Op 4 oktober 1935 verscheen de al sinds 1924 in de Weimar Republiek bestaande jaarlijkse uitgifte van de zogenoemde ´Nothilfe´ zegels met toeslag. Het aantal zegels in de series breidde zich geleidelijk uit van vier exemplaren tot negen in 1934 (beroepen). Maar in 1935 werden het zelfs 10 zegels. Als motief had men voor 1935 klederdrachten gekozen. Afbeeldingen met alleen vrouwen in klederdracht. Had men te veel kritiek gekregen op de vorige uitgifte met alleen mannenberoepen?
Gerelateerde artikelen
Als ontwerper werd Karl Diebitsch (1899-1985) gevraagd die al eerder dat jaar de vier postzegels voor 100 jaar Duitse Spoorwegen had ontworpen. Daarbij had hij gebruik gemaakt van foto´s genomen door een beroepsfotograaf. Zijn ontwerp voor de Noodhulpzegels hoefde hij niet ingrijpend aan te passen. Hij ging van hetzelfde principe uit voor de omranding van de afbeeldingen en het gebruikte lettertype. En ook hier maakte hij gebruik van foto´s, genomen door portret- en landschapsfotograaf Hans Retzlaff (1902-1965).
De postzegel van 3 + 2 Pfennig laat een klederdracht zien zoals deze voorkwam in Oost-Pruissen in de plaats Ermland, thans behorende tot Polen. Op de achtergrond het slot Mariënburg. In 1945 bijna met de grond gelijk gemaakt, maar thans gerestaureerd en geplaatst op de Wereld erfgoedlijst.
Op de postzegel van 4 + 3 Pfennig een dame uit het stadje Rossberg in het voormalige Opper Silezië bij Beuthen. Ook dit stadje behoort thans tot Polen en heeft de naam Rozbark gekregen. Het is een stadsdeel geworden van Beuthen dat nu Bytom heet.
De dame die is afgebeeld op de postzegel van 5 + 3 Pfennig is afkomstig uit het Rijnland, Rüdesheim. Op de achtergrond de Rüdesheimer Berg met het slot Burg Ehrenfels. De druiven op de voorgrond geven aan, dat dit gebied aangemerkt wordt als een van de beste wijngaarden van het land.
Neder-Saksen grenst aan de Noordzee en aan Nederland. De vrouw afgebeeld op de postzegel van 6 + 4 Pfennig is afkomstig uit het toenmalige vorstendom (tot 1918) en vrijstaat Schaumburg-Lippe. De klederdracht stamt uit Lindhorst. Op de achtergrond is een klein maar kenmerkend deel van een Saksische boerderij te zien. De geveltop versierd met houten paardenhoofden.
De uitbundig uitgedoste vrouw op de postzegel van 8 + 4 Pfennig is afkomstig uit Kurmark. De klederdracht komt voor in Niederlausitz in de deelstaat Brandenburg. Op de achtergrond een deel van het gebied van Heinersbrück in het Spreewald, een bosrijk veengebied ontstaan na de laatste ijstijd. Hier treft men vele vertakkingen aan van de rivier de Spree.
Een van de meest bij ons Nederlanders bekende klederdrachten is afkomstig uit het Zwarte Woud. Dit vanwege de bollen op de hoed. De afbeelding op de postzegel van 12 + 6 Pfennig is van Anna Zwick van de grote boerderij in het Gutachtal op de achtergrond.
De Marburger klederdracht is uit Hessen. Op de postzegel van 15 + 10 Pfennig is deze klederdracht, in het bijzonder de puntmuts met de naam ´Zipfelmütze´, zoals deze voorkwam in het Hessische Achterland, afgebeeld tegen de achtergrond van Nieder Asphe, vlak bij Münchausen, de 387 meter hoge Christenberg.
Beieren is heel bekend vanwege zijn klederdrachten. Op de postzegel van 25 + 15 Pfennig is een vrouw afgebeeld in de klederdracht van Bayrischzell, een gemeente in de deelstaat Beieren. Hier is geen dagelijkse klederdracht weergegeven maar een dracht die specifiek gedragen werd bij feestelijke gelegenheden. Deze wordt Miesbacher Tracht genoemd.
Het eiland Fohr ligt ten zuiden van het veel bekender klinkende eiland Sylt, een van de Waddeneilanden van Duitsland. Op de postzegel van 30 + 20 Pfennig is een huis te zien kenmerkend voor het eiland. Het is een geliefd eiland voor toeristen vanwege de prachtige stranden, net zichtbaar achter de vrouw.
Als laatste de postzegel van 40 + 35 Pfennig met een afbeelding van een vrouw in een klederdracht speciaal voor haar huwelijksvoltrekking. De vrouw is afkomstig uit Effeltrich, gelegen in Opper-Franken, ongeveer 20 kilometer ten noorden van Neurenberg. Het torentje op de achtergrond maakt deel uit van de Kirchenburg in Effeltrich.
De postzegels waren niet alleen verkrijgbaar als velzegels, maar ook in een postzegelboekje. In dit boekje, het 41ste boekje, waren vier waarden opgenomen. De prijs van het boekje was 2 Rijksmark. Doordat verschillende waarden in het boekje geniete velletjes samengedrukt waren, zijn verscheidene combinaties mogelijk. Zoals te zien is op het afgebeelde velletje met twee waarden en een tekst.
Complete vellen met de inhoud van de postzegelboekjes waren ook in omloop, zodat daaruit nog meer combinatiemogelijkheden waren te halen. Zelfs twee keerdrukken. Een mooie serie postzegels die slechts geldig was voor de frankering tot en met 30 juni 1936.
Reacties (1)
Een mooi overzicht! Misschien is het goed om er nog even op te wijzen dat op de voorlaatste zegel (Michel 596; 30+20) Friesland staat. Veel Nederlanders denken bij Friesland alleen aan de Nederlandse provincie Fryslân maar langs de Duitse Noordzeekust tot Denemarken liggen Ost- en Nord-Friesland, vandaar deze zegel.
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)