Door zowel oud als jong wordt postzegels verzamelen beschouwd als een pracht hobby. Een hobby waarvan je zelf bepaalt of het kostbaar moet zijn of met een zakcent te betalen. Het ‘traditioneel’ verzamelen is al lang niet meer de belangrijkste vorm, ook al wordt door vele hard roepende verzamelaars het tegengestelde beweerd. Vooral de jongere verzamelaars laten zich niet verleiden tot het bijeenbrengen van een landverzameling Nederland vanaf 1852. Een zeker niet ‘postfris’!
Gerelateerde artikelen
Er is uiteraard niets op tegen om een land te verzamelen vanaf catalogusnummer 1 tot en met zoveel duizend. Maar is dat spannend? Geeft dat plezier? O ja, wel als dat ene gaatje op bladzijde 6 van het voordrukalbum kan worden gevuld met een rib uit het lijf! Nu op jacht naar het vullen van het gaatje op bladzijde 9. Enzovoorts ……
Gelukkig bestaat sinds vele jaren een andere vorm van postzegels verzamelen. Een verzamelvorm waarbij je zelf de grenzen vaststelt aan de hand van een plan dat je vooraf hebt opgesteld. Thematisch verzamelen is zo’n vorm. Naast postzegel verzamelen hebben vele mensen andere belangstellingsgebieden. Zoals miniatuur treinen. Vele mensen hebben een ‘eigen’ spoorbaan opgebouwd in de hobbykamer of op zolder. Uren kunnen worden doorgebracht met het bouwen van de treinbaan met tunnels, viaducten, stations en emplacementen. Deze hobbyisten hebben vaak ook oog voor treinen en locomotieven die voorkomen op postzegels. Een van de meest verbreide thema’s is vervoer, met als belangrijkste de spoorwegen.
Vele landen hebben postzegels uitgegeven met afbeeldingen van treinen en locomotieven. Als voorbeeld Joegoslavië met een postzegeluitgifte uit 1992. De reden van uitgifte is niet zo duidelijk, maar vermoedelijk wel gericht op verzamelaars. Het blokje met zes verschillende zegels is geplakt in een omslagje met op de voorzijde een tekening van de Oriënt Express. De hoofdstad van het toenmalige Joegoslavië was Belgrado, een knooppunt van twee trajecten van de Oriënt Express. Een traject liep van Parijs naar Istanbul en had de naam Simplon-Orient-Express (1919-1939 en 1945-1962). Het andere traject liep van Londen naar Athene en had de naam Arlberg-Orient-Express (19330-1939 en 1945-1962). Deze twee trajecten waren niet de oudste lijnen. De eerste was de Orient-Express van Parijs via Straatsburg, München, Wenen. Budapest en Bukarest naar Istanbul (1883-1914, 1919-1939 en 1945-1962). Tijdens de eerste en tweede wereldoorlog was de Orient-Express stilgelegd. De initiator van de Orient-Express was de Belgische bankier George Nagelmackers.
De in het blokje opgenomen postzegels met afbeeldingen van locomotieven hebben echter niets van doen met de Oriënt-Express. De eerste postzegel laat locomotief nummer 162 zien, gebouwd in 1880/1881 voor normaalspoor. Kenners geven het type aan met B-1. Dat betekent, dat de locomotief twee gekoppelde drijfassen heeft, dus vier wielen voor. Verder één as met twee wielen achter, een loopas.
De tweede zegel is nummer 151 van het type C, wat staat voor drie gekoppelde drijfassen (zes wielen). De locomotief werd gebouwd in 1885 en was eveneens voor normaal spoor. De derde zegel is nummer 73 van het type 1-C-1. Een zware locomotief met een voorloper (as met twee wielen), drie gekoppelde drijfassen (zes wielen) en een achteras (twee wielen). Deze locomotief werd in 1915 gebouwd om vrachttreinen te trekken over smalspoor.
De vierde locomotief met nummer 83 van het type D-1 (vier drijfassen en één as achter) was eveneens bestemd voor gebruik op smalspoor en gebouwd in 1929. De vijfde locomotief was nummer 16 en had ook een naam: Sava. Deze locomotief was van het type 1-B-1 (een as voor, twee drijfassen en een as achter) en was bestemd voor lichte passagierstreinen op normaalspoor. De locomotief was gebouwd in 1936. De laatste locomotief was een zogenoemde autotrein, een locomotief met een vaste coupé. Dit was de luxe trein bestemd voor Prins Nicolaas en gebouwd in 1909. De trein reed op het smalspoortraject tussen de plaatsen Bar en Virpazar in Montenegro.
Verzamelaars kunnen nog verder gaan met de beschrijving van de locomotieven. Vier locomotieven hebben watertanks aan de zijkant van de ketel en kolenbunkers op de locomotief zelf. De twee andere hebben een aparte kolenwagon met watertank. De type aanduidingen zijn volgens het Europese systeem. De Britse locomotieven kregen een andere typeaanduiding. Het type 1-C-1 is volgens de Britse indeling een 2-6-2, dus het aantal wielen vóór, het aantal drijfwielen en het aantal wielen achter. Het type B-1 is in het Britse systeem een 0-4-2, ofwel géén wielen voor, vier drijfwielen en twee loopwielen achter.
Wilt u meer weten over treinen, locomotieven en wilt u mee met de Oriënt-Express? Ga dan op 29 of 30 maart naar het Spoorwegmuseum in Utrecht. Daar ziet u niet alleen treinen en locomotieven opgesteld staan, maar wordt in het kader van 100 jaar Nederlandse Bond van Filatelisten-Verenigingen een postzegeltentoonstelling georganiseerd en wordt de Dag van de Jeugdfilatelie gehouden. Ik ga er in elk geval naar toe en niet alleen om drijfwielen te tellen…. U ook?
Reacties (3) Schrijf een reactie
Ik zal er in ieder geval ook zijn, want dit is tevens een bijeenkomst van de Stamp Kids Club. Ook de opgaven van de Filamarathon gaan deze keer over treinen. Dus dat belooft veel treinen-plezier.
En tussen de treinen was er een mooie tentoonstelling. Verder veel kinderen.
Het Spoorwegmuseum kreeg ongeveer 2000 meer klanten dan in een normaal weekend.
Voor een foto-impressie klik op mijn naam en kies Dag van de Jeugdfilatelie in Utrecht.
ik vind het heel leuk maar ik wil de sitte hebben van de trein van hobbysten in 1919
Schrijf een reactie
(registratie is niet nodig)