Geïnspireerd door een artikelreeks van K. Kouwenberg, eind zeventiger jaren in maandblad Philatelie verschenen, beschrijft Rob Smit de geschiedenis van het postzegel verzamelen opnieuw in tweewekelijkse afleveringen. Dit is deel 6, Edard de Laplante.
Gerelateerde artikelen
Alhoewel Filatelie ook in 1862 al een internationale tak van sport was, zien we de belangrijkste initiatieven in Frankrijk. Frankrijk kan dan ook rustig de bakermat van de filatelie genoemd worden.
De eerste Franse ‘full time’ postzegelhandelaar was Edard de Laplante (1820-1881).
Hij werd geboren in Marseille op 30 september 1820. Zijn volledige naam was Edard Eugène Anselme de Laplante. Na een studie in Parijs begon hij zijn loopbaan als lithograaf. Op het moment dat hij in aanraking kwam met postzegels was hij gemeenteambtenaar in Parijs.
Hij was een verzamelaar van munten en ontdekte op zoek naar munten voor zijn verzameling eind 1860 een compleet vel van de franse 20 centimes zwart uit 1849. Hij kocht het vel voor 30 franc, liet het door zijn vrouw verknippen en verkocht vervolgens de zegels per stuk waarbij hij een aanzienlijke winst behaalde. Waarschijnlijk bood hij zijn zegels aan op de postzegelmarkt die vanaf 1860 plaatsvond bij de Champs Elysees.
Dit bracht hem op het idee om in postzegels te gaan handelen. Uit een brief van 27 mei 1861 bleek dat hij contacten zocht met anderen, waaronder Moens, om aan een voorraad postzegels te komen. Op 13 juli 1861 was zijn voorraad blijkbaar groot genoeg, want op deze dag nam hij onslag om zich als postzegelhandelaar te vestigen.
Hij vestigde zijn winkel in de rue Christine 1 te Parijs. Hieronder een recente foto van dit pand waar nu een restaurant in gevestigd is.
De Laplante bleek een goed zakenman die spoedig een grote kring van relaties wist op te bouwen. Al snel werd bekend dat hij veel kon leveren. Voor weinig geld kon men zelfs de 54, 81 en 108 parales van Moldavië kopen alsmede vele andere betere zegels die momenteel een klein fortuin opbrengen. Het zegel 1 real rood van Uruguay uit 1856 koste 25 franc per honderd.
De Laplante had een grote hekel aan blokken, strippen en veldelen. Als hij zulke stukken ingekocht had gingen die meteen door naar zijn vrouw Bichette die het met behulp van een schaar in handzame bundeltjes van 100 stuks bracht, alles werd gesloopt.
De Laplante was strikt eerlijk in zaken, doch blies vaak hoog van de toren. Hij beschouwde zichzelf als de grootste en beste postzegelhandelaar van Frankrijk wat ook wel ongetwijfeld zo was.
Er is een mooi verhaal over een contact tussen de Laplante en Arthur Maury. Ondanks het feit dat op alle recente uitgaven van Maury vermeld staat; depuis 1860, was Arthur in 1862 nog een beginnend postzegelhandelaartje die bij zijn ouders in Boulogne woonde. Hij deed daar veel zaken met Engelse toeristen. Op een gegeven moment had hij geen voorraad meer om te ruilen met de toeristen, dus zond hij 10 franc naar De Laplante die hem een mooie collectie Lübeck, Hannover en Luxemburg zond die Maury weer ruilde met de Engelsen. In 1863 ging Maury met een flinke voorraad Engeland en koloniën naar Parijs met de bedoeling de partij te ruilen bij de Laplante.
Op weg naar de Laplante kwam hij op de postzegelbeurs terecht. Hier heeft hij voor weinig geld alle 2 pence grijs Victoria van 1850 verkocht. Toen Maury dat aan de Laplante vertelde kreeg deze een enorme woedeaanval. Hij ging tekeer tegen de praktijken op deze beurs en tegen zijn concurrenten in het algemeen. Hij zei dat Maury een stomme ezel was om zulke zeldzame zegels voor zo weinig geld te verkopen. Kijk eens hier jonge man, zei de Laplante, ik geef voor je voorraad Victoria net zoveel zegels van Moldavië. Zij zijn onbekend en je kunt ze daar in Boulogne als zoete broodjes verkopen. Maury vond het helemaal geen aantrekkelijke zegels, oud en niet mooi. Hij nam er toch een paar om de Laplante een plezier te doen, maar deze werd weer vreselijk kwaad en stond erop dat Maury uitsluitend Moldavië zou nemen. De frêle jonge Maury werd bang van de kolos in woedeaanval, maar de Laplante kalmeerde plotseling, lachte en ging over wat anders praten.
Er zijn verschillende andere verhalen bekend over ruzies die hij had. Onder andere ook met de al in aflevering 4 beschreven Eugéne Lacroix, waarna de Laplante zelf een postzegelcatalogus uitgaf. Hij had een moeilijk en opvliegend karakter en was erg wispelturig. Hij hielde de postzegelhandel dan ook niet lang vol. In 1869 verkocht hij zijn zaak aan Wilhelm George uit Bazel. Van de opbrengst kocht hij een landgoed in Algerijë en ging in de wijnbouw. In december 1880 heeft hij in een brief aan Arthur Maury nog met trots vermeld dat zijn wijnen op de tentoonstelling van 1878 in Parijs een zilveren medaille hadden gewonnen. Edard de Laplante overleed op 20 juni 1881.
de brief van de Laplante aan Arthur Maury
Wordt vervolgd op 9 juli.
Tot nu toe verschenen:
Reacties (0)
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)