste postzegeltijdschrift, Eerst een mislukte poging, maar dan toch een postzegelblad.
13. Edward Pemberton, Actief filatelist met nakomelingen in de filatelie.
14. Dr. C.W. Viner, Vader van de engelse filatelie.
15. Jean Baptiste Moens, De grootste handelaar aller tijden.
16. De uitgeverij van Moens, Van groot belang in begintijd filatelie.
17. Duitsland in 1862, De trage start van een belangrijk filatelistisch land.
18. Nederland in 1862, De eerste Nederlandse catalogus en album.
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)